ACHTERWERK IN DE KAST – op de camping (1)

WE ZIJN ER BIJNA!’

Een persbericht (18-03-2020): ‘Het populaire programma We zijn er bijna! komt de komende zomer te vervallen. Directeur Jan Slagter van Omroep MAX liet dat vandaag weten. Vanwege de coronacrisis is het onmogelijk om half mei met een groep Nederlanders door Europa te trekken, wat de formule van het programma is.’

In het programma doet een groep kampeerders verslag van hun belevenissen. Onder regie verkennen zij nieuwe gebieden. Onderweg worden verhalen uitgewisseld en lief en leed wordt met elkaar gedeeld. Zo wordt het programma aangekondigd. Ik maakte eens vanuit de huiskamer een rondreis mee met zo’n gezelschap en ontdekte een voor mij nog onbekende wereld. Als kampeerder ging het mij niet zozeer om de plekken die ze langs gingen, wel om hun manier van kamperen en het andere lief en leed dat met hun kampeervrienden gedeeld werd. Ik ontdekte een nieuwe wereld.

NAWOORD

Hier plaats ik mijn reactie op Geesje dat hieronder staat. De reden is dat foto’s niet in zo’n teksthokje passen, althans het lukt me niet. Kamperen en vakantie waren voor ons synoniem, onlosmakelijk met elkaar verbonden. Voor het werk moest ik wel naar een buitenland, maar dan verbleef ik in een hotel. Maar dat is een verblijf voor het werk en niet voor vakantie. Het was wel anders kamperen zoals dat in het tv programma wordt getoond. Geïllustreerd met mijn eerste kampeerwagen (1980), een voormalige bestelauto van de PTT (Simca) en weer aangepast aan ons kampeergedrag. Onze trots van toen, een lichtgewicht katoenen 3 persoonstentje (Carl Denig) is daar niet in beeld, wel een andere trots, onze dochter. Op de andere foto van een ander vakantietochtje in Ierland (1979) is het tentje te zien.

Een aanleiding om wat fotoboeken uit de kast te halen, zoals van die rondrit met de fiets door Ierland in 1977. Op de vroege morgen met vrienden en licht bepakte fietsen door het Westland naar Hoek van Holland voor de boot naar Harwich en verder door naar London, Easton station. Vandaar met de trein dwars door Engeland (Reserved seat – 22 juni – G1-24 – British Rail – Penalty for unauthorised removal of this label £25; Penalty for unauthorised occupation of seat £10) naar Holyhead. Weer een oversteek naar Dun Lairy en nog een klein ritje met de trein naar Dublin. Een stad liet zich zien, vooralsnog bekend uit boeken.

In Dublin was een kampeerplaats, maar verder op onze rondtocht was zo’n plek incidenteel te vinden. Dat betekende tentje opslaan in een boerenakker. We vroegen dan toestemming bij de dichtstbijzijnde boerderij. Dat was altijd goed, sterker nog, we werden bedankt dat we naar hun Ierland waren gekomen en wat een mooie ‘bices’ we wel niet hadden, die zouden wel heel wat gekost hebben. Niet zelden werd als we ons potje gekookt hadden een toetje gebracht, vruchten geplukt uit een struik of boom. Onmiskenbaar was de armoede die we op het platteland tegenkwamen dat ook zo afstak tegen hun vriendelijke gastvrijheid, daar waren ze zeker niet karig mee. De gesprekken gingen over de natuur en ons werden uit het hoofd gedichten voorgedragen die dit beschreven. Ook leerden we meer fairy tales kennen. Na een tijdje hadden we door dat het veldje waar we toestemming hadden gekregen om de nacht door te brengen helemaal niet bij zo’n dichtbijgelegen boerderij hoorde. Het land was niet verkaveld, zo strak geordend zoals wij dat kenden. Dat ontdekten we toen we op een avond tegen middernacht tentwaarts keerden uit een pub uit een dorpje in de buurt. ‘Ierse klanken hoorden we uit zo’n kale pub met gezellig T.L. verlichting. Natuurlijk meteen naar binnen. Warm, overvol en schitterende muziek; harmonica’s, fluiten, spoons … echter kon het niet. Tegen twaalven op weg naar de tenten, onder de volle maan. Nog een stevige heuvelrug’. Ik lees verder in het verslag dat een ieder van ons om beurten schreef: ‘Eindelijk ons veldje bereikt, de tenten + fietsen echter niet goed te zien. Of toch … Ja, we zien wat glinsteren in de maneschijn. Waar zijn onze tenten? We versnelden onze pas en … o, rampspoed zo plat als een koeienvla, doorweekt van deze uitwerpselen. Gebroken stokken, bleek al gauw, maar verder leek alles nog in orde. Wat nu, spraken de reisgenoten?’ We zagen nog licht branden in de boerderij en de boer liep mee: ‘I say, most regretable incident.’ Hij noemde een naam en bood namens de eigenaar zijn excuses aan. Hij vroeg ons binnen. De besmeurde tentdoeken werden in de hooiberg te drogen gelegd. (…) even later zaten we, 2 uur ’s nachts, aan ’n kaas sandwich met ’n kop thee in gezelschap van de kettingrokende boerin en de boer die zijn naar alle windstreken tegelijk kijkende ogen niet meer open kon houden. De ‘blauwe kamer’ vol met akelig breekbare spulletjes was voor ons vrijgemaakt, met excuus voor het daar aanwezige nog ongestreken wasgoed.’

De lichtgewicht aluminium stokken waren door het geweld van de koeien als luciferstokjes gebroken. In de plaatselijke pub was ook een bed & breakfast en een telefoon. Met spoed zou Carl Denig ons nieuwe stokken opsturen naar het plaatselijke postkantoor. We wisten wanneer hij de stokken op Schiphol had afgeleverd. Er bestond nog geen track and trace systeem en iedere ochtend melden we ons bij het loket. We waren bekenden, hoefden niet aan te sluiten bij de rij wachtenden, ons werd toegeroepen dat de stokken nog niet aangekomen waren met de toevoeging dat: ‘God Ierland geschapen had, maar niet de tijd.’

  • Op een andere blog op de site wordt ook verhaald over een andere manier van kamperen. ‘Kamperen in het plantsoen’.
  • Het weekblad Vrij Nederland sloeg in jaren 60 een nieuwe weg in met grote reportages en onderzoeksverhalen in een aparte bijlage. ‘Het eerste verhaal dat ik voorstelde was een reportage over een camping,’ vertelde Elma Verhey daar later over. ‘Ik wilde het leven van die mensen beschrijven. Gewoon door op te schrijven wat ze zeiden en vonden.’ Het werd het katern ‘De Vlucht in de stacaravan’ dat ik jarenlang bewaard heb in mijn stapel krantenknipsels. Ik mag het er zo nu en dan graag uithalen en doorbladeren.

6 antwoorden op “ACHTERWERK IN DE KAST – op de camping (1)”

  1. Als echte caravanliefhebbers keken we altijd graag( en soms met verbazing) naar dit programma. Voor geen goud zouden we echter in zo`n groep kamperen.
    We zullen dit jaar het programma, maar nog veel meer onze Franse kampeervakantie missen.

    1. Hier wilde ik wat foto’s plaatsen om onze manier van kamperen te illustreren. Lukt niet, dan maar in de tekst zelf.

  2. Ook gezien op een camping: een groep mensen die gaat kamperen met een bedrijfsuitje. In een bus, met allemaal hetzelfde door de baas verstrekte koffertje.

    1. Vandaag zouden wij afreizen naar ” onze camping” in Castellane
      ( Frankrijk). We zouden dan maandagmiddag aankomen en eerst koffie drinken met de campingbaas en zijn vrouw, voor we ons plekje op gingen zoeken. We zouden ca 5 weken blijven.
      We komen daar al voor de 16e ,17e of 18e keer, en voelen het als ons 2e thuis.
      We zullen het missen, maar de hangmat hangt nu in Zuidhorn in de tuin. Maar daar is geen espresso en geen Frans brood.

      1. Het is voor mij altijd een vraag ‘hoe komt het toch dat stokbrood in Frankrijk zo anders knappert dan in hier thuis? Thuis ben ik zeer tevreden met mijn dagelijkse kopje espresso, maar de smaak van dat ene kopje in Café Central aan de Herrengasse 14 in Wenen weet ik nog als de dag van gisteren. Zou ik in Lisabon wonen, dan ik zou ik zo rond half tien met mijn ochtendkrantje het Café A Brasileira binnenstappen voor mijn dagelijkse espresso. Maar hoe denk ik dan terug aan mijn kopje espresso hier thuis?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *