Voor het motto van mijn blogsite koos ik dit gedichtje van K. Schippers.
Als je goed om
je heen kijkt
zie je dat alles
gekleurd is’
In de NRC van 13 augustus 2021 las ik over zijn overlijden (Toff Jaeger). Vanzelfsprekend was ‘Het gedicht van de dag’ van zijn hand:
Naaste omgeving
Je verwijdert je op straat van
waar je niet naar kijkt. Het
liefst wil je iets zien dat
je zelf hebt uitgezocht of toch
iets bewaren van wat je nauw
keurig omgeeft, zonder je om
te draaien. Een dakrand, een wolk,
wat je vanuit een ooghoek hebt
gezien. Je draait je om. Het
blauw zoekt de grijze hemel.
Het wacht op de jurk van het
meisje dat je straks voorbij zal
gaan. De muur is klaar voor de
echo van je voetstap. Dit alles
blijft uit. Scherpte verlaat een
krom geslagen spijker. Dat wel.
Het veranderende omgeeft je zo
teruggetrokken, dat het je ontgaat,
er bijna niet is. Wat ga je doen
als je hier even weg bent.
K. Schippers (1936-2021)
Hij was een van de origineelste naoorlogse schrijvers die Nederland rijk was, alleen al omdat hij opzij keek, terwijl iedereen vooruit staarde. Met zijn dood is de laatste auteur van de Zestigers-generatie overleden.
K. Schippers: schrijver met oog voor het bijzondere van het alledaagse behoefte van Schippers en zijn vrienden om de werkelijkheid zonder versiering, literaire woordvolgorde of interpretatie neer te zetten, riep vanaf het begin af aan weerstand op. Barbarber – het gestencilde blad in langwerpig formaat verscheen vanaf het najaar 1958 en tot 1971 – liet een andere wind waaien door de Nederlandse letteren, simpelweg omdat het geen tijdschrift voor literatuur was, maar voor teksten. Dat lijkt een klein verschil, maar het is essentieel. Krantenberichten, reclame-slogans, ansichten of papiertjes die uit boeken waren gevallen: ze vonden allemaal een plek in Barbarber, zonder dat er iets of iemand tot keizer werd gekroond. Daarnaast publiceerden ze ook behangstalen, en clichés. Typerend zijn de clichés die al op het omslag van het eerste nummer werden afgedrukt: ‘leve de koning’, ‘wie zal het zeggen’, en ‘eenvoud is het kenmerk van het ware’.
- Ronald Snijders bewonderde K. Schippers, de dichter en was bevriend met de persoon zelf, met Gerard Stigter. Hij schreef een in memoriam.
‘Voor wie er oog voor heeft is er overal spektakel
Het variété speelt zich af op iedere hoek van de straat
En in onvermoede uithoeken van je geest
Maken herinneringen zich op
Om weer in stelling gebracht te kunnen worden
Tijd en ruimte kun je opheffen
Je bepaalt zelf wel hoe het leven moet zijn
Er is weinig voor nodig
Hoe een stoel in de kamer staat
In de dode hoek van de werkelijkheid
Daar begint de poëzie
Je weet niet beter
Denk je aan de stoel, zie je de kamer
Je kunt de stoel wel uit de kamer halen
Maar je haalt de kamer niet uit de stoel
Of misschien toch wel?
Als je de vanzelfsprekendheid niet meer vanzelf laat spreken
Is ineens van alles mogelijk
In een niet-aflatende verwondering over het alledaagse
Romans, gedachten, gedichten, essays, kunstbespiegelingen
Steeds vaker een mengvorm daarvan
Hij voelde zich tegenover een enorme overvloed geplaatst
‘Ik kan maar een stipje laten zien’
In een voortdurend pleidooi voor het geringste
Onophoudelijk nieuwsgierig
Wie met hem in aanraking kwam maakte het als vanzelf mee
‘Nou wat een toeval’
‘Een mooie samenloop van omstandigheden, vind je niet’
‘Kijk nou eens, dit krijgen we nu gewoon cadeau’
Het zat in zijn wezen, en het zit in zijn werk
Het leven is een spel
We zitten in een doorlopende voorstelling
Stel je toch eens voor
Nou lijkt het net alsof
Dit is toch wel het toppunt
K. Schippers blijft
Gerard is vertrokken
Het missen
Begonnen
Wij blijven achter met een overvloed’
Ronald Snijders
De voetstappen van Johan Cruyff…
Mooi toch als je alledaagse zo kunt zien.