LOGBOEK – week 13 – 2021

  • ZONDAG MET LUBACH

Nick de Jager. Volkskrant, 30 maart 2021.

Zondagavond kwam het succesvolste satirische programma van het afgelopen decennium tot een einde. Zelden had een show in Nederland zo’n invloed op de maatschappelijke agenda als Zondag met Lubach’.

‘Het programma heeft laten zien dat satire invloed kan hebben. ‘Zondag met Lubach’ deed vaak een call to action, zoals wij dat noemen: een oproep aan het publiek of een bewind om actie te ondernemen. Het meest bijzondere voorbeeld daarvan, was de petitie tegen ‘de sleepwet’ (Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, red.) in 2017. Die had echt politieke consequenties.’



  • ZONDAG IN DE KERK
Beeld: AD.

Arnout le Clercq. Volkskrant, 29 maart 2021.

Bij kerkdiensten in Krimpen aan den IJssel en op Urk zijn verslaggevers aangevallen door kerkgangers. De journalisten waren daar om verslag te doen van de grootschalige kerkdiensten in de gereformeerde dorpen. Ondanks de coronamaatregelen worden de diensten bijgewoond door honderden gelovigen. Kamerleden van meerdere partijen hebben de aanvallen scherp veroordeeld.

Voor de deur van de Krimpense Mieraskerk werd een verslaggever van RTV Rijnmond van achteren aangevallen en in zijn buik getrapt. Bij de Sionkerk op Urk reed een auto in op een journalist van PowNed. Hij werd belaagd en geschopt. Ook andere journalisten zijn lastiggevallen. Zo werd de auto van een verslaggever van regionale krant de Stentor met eieren besmeurd. De omroepen hebben de beelden van de geweldsincidenten kort erna online gezet.

Wim Dekker, Sociale vraagstukken, 29 maart 2021

Het conflict zoals dat zondag tot uitbarsting kwam zat er aan te komen. Al langer neemt een deel van de reformatorische kerken afstand van het coronabeleid. Ze zijn niet langer bereid af te zien van de zondagse kerkgang, het wekelijkse heilige ritueel. Sterker nog, zij beleven de oproep om niet naar de kerk te gaan als een ondermijning van de godsdienstvrijheid, een gebrek aan respect voor dat wat heilig is. En zij ontwikkelen daar allerlei rationalisaties bij waarin het gevaar voor verspreiding van corona gerelativeerd wordt.


‘DE VIRUS HEEFT ONS GEZIEN’

Volkskrant, 30 maart 2021.

  • ‘Dat is het systeem waar we in zitten, een draaiend rad dat we alleen met een geweten tot stilstand kunnen brengen.’ (Ramsy Nasr).

‘Als kind heb ik genoten van Zwarte Piet, maar ik besef nu hoe racistisch dat is. Het kwetst mensen onnodig en dus moet je het afschaffen. De vleessector idem dito. Ik was de grootste vleeseter die je je kunt voorstellen. Ik heb lang biologisch vlees gegeten. Maar dat is bijna nog slechter voor de planeet dan de bio-industrie, omdat deze dieren langer leven en dus meer eten. Nóg meer ontbossing, nóg meer vervuiling – bovendien is dat eten nodig om mensen te voeden. Dan zit er maar één ding op: stoppen ermee.’

‘Een voorbeeld: in Oeganda pompen een Chinees en een Frans bedrijf olie op… Ja, ik zie je al zuchten, maar wacht. Die bedrijven zijn formeel gevestigd in Amsterdam. Waarom? Vanwege ons gunstige belastingklimaat, dat belastingontwijking faciliteert. Zodoende loopt Oeganda de komende jaren naar schatting 287 miljoen dollar aan dividendbelasting mis. Ze hadden dat geld daar goed kunnen gebruiken, omdat ontwikkelingslanden als Oeganda nu al hard worden getroffen door de klimaatverandering als gevolg van onder meer de olie die daar is opgepompt. Na verloop van tijd komen Oegandezen wellicht als vluchtelingen hierheen. We noemen ze dan gelukszoekers, terwijl wijzélf ze de mogelijkheid tot welvaart en geluk hebben ontnomen, en daar zelfs financieel van hebben geprofiteerd.’

‘Je kunt doen alsof we hier alleen zijn en overal recht op hebben. Maar dat is niet zo. Daarom hou ik ook niet van het christelijke idee van rentmeesterschap, de mensen die als rentmeesters heersen over de natuur. Nee! Wij zijn onderdeel van de natuur. De miljoenen dieren die wij slachten zien ons. Als je in het strenge poolgebied een steen verplaatst, dan verbreek je een systeempje dat er eeuwen over deed om zover te komen. Die rotsen zien ons. Het virus heeft ons gezien, en vond een kier om binnen te dringen. En als we zo doorgaan met de planeet, zullen we steeds vaker ervaren dat die planeet ons ziet.’


  • ONTSTELTENIS
Beeld ANP.

Vrijdag, 2 april 2021.

‘Het is niet vanzelfsprekend voor mij dat Rutte het vertrouwen krijgt om het voortouw te nemen in een volgende fase van een verkenning’, zei D66-leider Sigrid Kaag in het nachtelijke debat over de gebeurtenissen in de verkenningen. ‘Een motie van afkeuring is een heel zwaar middel. Mijn vertrouwen in Rutte heeft een forse deuk opgelopen. De afstand tussen ons is groter geworden. Dat betreur ik en dat neem ik hem ook kwalijk. We moeten het vertrouwen herstellen in de rechtsstaat, in de politiek. Ik heb mijn twijfels over de ontkenning en over de verdediging van de heer Rutte vandaag. Ook gezien het patroon.’


Sander van Walsum. Volkskrant, 2 april 2021.

‘In het lijdensverhaal van Jezus, dat in de Goede (of Stille) Week voor Pasen in vele talen wordt verteld, speelden de mannen per saldo geen heldenrol. Judas kuste Jezus in de tuin van Getsemane, als teken aan de Romeinse soldaten die verderop stonden te wachten: ‘Hém moeten jullie hebben.’ De discipelen probeerden de aanhouding van Jezus te verijdelen (waarbij een van hen het oor van een belager zou hebben afgeslagen), maar namen de benen toen Jezus hen opriep het verzet te staken.

Vervolgens waren het overwegend vrouwen die zich om Jezus zouden hebben bekommerd. Drie Maria’s in het bijzonder: Maria de Moeder, die in de rooms-katholieke kerk als de heilige Maagd Maria wordt vereerd, Maria van Magdala, beter bekend als Maria Magdalena, en Salomé – die ook Maria wordt genoemd. Zij zouden, volgens sommige evangelisten althans, aan de voet van het kruis hebben gezeten. En op Paasochtend trokken zij naar het graf van Jezus om hem alsnog te balsemen. Volgens de evangelist Johannes was Maria van Magdala de eerste die de opgestane Jezus ontmoette.


  • HIJ STAPTE …

Joris van Casteren. 29 maart 2021.

‘Japi sprong niet van de Waalbrug, hij stapte. Het was op een zomermorgen om half vijf, toen de zon prachtig opkwam, aldus Nescio in ‘De Uitvreter’ (1911). ‘Maak je niet druk, ouwe jongen,’ zei Japi tegen de wachter die hem te laat in de gaten kreeg.

De onbekende met wie ik 110 jaar later te maken krijg sprong evenmin, ook hij stapte. Niet van een brug bij Nijmegen maar op het metrospoor bij Duivendrecht, waar vroeger de weilanden lagen waar Nescio graag wandelde.

Beeld Merel Corduwener

In Japi’s kamer hingen briefjes aan de muur met ‘G.v.d.’ en ‘Ziezoo’ er op. Hij had Koekebakker een kaartje gestuurd waar op stond dat Jeanne op wie hij verliefd was geweest aan haar borstkwaal was gestorven.

Misschien heeft de onbekende man ook een kamer waar briefjes hangen. Zou hij eveneens omwille van de liefde tot zijn verdrietige daad zijn gekomen? Hij heeft niemand meer willen zijn, zijn naam uit schaamte of woede uitgevlakt.

Het gebeurde op vrijdag 5 februari, in de bocht tussen de haltes Van der Madeweg en Venserpolder. Pittoresk als het zicht vanaf de Waalbrug is het hier niet, al geruime tijd dringt een plaatselijke werkgroep bij de gemeente Ouder-Amstel aan op renovatie van dit stuk niemandsland. Het gebied, aldus de plaatselijke werkgroep, wordt als gevolg van slecht onderhoud en nalatig beheer door reizigers en omwonenden ervaren als ‘een van de meest deprimerende locaties in Duivendrecht’. Beton, staal, plukjes groen, dat is het wel zo’n beetje. Duizenden liters spuitverf en latex zijn hier in de loop der jaren tegen de muren gegaan. De onbekende was geen onoplettende graffiti-artiest, verongelukt aan de voet van een onvoltooide schildering. Dat scenario is onderzocht en verworpen. Geen camera registreerde hem, vermoedelijk is hij ergens over een hek geklommen.

Ik denk aan de metrobestuurder. In 2017 werkte ik aan een ‘Een botsing op het spoor’, een literair journalistieke reconstructie van een dubbele zelfmoord (moeder en dochter) met hun vijf honden bij Nijmegen. Ik sprak onder meer met de machinist, een sympathieke man die naar de boekpresentatie kwam, onderdeel van een Nijmeegs literatuurfestival. Daar was ook de enige overlevende van het drama aanwezig: een van de honden, met haar nieuwe eigenaren. Ik zag hoe de machinist het grommende hondje aaide. De gesprekken met de machinist staan in mijn geheugen gegrift, enigszins meen ik me te kunnen verplaatsen in wat de metrobestuurder heeft doorstaan. Bij wijze van kennisgeving, het hoeft niet te worden opgevat als uitnodiging, geef ik het tijdstip van de uitvaart door aan de leidinggevende, die waardeert het zeer.

Muziek van Charles Ives (1874-1954): The South Wind, door Tuinman uitgekozen. Een lied over de lente, die altijd weer komt, als verlosser van de dode winter. De uitvaartleider houdt een praatje. We zijn bijeengekomen voor een onbekende man. We weten zijn naam niet, we weten niet wanneer hij is geboren. Had hij kinderen? Zou er ergens nog familie zijn? Na Tuinmans gedicht opnieuw muziek. Het laatste stuk is het door een onbekende geschreven Schotse lied Remember me my dear, vertolkt door het Hilliard Ensemble. Op de klanken daarvan lopen we achter de kist aan naar buiten.


Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *