Foto: Richard Mulder
Voor een aantal jaar pendelde ik tussen Leiden Centraal en Den Haag Centraal. ’s Morgens de trein van 7.12 uur. In de sluis naar het stationsplein zat Chuck Deely en de klanken van zijn schorre stem en gitaar vulden de ruimte. Hij groette steevast en ik glimlachte terug, mijn werkdag was weer begonnen. Het was altijd winderig op het plein en in de winter koud.
Dit berichtje kwam ik tegen op Omroep West (17 juni 2019) waar een festival ter ere van hem werd aangekondigd: ‘Op 9 januari 2017 overleed Deely. Hij was jarenlang het muzikale karakter van de Haagse binnenstad. Hij begeleidde zichzelf met zijn gitaar. In 1954 zag hij in het Amerikaanse Detroit het levenslicht. Vervolgens trad hij op in verschillende bandjes in Europa en Amerika voordat hij neerstreek in Den Haag. In 2008 gaf toenmalig burgemeester Jozias van Aartsen hem een ‘vergunning voor het leven’ als straatmuzikant.
Op Wikipedia lees ik: ‘Sinds 1996 speelde hij in het centrum van Den Haag. Meestal was hij te vinden op het Centraal Station, ’s ochtends vroeg vanaf zeven tot tien uur. Hij zat later op de dag tegen de muur van de warenhuizen de Bijenkorf, de Hema of C&A in de Grote Marktstraat. Ook Albert Heijn was een standplaats van hem in deze straat. Verder speelde hij nog in de Vlamingstraat. ’s Zomers ging hij ook de terrassen langs. Hij speelde vrijwel elke dag van het jaar zeven dagen in de week en genoot van muziek maken op straat. Een uitkering heeft hij nooit gehad en dat wilde hij ook niet. Hij vertelde in een kort interview dat hij zowel goede als slechte mensen ontmoette en vond zelf dat hij meer naar zijn publiek keek dan andersom. Hij vond het een hard leven, vooral in de winter, maar besefte dat hij gelukkig was. Zijn drugsverslaving (met name heroïne) had hij achter zich gelaten, maar in de periode dat het in Den Haag fout ging, verloor hij zijn appartement en belandde op straat. Daar leefde hij zo’n twee jaar. Hij was uit de tijd van seks, drugs en rock-‘n-roll. Het was knap van hem dat hij zijn verslaving overwon en niet aan de drank was geraakt. Hij was gevoelig van aard en had daar in de harde wereld moeite mee. Behalve gitaar spelen, kon hij ook drummen en piano spelen. Inmiddels sprak Chuck, zij het wat moeizaam, Nederlands. Bij voorkeur hield hij zich aan zijn eigen taal.’
2 antwoorden op “MUSIC IS IN THE AIR (1)”