De Omgekeerde Wereld is één van de bekendste onderwerpen op centsprenten. De oudste prenten, waarop een verzameling omgekeerde wereldtaferelen is afgebeeld, stammen uit Italië uit de tweede helft van de 16e eeuw. In de Omgekeerde Wereld zijn de relaties tussen mensen, dieren en voorwerpen omgekeerd. Daar bestraft het kind de ouder, het schaap jaagt er op de wolf, en wagens rijden op zee, terwijl schepen in de bergen varen. Omkeringen hebben de mensen van oudsher geboeid. Uit de Soemerische en Egyptische cultuur zijn daarvan afbeeldingen bekend en in een Middeleeuws handschrift zijn hazen afgebeeld die de jager aan het spit roosteren. Er heeft zich een omkeringscultuur ontwikkeld die ook tot uiting komt in feesten als onnozele kinderen, driekoningen en natuurlijk het carnaval, dat tot op de dag van vandaag uitbundig wordt gevierd. Feesten waarop kinderen, zotten en andere machtelozen even de baas mogen spelen. De Omgekeerde Wereld is één van de bekendste onderwerpen op centsprenten. De oudste prenten, waarop een verzameling omgekeerde wereldtaferelen is afgebeeld, stammen uit Italië uit de tweede helft van de 16e eeuw.
STRAATTAAL – LAATTAARST
- Dan werd er op straat geroepen ‘de omgekeerde wereld‘. Het zette ons alledaagse spel voor even op zijn kop, het deed ons kinderen de werkelijkheid net even iets anders zien.
- Straattaal is een spel met taal, dat binnen bepaalde groepen jongeren gespeeld wordt. Iets wat je doet om erbij te horen, en soms ook om onverstaanbaar te zijn voor buitenstaanders. Nederland is de afgelopen dertig jaar vertrouwd geraakt met ‘straattaal’. In buurten waar veel immigranten en kinderen van immigranten wonen, gebeurt het soms dat in het Nederlands dat onder elkaar (‘op straat’) gesproken wordt, allerlei woorden uit andere talen gebruikt worden. Surinaamse woorden, Marokkaanse woorden, Engels… Ook worden er woorden verhaspeld. Ze worden bijvoorbeeld achterstevoren uitgesproken.
- Straattaal is een spel met woorden dat niet alleen in Nederland enthousiast beoefend wordt, maar ook elders in de wereld. Overal waar jonge mensen met meerdere talen in aanraking komen, kán zoiets ontstaan. Malang, een stad op Java met één miljoen inwoners, wordt een lokale variant van het Javaans gecultiveerd waarin een heleboel woorden achterstevoren worden uitgesproken. Ze zeggen daar niet sekolah (‘school’) maar halokes. Ze rijden daar niet in een mobil (‘auto’), maar in een libom. En ze doen niet aan sek (‘seks’), maar aan kes. Deze taalvariant zou in de jaren veertig, tijdens de onafhankelijkheidsoorlog, ontstaan zijn, als een geheimtaal van Indonesische vrijheidsstrijders die onverstaanbaar wilden zijn voor Nederlanders. Na de oorlog is deze ‘manier van praten’ in Malang langzaam mainstream geworden, uitgegroeid tot een soort stadsdialect, dat gekoesterd wordt. Ze noemen het Boso Walikan (Javaans voor: Achterstevoren Taal), of ook wel – achterstevoren uitgesproken – Osob Kiwalan. (NRC, 15 mei 2020).
- Op voetbal was het Benny Brittein die uitgesproken goed was in het ‘achterste voren’. Niet op het veld maar in de kleedkamer. Zaten we na een verliespartij met gebogen hoofd triest naar de betonnen vloer te staren, dan nam hij een willekeurige medespeler bij de hand: Beter Bank, Pon van der Tennen of Ven Bermolen. Hij pepte ons op, we konden weer glimlachen. Hij had natuurlijk alles mee om daarin een voorganger te zijn, met hem kon niet teruggegrapt worden, hij was onaantastbaar, die Benny Brittein.
Eén antwoord op “ACHTERWERK IN DE KAST – DE OMGEKEERDE WERELD”