IN STATEMENTS
- “In de jaren 60 werd de afgeleefde structuur van de westerse maatschappij zwaar aangetast. Een van de hoogtepunten van de revolutionaire beweging staat bekend als de gebeurtenissen in mei ’68 in Parijs. Studenten bezetten de Sorbonne, auto’s werden in brand gestoken, et cetera. In Nederland hadden we al ruime ervaring met dergelijke sensatie, dankzij Provo, de rookbom bij de bruidstoet in de Raadhuisstraat, de happenings op het Spui, de rellen bij de Telegraaf. Ouderwetse revoluties waren het niet. Er zijn geen staatshoofden afgezet, er is niemand onthoofd. Wel hebben ze veranderingen veroorzaakt, in de hiërarchische en seksuele verhoudingen, de politiek, het spraakgebruik, de omgangsvormen.’ Uit de Column ‘Revoluties’ van H.J.A.