Het landgoed De Haere aan de N 337 nodigt voorbijgangers uit een bezoek te brengen. In het bezoekerscentrum is documentatie te vinden van de IJssellinie, de verdedigingslinie langs de IJssel. Van 1950 tot 1968 moest de linie ervoor zorgen om een onverhoopte opmars van het Rode Leger te vertragen door een brede zone langs de rivier onder water te zetten. De aanleg van de IJssellinie was zeer geheim en ook daarna wisten veel mensen niet hoe ingrijpend de plannen van de militairen waren. Door de inundatie zouden ongeveer 400.000 mensen moeten worden geëvacueerd.
Han Ponneker bezocht het landgoed en schreef in september 2017 het essay ‘Goedgelovig achter ketelmuziek aan’, over deze in het geheim ontworpen veilige zone tegen het ‘Rode gevaar’. Deze blog is een uitsnede en een bewerking.
- OP STAFKAARTEN VASTGELEGD
‘De expansiedrang van de Sovjet Unie noopte tot de oprichting van de NAVO en in het kader van de NAVO-defensie zou het gebied aan weerszijde van de Gelderse IJssel snel onderwater gezet moeten worden met als mogelijke prijs de verdrinkingsdood van mensen en tienduizenden dieren. Tien jaar eerder trokken de Duitsers vrijwel probleemloos om onze onneembare waterlinie heen, maar dit terzijde. Ditmaal echter zou de IJssel dankzij allerlei uiterst slim bedachte constructies van Arnhem tot Kampen een 120 kilometer lange en 10 kilometer brede barrière van water worden: dat zou de Russen leren! Wat de Nederlanders en hun NAVO waarschijnlijk niet en de Russen wel wisten, was een Sovjetplan. Dat voorzag om eventueel – nadat ondermeer Zwolle, Apeldoorn en Utrecht door lichte atoombommen waren vernietigd – in 6 dagen tot aan Den Haag door te stoten. De tot in detail nagetekende IJssellinie op Russische stafkaarten zou de opmars met plusminus 2 dagen vertragen.
Hoe kwam men op de gedachte om een waterlinie te creeeren? Dat was een reactie op het eerdere NAVO idee om nederland in tweeen te splitsen. Alles benoorden de Rijn, in eerste aanleg met uitzondering van de lijn utrecht, Hilversum en geheel Noord Holland, moest onverdedigd blijven en aan de sovjet-unie worden prijsgegeven. Van Zwitserland tot Nijmegen zou de zuidelijke Rijnoever verdedigd worden door Amerikaanse, engelse en Franse troepen. Teneinde over de Antwerpse haven te kunnen blijven beschikken zou de verdediging van Nijmegen tot Katwijk in tweede aanleg onder Nederlandse verantwoordelijkheid blijven, voor welk doel tenminste drie divisies nodig waren. Aan die wens kon het door de oorlog verarmde Nederland niet voldoen want alle middelen behoorden te worden besteed aan de wederopbouw. Het mag een wonder heten dat men ondanks de schaarste er in was geslaagd om toch nog twee complete divisies in het geweer te brengen, weliswaar met door de geallieerden achtergelaten verouderd materieel, maar toch. En een van de twee divisies bevond zich in Nederlands Oost-Indie teneinde de kolonie te behouden. Voor de samenstelling van een derde divisie – kosten een miljard toenmalige guldens – was geen ruimte om over die andere twee maar te zwijgen. Dus bedacht men in Nederland de list van een waterlinie.
- LIST EN BEDROG
De bouw en afbraak (1961) van die linie – want er resteren nog slechts enkele relicten als museumstukken – heeft de belastingbetaler miljoen gekost. Drijfveren die geleid hebben tot dit project zijn in het licht van toen heersende goedgelovigheid, het gebrek aan fantasie en professionaliteit, nog wel te begrijpen.
Geschutskoepel in een door de geallieerden achtergelaten Shermantank.
Huiveringwekkender echter zijn de daarmee gepaard gaande geheimzinnigheden geweest en het kwalijke en het onverantwoordelijke bedrog. Zowel kabinet als ons parlement zwegen, zelfs de Dienst Bescherming Bevolking was onwetend van hetgeen om zich heen gebeurde. Toen op enig moment bij wijze van proef een deel van het verdedigingsplan in werking trad, het water in de IJssel en IJsselmeer bij kalm weer ‘zonder aanwijsbare reden’ plotseling steeg en sommige landerijen in modderpoelen veranderden, vroeg de plaatselijke bevolking, inclusief burgermeesters, zich vertwijfeld af door welk natuurwonder Nederland getroffen was. In de langs de IJssel gelegen steden voerden de rioleringen het water niet meer af en stroomden toiletten over.
- BREINBREKER
De man in wiens brein dit alles was ontsproten was een jonge als notulist aan de Centrale staf toegevoegde kapitein, die het later nog tot staatssecretaris van Defensie zou brengen. Zijn naam was J.C.F. Haex en hij meende dat als je bij Arnhem en Nijmegen zowel de Rijn als de Waal zou afsluiten en al het water via de IJssel naar het IJsselmeer leiden, er tussen Arnhem en Zwolle een aardig stuwmeer zou ontstaan. In gecamoufleerde insteekhavens in Rijn en Waal moesten afzienbare pontons komen die in geval van oorlog als drijvende stuwen van oever tot oever gelegd konden worden en tot zinken konden worden gebracht, waardoor het water richting IJssel zou stromen. Bovendien zouden de sluizen bij Kornwerderzand, Den Oever en IJmuiden gesloten worden zodat het water van het IJsselmeer zou stijgen, waardoor water vanuit het westen naar de IJssel zou worden gestuwd. Dat het tuinbouwgebied in het Westland zou verdrogen of verzilten nam Haex op de koop toe. En zo geschiedde, hoewel de top van defensie aanvankelijk helemaal niets in het plan zag en het ook (achteraf) volstrekt zinloos was, maar in ieder geval minder onmenselijk dan het oorspronkelijke NAVO-plan.
- IN BETON GEGOTEN
In het diepste geheim werden begin jaren ’50 aan weerskanten van de IJssel kazematten gebouwd bestaande uit in beton gegoten en van motor en rupsbanden ontdane afgedankte Shermantanks, alleen de geschutskoepels staken er boven uit. Op verschillende plaatsen werden in de dijken langs de waterweg in kunstwerken verpakte stalen schuiven gebouwd die geopend konden worden waarna in korte tijd de valleien blank zouden staan. In de omgeving van het bosgebied rond het landgoed De Haere werden in de grond verscholen talrijke in metersdik beton gegoten commandocentra, kazematten en ander soort gevechtsinstellingen gebouwd, inclusief een hospitaal. Aan de westzijde van de rivier was het luchtafweercommando gehuisvest in een betonnen als boerderij vermomde rietgedekte vesting, inclusief staldeuren en voor de deur grazende paarden. Nog bestaande kazematten uit de Meidagen werden weer opgelapt. Kortom een waterlinie uit vorige eeuwen waaruit spijkerhard geloof in stilstaande techniek sprak. De vuurkracht moest worden opgehoest door verouderd materiaal uit een vorige oorlog. Het volgende militaire treffen en nu met de duivelse Sovjet Unie stond voor de deur, zo meende men. Eigenlijk moet men mededogen hebben met een krijgsmacht die overeenkomstig haar taak naar beste weten de krijgskunst beoefent, maar zich niet gesteund weet noch door voldoende feitenkennis, noch voldoende door volk en parlement. Enkele jaren later was het de S.U, die met haar Spoetnik als eerste de ruimte verkende.
- IN HET DIEPSTE GEHEIM
Een dergelijke opzet mag verbazingwekkend heten. Bij lezing van deze kleine geschiedenis valt men van de ene in de andere verwondering. Niet alleen de bevolking wist van niets, ook vrijwel de gehele volksvertegenwoordiging was volstrekt onkundig van de miljoenen die stiekem en onder haar ogen aan dit project werd besteed. De meeste bouwkundigen, aannemers en hun personeel wisten niet waar ze mee bezig waren. Een stoet BVD-ers liep in de tros mee om eventuele vragen met strak geregisseerde leugens en smoesjes te omzeilen. Deze zeer bekwame geheime agenten hielden het bij de bouw van de insteekhaven, stellingen en sluizen betrokken personeel nauwkeurige in de gaten en vooral ging hun aandacht uit naar de gesprekken met medereizigers van het per trein reizend en streng gescreend personeel.
De meest bedwelmende vorm van paranoia uitte zich in het verbod om werknemers van wie verwacht kon worden of van wie bekend was dat zij linkse sympathieën hadden – in feite degenen die niet op een christelijke of op een andere rechtse partij stemden – aan de IJssellinie te laten werken, gemiddeld 30- 40% van onze bevolking. Hoewel de militairen die later de stellingen moesten bewaken waarschijnlijk wel vermoedens hadden waartoe dit alles diende – zij hadden zwijgplicht – waren ook deze jongens op ‘linkse sympathieën’ gescreend: kennelijk alleen christelijke of rechts stemmende soldaten mochten zich ter plaatse bevinden. Er moeten toch ook, zo vraag je je nu af, wel enkele parlementariërs op de hoogte zijn geweest van dat 180 graden gedraaide denkkompas, of was het politieke inzicht zo weinig ontwikkeld als gevolg waarvan men geen evenwichtig oordeel kon vellen? Tot beter begrip moet ook overwogen worden dat men zich er zeer terecht van bewust was dat zonder de onmetelijke hulp van de Verenigde Staten tijdens WO-II, heel West- en Zuid Europa nu een Nazi-staat zou zijn. Niettemin wisten de inlichtingendiensten inmiddels dat de S.U. niet in staat was om West-Europa onder de voet te lopen.’
- NAWOORD
In het essay vraag Han zich verder af welke lessen geleerd zijn uit het verleden. De les van de IJssellinie, waarbij sprake was van het gebrek aan eigen mening en volgzaamheid. ‘Het was mode om bang te zijn voor Russen en wellicht was dit de enige grond voor een ‘mening’. Oordelen kun je weerleggen, maar de welig tierende vooroordelen in die tijd lieten dat kennelijk niet toe. Het was goedgelovigheid en overmatig ontzag van onze regering voor de V.S., wier toenmalige politieke en morele opvattingen zo smartelijk verschillen met de huidige.’ Ook bij eigentijdse militaire vreedzame operaties, zoals in Uruzgan, herkent hij een zekere lichtzinnigheid van het kabinet en de krijgsmacht. ‘Onze hulp mag dan het antwoord zijn op een verzoek van de VN, maar dat bouwwerk is waar het Afghanistan betreft, inmiddels zelf onder invloed van de Verenigde Staten onderdeel van het probleem geworden. Ons kabinet had beter moeten weten.’ Ze gaan in zijn woorden weer ‘Goedgelovig achter ketelmuziek aan’.
De voormalige burgemeester van Deventer, Henri Lenferink, vertelde jaren geleden dat hij de pers had gehaald door in een interview aan te geven zijn stad tanks ging verkopen. Dat betroffen dus de in beton gegoten restanten van tanks uit de Tweede Wereldoorlog. (Mogelijk speelde in die periode ook het besluit van de Nederlandse regering om te stoppen met onze tankdivisie, wat het persbericht uit Deventer mogelijk extra aandacht bezorgde).