LOGBOEK – week 50 – 2020

  • DONKERE DAGEN ROND KERST

Loof Leemans. Leidsch Dagblad, 10 december 2020.

‘Niet alleen de kerstbomen worden tegenwoordig omgewikkeld met een snoer van lampjes. Nee, het is al enige jaren een uit Amerika overgewaaid gebruik om complete woningen in te pakken met een wirwar aan lintlichtjes. Ook in Leiden en de regio zijn tal van voorbeelden te vinden van woningen waar de energierekening in de laatste maand piekt door al het buitenschijnsel. (..) De een vindt het een vrolijk beeld in de donkere dagen, de ander gruwt van zoveel wansmaak. Die tweedeling heeft nu in Amsterdam geleid tot de aankondiging van een heus lichtplan. Het hoofdstedelijk gemeentebestuur meent dat vooral het historische stadsgezicht met zijn monumenten beschermd moet worden tegen allerlei goedbedoeld kunstlicht in de weken voor Kerstmis. ’Er komt een verlichtingsloket waar iedereen zijn verlichtingsidee moet aanmelden’.

  • ‘WELLUS – NIETUS’

Joost Zaat. Volkskrant, 6 december 2020.

Coronamaatregelen leiden altijd tot Hoekse en Kabeljauwse twisten: mondkapjes, teststrategie, hydroxychloroquine, monoclonale antistoffen, corona-app, vaccins, afstand houden, ventilatie, en school- of horecasluiting. Er is geen aandoening waarover de koppen zo verhit raken als covid-19. Zelfs als onderzoek herhaaldelijk laat zien dat iets niet helpt (hydroxychloroquine bijvoorbeeld) is dat voor gelovers niet genoeg. 

Als je geen mondkapje kunt dragen, kun je aan je dokter gewoon een verklaring vragen, zei de overheid vorige week bij de introductie vrolijk. De mondkapjesverplichtingsdag is dus nog niet eens halverwege als de assistentes verzuchten wat ze moeten met de tien mensen die nu al een doktersverklaring willen voor het niet dragen. 

Maanden soebatten politici en beleidsmakers over het nut en dan nog regelen ze overheidsinformatie niet goed. Het is hartstikke duidelijk dat de vermeende bijwerkingen er niet zijn: je valt er niet door flauw, je zuurstofgehalte daalt niet, je tanden rotten niet uit je mond en je gaat er zeker niet dood door. Chirurgen hebben hun tanden en hun leven nog terwijl ze die dingen de hele dag dragen, net als ik als ik spreekuur doe. Zo’n kapje maakt niet minder vrij.

Als onderzoek aantoont dat er wel degelijk groot effect van vaccins is – al weten we lang niet alles nog – is dat voor de vaccinongelovigen reden dat te betwijfelen. Als onderzoek aantoont dat mondkapjes ietsje helpen, houdt de ‘chef corona-advies’ op de verplichtingsdag nog vol dat het effect twijfelachtig is. Al die ruzie-energie is verspild en wat daarbij vooral niet helpt, is de falende communicatie van boven.

Grote woorden en valse overheidsbeloften voeden wantrouwen en complotdenken. En daar moet ik dan weer tegen knokken. Ik geloof best in goede bedoelingen en dat ze bij VWS hard werken. Maar te grote ego’s en ijdelheid aan de top, dat zijn helaas ongeneeslijke aandoeningen.


  • VERVOER & VERBLIJF

Volkskrant, 7 december 2020

‘Het station van Nijmegen gaat op de schop. Rond het spoor verrijzen de komende jaren appartementen, kantoren en winkels. Er komt een spiksplinternieuw congrescentrum naast het station, twee hotels en een ondergrondse fietsenstalling. En o ja: er gaan ook meer treinen rijden.’

‘Nijmegen kampt met grote woningnood. De komende jaren moeten er duizenden nieuwe woningen worden bijgebouwd. Tweeduizend daarvan komen rond het station, in een zone met winkels, horeca, maatschappelijke voorzieningen en een groene corridor naar de Waal.

Het station van de toekomst is een ‘hub’, staat te lezen in Station Nxt, de toekomstvisie van spoorbeheerder ProRail. Waar je kunt overstappen van het ene vervoermiddel op het andere: trein, bus, fiets, tram, taxi. Maar ook een plek om af te spreken, te vergaderen, te werken, te sporten, of een hapje te eten. En na gedane arbeid eventueel te overnachten. Een knooppunt dat niet alleen spoorlijnen maar ook mensen verbindt. ‘Een verlengstuk van onze woon- en werkomgeving. Een bruisende plek waar mensen graag willen verblijven.’ De achterkant van het station was van oudsher de plek waar de ongure buurten van de stad zaten. ‘Nu zie je dat daar juist hippe nieuwe wijken ontstaan. Niet alleen in Nijmegen, maar ook in steden als Breda en Tilburg.’

Tot 2030 moeten in Nederland een miljoen woningen worden bijgebouwd. De afgelopen decennia werd er veel gebouwd in weilanden rond de stad. Tegenwoordig kiezen steden juist voor ‘verdichting’: bouwen binnen de stad. Stationsgebieden zijn daarvoor bij uitstek geschikt, zegt Van Oort (bureau KCAP – betrokken bij stationsontwikkeling Eindhoven). Met hoogbouw dicht bij het openbaar vervoer, en een netwerk van voorzieningen bij de hand. Dat biedt kansen om ze te laten uitgroeien tot nieuwe centra van wonen en werken. ‘Stations worden de verblijfs- en ontmoetingsplekken van de toekomst’, voorspelt Van Oort.’


  • KATHEDRALEN

Zoals in de 19de eeuw worden stations niet meer gebouwd. Evengoed wordt hard gewerkt aan hun eerherstel als pleisterplaats voor de reiziger.

Sander van Walsum. Volkskrant, 7 december 2020.

De grandeur van stations uit de 19de eeuw: de monumentale wachtruimte van station Groningen. Beeld Harry Cock / de Volkskrant

‘In de stations van de 19de eeuw werd ‘een choreografie van twee elementen’ uitgevoerd, zegt architect Hans van der Heijden: een samenspel van de moderne tijd, met stomende en stampende locomotieven, en een geïdealiseerd verleden dat gestalte kreeg in rijtuigen die naar koetsen waren gemodelleerd (net als de eerste auto’s trouwens) en stationsgebouwen in neostijlen.

De kwaliteiten van het station werden ogenblikkelijk onderkend door schilders, dichters en schrijvers. ‘De trein speelt in de poëzie een evident grotere rol dan de bus, het vliegtuig, de brommer, de luchtballon, de fiets en de auto bij elkaar’, schreef Maarten Asscher in een ode aan het oudste van de moderne vervoermiddelen. ‘Daar snuift, schokt, hijgt het monster al, bezield door zijn metalen kracht’, dichtte Giosuè Carducci in 1875. ‘Het gedicht klinkt en knarst en sist van de voor ons ouderwetse, maar voor Carducci nog fonkelnieuwe treingeluiden, in talloze weergalmende, allitererende medeklinkers’, schreef Asscher bewonderend.

In (al dan niet verfilmde) romans dient het station als decor van een traag afscheid van een geliefde. Van soldaten die opgewekt naar het front vertrekken. Het station markeert het begin van verre reizen naar het onbekende, maar het kan ook het noodlot aankondigen. Volgens schrijver Kathy Mathys ligt de tragiek van Anna Karenina al besloten in het feit dat zij haar geliefde op het station ontmoet, want Tolstoj verfoeide treinen. ‘De spoorweg verhoudt zich tot reizen zoals prostitutie tot de liefde,’ zou hij hebben gezegd.

Halverwege de vorige eeuw degradeerden de auto en het vliegtuig de trein tot het aangewezen vervoermiddel van forenzen, dienstplichtige militairen en studenten. Spoorlijnen werden opgedoekt, kleine stations werden verminkt tot abri’s met een grote aantrekkingskracht op graffitispuiters, of werden – erger nog – gesloopt. ‘Het is alsof je plotseling een rouwkaart op de deurmat vindt’, schreef Wim de Wagt in de jaren negentig over de sloopwoede van de NS.

Prachtige stations (zoals die van Amersfoort en Hilversum) werden vervangen door civieltechnische flirts met de vliegveldarchitectuur. ‘Supersnelle treinen zijn van binnen en van buiten glad gemaakt, en doen gladde stations aan’, zegt Hans van der Heijden. ‘Daarmee heeft deze manier van reizen sterk aan kwaliteit ingeboet.’ In romans en films brengt het verzakelijkte station eerder verlatenheid dan verlangen tot uitdrukking.

De laatste jaren lijken de NS en de andere betrokken partijen op hun dwalingen van de voorgaande decennia terug te komen.’


  • DRIE ZOENEN

‘Wij deden drie zoenen, bij binnenkomst en bij vertrek. Ja, nu klinkt dat gek.’ Yentl Schieman en Christine de Boer zingen hun komisch weemoedige lied Aanraking fraai tweestemmig, begeleid door accordeon en gitaar. Achter hen wordt het verlaten rode pluche van De Kleine Komedie in Amsterdam sfeervol verlicht. Yentl en De Boer zitten in het vakje van 2 december van de adventskalender van de Kleine Komedie, die vorige week online is verschenen. Elke dag opent ’s middags om 12 uur een nieuw vakje, met een korte (gratis) bijdrage van steeds een andere artiest. In de zes dagen sinds 1 december is de kalender al ruim 640 duizend keer bekeken.


Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *