Ontwerpers opereren veelal op grote afstand van het dagelijkse leven. Het ‘straatrumoer’ ontbreekt nog te veel in schetsontwerpen. Mensen figureren daarin als passieve poppetjes in een door ‘hogerhand’ geregisseerd stedelijk proces. Dit proces verloopt over gebaande paden. Verwondering alom over de zogenoemde olifantenpaadjes. Burgers doen het verkeerd, zo moeten zij zich niet verplaatsen. dat was niet de bedoeling. Dit geïllustreerd met foto’s van Jan Dirk van den Burg:
- GEPLANDE- VERSUS LEEFWERELD
De ruimtelijke ordening behoort toe aan planningsdeskundigen, geschoolde professionals die vanaf een zekere afstand en beschouwingen hun plannen ontwikkelen en ontvouwen, die richting geven aan het bouwen en wonen. De geplande werkelijkheid wordt geïnitieerd en gelegitimeerd door bestuurders en beleidsmakers van overheden – rijk, provincies en gemeenten – en private instellingen zoals woningbouwcorporaties en projectontwikkelaars. Partijen die hun (toekomst)visie op de betreffende openbare ruimte trachten te verwezenlijken via plannen, procedures, wetten en regels. Daar staat de geleefde wereld tegenover en is de spanningsrelatie aangegeven tussen de geordende stedelijke ruimte en het dagelijkse samenleven. De geleefde wereld, de vormgeving van het dagelijks leven, onttrekt zich aan vaste regels, het is een wereld van het ongewisse. Met hun hinkelbaan nemen kinderen de geplande ruimte in bezit, op een manier die niet van te voren is bedacht. De hinkelbaan contrasteert met de borden die beheerders in het openbaar gebied ophangen met hoe mensen met elkaar moeten omgaan. Op deze borden en op de plattegronden en tekeningen van de planners staat niet hoe dagelijkse routines verlopen, wel hoe ze normatief zouden moeten verlopen. Niet verhaald is hoe mensen naar school gaan, hun boodschappen doen, hun praatje maken, opstappen op de bus naar het werk. Hoe ze gebruik maken van de voorzieningen, deze delen met anderen, vaak gelijkgestemden in de zin van leefstijl, milieu en cultuur, of deze voorzieningen tevens mijden.
- OP ZOEK NAAR HET ALLEDAAGSE
Tegenover de professionele praktijk staat een ontwerppraktijk die veel meer denkt en werkt vanuit wat mensen ervaren, beleven en zo vorm geven aan de openbare ruimte. Zij bemiddelen als het ware tussen de alledaagse leefwereld en de systeemwereld. de stedenbouw is het begrip mentaal landschap (‘mindscape’) de laatste decennia in opkomst om de interpretatieve betekenis van een landschap te benadrukken. Stedenbouwers, architecten en planologen zijn naarstig op zoek naar indicatoren om de mentale, sociale, culturele en historische dimensies van ruimte te implementeren, nu de beperkingen van de fysiek-deterministische stedenbouw alom onderkend wordt. De mens schikt zich niet alleen naar de ingerichte ruimte, maar geeft daar ook een eigen invulling aan. Hoe mensen dat doen is het professionele perspectief geworden voor een ontwerpend onderzoeker. [1] In de analyse van een ontwerpend onderzoeker wordt de relatie gelegd tussen wat genoemd wordt ‘de zachte stad’ van de alledaagsheid en die van de ‘harde stad’ van de stenen. [2] Met een alledaagse perspectief geeft de ontwerpend onderzoeker inzicht hoe plekken in openbaar domein verbonden zijn met de vorming van identiteiten, en hoe deze wereld zich verhoudt tot de wereld die achter de tekentafels en vergadertafels bedacht en vormgegeven wordt. [1)
‘Gebiedsontwikkeling.nu’ – een platform van de TU Delft – stelt dat de tijd voorbij is dat de architecten en stedenbouwkundigen vanuit een ivoren toren in witte doktersjassen vanaf een tabula rasa hun ontwerpen maakten. Menige gebiedsontwikkelingsopgave ligt in de bestaande stad of dorp met zijn tradities, maatschappelijke, sociale en politieke verhoudingen en wil daar rekenschap van geven.De kracht van ontwerpers wordt ingezet om de opgaven scherp te stellen, actoren te verbinden en de oplossingsruimten te vergroten. Ontwerpend onderzoeken heeft een onmisbare meerwaarde bij het ontwerpen van een nieuwe horizon in steden en dorpen.
- Boomen, T. van den, Frijters, E., Assen, S. van & Broekman, M. (red.) (2017). Stedelijke vraagstukken, veerkrachtige oplossingen: Ontwerpend onderzoek voor de toekomst van stedelijke regio’s, Trancity Valiz, Amsterdam.,
- Reinders, Leeke.(2013). Harde stad, zachte stad: moderne architectuur en de antropologie van een naoorlogse wijk. Delft: TU Delft.
- Narratieve cartografie, het laten tekenen van kaarten over het alledaagse gebruik van een een dorp of stad, is een beproefde onderzoekstechniek bij het ontwerpend onderzoeken. Leeke Reinders maakte hiervan gebruik bij zijn in noot 2 genoemde onderzoek. De kaarten laten zien hoe in zijn geval de inwoners van Zaanstad hun buurt, wijk en stad construeren door hun dagelijkse praktijken van het komen en gaan van werk en school, het boodschappen doen, de hond uitlaten, e.d. Activiteiten waarmee deze bewoners de ruimte constructureren, hun geschiedenis maken, hier vertrouwd mee raken door het trekken van grenzen en scheidslijnen in de onderlinge relaties tussen mede gebruikers van deze ruimte.
Nagekomen bericht: Hoe in het tijdsgewricht van de Corona crisis het openbaar domein spontaan wordt afgebakend.
3 antwoorden op “GEBIEDSONTWIKKELING – tussen tekentafel & leefsituatie (2)”