BEER
Op een tafeltje tegen de muur geleund zit Beer, de knuffel van Wilma. Zijn huid is zo teer, hij is ook al oud. Af en toe ligt er op de grond in de kamer een strooitje van zijn vulsel. De pleister om zijn knie houdt niet alles binnen.
Zoals Paul van Ostaijen in de morgen Marc zijn dingen in de kamer laat groeten, is er in de morgen een moment dat ik wat langer naar Beer kijk.
MARC GROET ‘S MORGENS DE DINGEN
Dag ventje met de fiets op de vaas met de bloem
ploem ploem
dag stoel naast de tafel
dag brood op de tafel
dag visserke-vis met de pijp
en
dag visserke-vis met de pet
pet en pijp
van het visserke-vis
goeiendag
Daa-ag vis
dag lieve vis
dag klein visselijn mijn
Ha Beer
Je bent al wakker
Heb je goed geslapen?… VERDER LEZEN “ACHTERWERK IN DE KAST – reis door mijn kamer (6)”