- KNUFFELS (3)
NRC. 15 juli 2021.
Toen wetenschapsredacteur Gemma Venhuizen begin juli in de NRC over haar ongewassen knuffel schreef kreeg ze post. Voor Japie.
‘Beste Japie”, stond er boven diverse mailtjes die ik deze maand ontving . Ze waren niet voor mij, maar voor mijn 35-jarige knuffelaap die nog nooit in de was is geweest. Ik had me schrapgezet voor honende lezersbrieven (‘waarom slaapt een volwassen redacteur met een knuffel?’), maar het tegendeel bleek waar. Japie kreeg fanmail. Soms zelfs geschreven uit naam van andere knuffels, die hem vertelden dat zij óók nooit in bad hoefden van hun volwassen baasjes. (Alhoewel één knuffel liever sprak over „maatje” dan „baasje”.)
Yolande Boermans stuurde de oudste knuffelfoto’s in: „Teddy is inmiddels zestig jaar, Rosie vijf jaar ouder en Jokko nog ouder. Ze zijn nooit gewassen. Teddy heb ik gekregen toen ik net geboren was, Rosie heeft mijn zus vijf jaar daarvoor gekregen en woont sinds drie jaar bij mij. Jokko is nog van onze moeder geweest. Zij heette Ted en werd door de kleinkinderen oma Teddybeer genoemd.”
Knuffelaap Barrie en knuffelmarmot Tinus kwamen in 2012 bij Hay Kranen (37) en zijn vriendin Lotte (38) in huis via een vrijmarkt. Hay: „Ik slaap altijd met Barrie en Lotte met Tinus. Soms ben ik daar jaloers op, omdat Barrie een permanente existentiële crisis heeft en Tinus altijd blij is. Maar het is zoals het is: knuffels kiezen jou uit, niet andersom.”
- EEN BLIK OP DE TOEKOMST
Wouter van Noort. NRC. 11 juli 2021.
Interview met Stadmaker Floor Ziegler. Zij loopt dagelijks door wijken in Nederland. Wat ze hoort: regelzucht verpest het eigen initiatief van bewoners.
Ziegler hoort sinds de pandemie veel meer geluiden zoals dat van een teleurgestelde man op een terras. „‘Nou, die politiek, die liegt en bedriegt, en zit er niet voor ons, die neemt ons niet meer serieus’ – dat hoor ik dagelijks. Het valt mij op hoe breed dat gedragen wordt: in rijke wijken, arme wijken. Ik hoor ook steeds minder het tegenovergestelde – optimisme over de politiek en de overheid is ver te zoeken.”
Mensen zijn, na een korte opleving van solidariteit in de eerste coronagolf, merkbaar somberder, moedelozer, zegt ze. „Mensen kruipen terug in hun schulp. Mensen die denken: al die maatschappelijke problemen zullen mijn tijd wel duren. Veel mensen zijn zeer pessimistisch over de toekomst. Vrijwel alle jongeren die ik spreek hebben grote zorgen over planeet en klimaat. Mensen geloven niet meer in de grote systeemverandering. Omdat het zó groot is, dat ze denken: daar heb ik geen invloed meer op.”
Zo cynisch als nu heeft ze de stemming niet eerder meegemaakt, zegt ze. Ze heeft na al die jaren wandelen en luisteren in wijken en straten wel een diagnose, en een oplossing, denkt ze. Overheden en de ambtenarij dwarsbomen vaak precies wat het leven voor mensen de moeite waard maakt, volgens haar. Door bemoei- en regelzucht smoren ze het enthousiasme van bewoners te vaak in de kiem. Ze ziet het verminderen van bemoeienis en juist het stimuleren en financieren van éígen initiatief als een sleutel voor het oplossen van allerlei grote maatschappelijke problemen. In de huidige maatschappelijke systemen zit iets dat mensen „ontzield maakt”, en cynisch, denkt ze.
Op veel plekken in Nederland ziet zij mensen die initiatief nemen, die bijvoorbeeld een buurttuin onderhouden of een energiecoöperatie hebben opgezet. Volgens Ziegler is bijdragen aan een gemeenschap, aan je eigen leefomgeving, het wezenlijkste in een mensenleven. „Dat maakt ons gelukkig, verbonden met elkaar en geeft zin aan het leven. Dat maakt ons land, de stad, het dorp een leefbare plek. Ieder mens dat opstaat en zich gaat inzetten voor een betere wereld moet op een voetstuk worden geplaatst, bejubeld, gesteund en worden geholpen. Geen commissie mag dit beoordelen, geen regeling mag dit in de weg staan, geen systeem mag daarover gaan.”
NOODWEER
Marc Leijendekker. NRC, 15 juli 2021.
Delen van Nederland, en vooral van Duitsland en België zijn zwaar getroffen door overstromingen na overvloedige regenval.
In één, hooguit twee dagen is in het westen van Duitsland, het oosten van België en het zuiden van Nederland evenveel regen gevallen als anders in twee maanden. En de bodem was al verzadigd. Rivieren overstroomden, hier en daar brak een dijk door of werd een brug weggeslagen, honderdduizenden mensen kwamen zonder stroom of drinkwater te zitten, op veel plaatsen viel het treinverkeer stil en werden doorgaande wegen onbegaanbaar. De voorlopige balans, donderdagavond: zeker 93 doden en honderden vermisten in Duitsland, vijftien doden in België. Niemand durfde nog een schatting te maken van de schade, maar nu al is duidelijk dat die in de tientallen miljoenen zal lopen.
- Peter Rudolf de Vries (1956 – 2021)
Een ‘pitbull’ of een ‘bloedhond’ was hij, de fanatieke misdaadjournalist Peter R. de Vries. Als hij onrecht zag en het raakte hem, toonde hij grote betrokkenheid.
Kim Bos. NRC, 15 juli 2021.
In zijn laatste aflevering van RTL Boulevard, waar hij geregeld zijn opwachting maakte als misdaadexpert, besprak Peter R. de Vries (1956, Aalsmeer) een rechtszaak over de moord op een kapper, die op 1 oktober 2019 doodgeschoten werd gevonden in zijn auto op een parkeerterrein in Duivendrecht, terwijl op de achterbank zijn dochter van veertien maanden zat. Dat deed De Vries met een uitgestreken gezicht en weinig emotie in zijn stem, zoals altijd als het om serieuze zaken ging. Hoewel hij na zijn item nog in de studio bleef, bemoeide hij zich niet met de andere onderwerpen – de Duitse les van Chantal Janzen, het afscheidsfeest van Gordon en de jurk van koningin Máxima. En na de uitzending ging hij, zoals altijd, direct weg, naar zijn geparkeerde auto. Deze klus was geklaard, hij had nog meer te doen.
- BROCANTE
In de Volkskrant (17 juli 2021) lees ik een herkenbare sfeertekening van een brocante markt, hier wordt die van Reims beschreven. Op verschillende plekken in Frankrijk slenterden we op een zondag door de gangen van zo’n hal, waar door de week groenten, fruit of vee werden verhandeld, en lieten onze ogen langs de uitgestalde spullen gaan en af en toe namen we iets op en zochten naar een prijskaartje of stickertje. De handelaar kwam uit zijn campingstoel omhoog en wist dat het wel heel bijzonder was wat wij hadden opgepakt, enig in zijn soort, de prijs? In geen enkele verhouding met dit unieke vaasje.
De marktmannen in Reims hebben zich geïnstalleerd in het decor van hun eigen handelswaar. De gebloemde plastic retro-stoeltjes, het Perzisch tapijt, de wijnglazen van donkerrood glas ooit bedoeld voor de mis: de spullen hebben lang genoeg gewacht op kopers. Het is tijd voor rosé.
Het is even na elven, halverwege hun tweede fles wijn, en in de markthallen van Reims duiken overal soortgelijke taferelen op. Witte kleedjes worden uitgerold over vintage-meubels, uit plastic trommels komt ham tevoorschijn, achter de rekken met oude legeruniformen zitten handelaren gezellig te pimpelen.
Tussen de geïmproviseerde picknicks ligt een wereld aan spullen uitgestald. Van hutkoffers en antieke secretaires tot champagneglazen, kanten rokken en beduimelde pornoblaadjes – een walhalla voor iedere verzamelaar. Maar de brocante van Reims is niet zomaar een plaats voor schatzoekers en koopjesjagers. Hier wordt op deze zondag de Franse geschiedenis geëtaleerd en gedeeld.
Vlooien op de markt
Over de Franse liefde voor brocante worden de mooiste verhalen verteld. Het fenomeen gaat terug tot de Middeleeuwen, met straatverkopers die goede handel maakten van de verkoop van gebruikte spullen. Niet zelden zaten hun waren vol vlooien, vandaar de term vlooienmarkt, marché aux puces.
Onder Zonnekoning Louis XIV zou de informele handel buiten de stadspoorten zijn gereguleerd. Om dieven en oplichters te ontmoedigen moesten handelaren hun waren prijzen en registreren. Zo gaat dat feitelijk nog steeds; de marktlui in Reims zijn geregistreerd als professioneel handelaar en moeten hun waren opgeven in een politieregister.
De brocante van nu is volgens de overlevering te danken aan de Franse Revolutie. De schatten die buitgemaakt werden op kerk en adel zouden publiekelijk zijn verkocht om de staatskas te spekken. Zelfs de goede smaak democratiseert; om antiek te waarderen en verzamelen hoef je als Fransman niet langer een aristocraat te zijn.
In Parijs ging ik nog wel eens naar de vlooienmarkt van Saint-Ouen. Dat is bijna een wijk op zichzelf. Maar onverwachte koopjes vind je daar ook niet meer.