De agent zag George Floyd en wist ‘hij is zwart en crimineel’ – bedacht niet ‘dit kan een crimineel zijn en is zwart’.
- ‘In Amsterdam, Rotterdam, Groningen, Den Haag, overal waren de mensen de pleinen op gestroomd. Net als in Parijs, Berlijn, London en New York. Zonder trekkers, zonder doodskisten met ‘Jesse’ erop. Ze hadden geen dranghekken omver gerausd. Ze hadden geen politici het podium opgehesen die in gele hesjes gingen doen alsof ze niks met het establishment te maken hadden. Intens brave protesten waren het geweest waar duizenden op af waren gekomen. Met mondkapjes en gebalde vuisten stonden ze woedend en verdrietig te zijn over uitsluiting en ongelijke behandeling en onveiligheid – veel fundamenteler wordt het niet.’ (Sheila Sitalsing, 4 juni).
- ‘Racisme is een serieus probleem’, zei premier Mark Rutte woensdagavond 3 juni op zijn persconferentie, ‘ook in Nederland’. En hij begrijpt dat veel Nederlanders deze dagen willen tonen dat ze begaan zijn met dit probleem. ‘Wat mensen in de VS meemaken, maken mensen ook in Nederland mee. Ook hier zijn mensen die niet worden beoordeeld op hun toekomst, maar op hun afkomst. Niet op hun gedrag, maar op hun geloof. Mensen die niet als individu worden benaderd, maar als groep.’
- ‘In- en uitsluiten is de menselijke ‘core business‘. Het gebeurt aan de lopende band, wereldwijd, opzettelijk, met een persoonlijk, zakelijk of politiek motief, of zomaar vanzelf en ongemerkt. Witte mensen discrimineren zwarte mensen, en ook elkaar. Hoogopgeleid discrimineert laagopgeleid, de stad de provincie. Surinaamse hindoestanen discrimineren creolen, Turken discrimineren Koerden, Marokkanen discrimineren Afrikanen en in de Arabische wereld discrimineert bijna iedereen elkaar.’ (Daniela Hooghiemstra, 9 juni 2020).
Richard Tsong-Taatarii/Star Tribune via AP
- ‘Ik heb de rellen van 1967 hier nog meegemaakt’, zegt Judy Nagel, een 67-jarige dame die met een ijle stem meeroept. ‘Die gingen precies over hetzelfde racisme bij de politie. En nu sta ik hier weer.’ Ze houdt enige afstand van de massa, maar ‘dit is belangrijker dan de pandemie’, zegt ze. ‘Corona is een bedreiging van buiten. Racisme zit in de maatschappij.’
- ‘Het laat weer zien dat we als zwarte Amerikanen nooit, nooit veilig zijn’, zegt Byron Alexander (32), een man in het zwart met een pistool in zijn broekband. ‘Niet alle agenten zijn slecht, maar ik ben bang voor de politie. Ze kunnen ons niet beschermen. Daarom draag ik dit. We moeten onszelf beschermen.’ Hij staat voor een rij met politieagenten die een overheidsgebouw bewaken – allemaal wit. Sommige demonstranten schelden ze van dichtbij uit, ‘Bitch’, ‘Fuck you’, of hoe laf ze zijn of hoe kaal ze zijn. De politiemensen verroeren zich niet, staren voor zich uit, sommige met glanzende ogen van schrik of vernedering.
- ‘Institutioneel racisme’ is een sociologische term die slaat op de systematische uitsluiting en/of discriminatie van groepen op basis van geschreven maar vooral ook ongeschreven regels, tradities, gedrag en omgangsvormen. Een vrij breed palet aan mogelijkheden, kortom. Je vindt institutioneel racisme in Nederland onder meer op onze huizenmarkt, in onze taal, tradities, medische richtlijnen, sollicitatieprocedures en politiekorpsen.
- Kinderen met ouders die geen hoger onderwijs genoten – een groep waarin ouders met een migratie-achtergrond zijn oververtegenwoordigd – krijgt lagere schooladviezen en deze worden ook minder vaak bijgesteld op basis van de eindtoets. De oorzaak ligt deels in het (onbewuste) verwachtingspatroon van de onderwijzers die het schooladvies geven in groep 8.
- Zo lukt het de helft van de mbo-studenten met een migratieachtergrond niet om in één keer een stageplek te vinden, terwijl 70 procent van de studenten zonder migratieachtergrond dit wél voor elkaar krijgt. Een kwart van de studenten met een niet-westerse achtergrond moet zelfs vier keer of vaker solliciteren voor een stageplek, tegenover 10 procent van de studenten met een westerse achtergrond.
- Uitzendbureaus zijn op grote schaal bereid om te discrimineren bij het bemiddelen van werknemers.
- Etnisch profileren bij de deuren van cafés en clubs leidde vooral in het eerste decennium van deze eeuw tot een lange reeks klachten. En tot een stapel onderzoeken waarin de trend werd bevestigd.
- Een werkzoekende met een Marokkaanse naam moet twee jaar extra werkervaring toevoegen aan zijn cv om evenveel kans op een baan te maken als een autochtoon, bleek in 2015 uit het rapport Op afkomst afgewezen van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP)
- Een op de drie Amsterdamse verhuurmakelaars vindt het geen probleem om op afkomst van potentiële huurders te discrimineren. De helft daarvan weet dat selecteren van belangstellenden op hun afkomst helemaal niet mag, maar werkt er op verzoek toch aan mee.
- Toenmalig korpschef Erik Akerboom bevestigde dat etnisch profileren inderdaad ‘helaas‘een groot probleem is’ binnen het korps (2016). In veel districten wordt sindsdien wel actief aan scholing gedaan, bijvoorbeeld met workshops ‘professioneel controleren’
- Het kabinet zag onlangs gedwongen te erkennen dat de Belastingdienst inderdaad jarenlang aan etnische profilering heeft gedaan: mensen met een niet-Nederlandse nationaliteit hadden na 2012 meer kans dat hun aangifte werd gecontroleerd dan mensen met alleen de Nederlandse nationaliteit.
- ‘Dit is allemaal al jaren, decennia soms, bekend. En toch zijn we verrast als mensen zich hier niet thuis voelen, toch verbazen we ons dat racisme méér is dan een bewuste scheldpartij over iemands huidskleur, toch moeten we nog wennen aan het idee dat je geen racist of slecht mens hoeft te zijn om iets racistisch te zeggen.’ (Volkskrant. 5 juni 2020).
- Met het begrip institutioneel racisme tonen we ons gevoelig voor de niet-intentionele en onbedoelde neveneffecten die voortkomen uit de beste bedoelingen van ouders, politieagenten en belastingambtenaren. Weinig Utrechtse ouders zien zichzelf als discriminatoir, maar kiezen met de beste bedoelingen voor de best presterende school in hun wijk. Weinig politieagenten voelen zichzelf racist, maar pogen met de beste bedoelingen de pakkans van criminelen te vergoten. En weinig belastingambtenaren zijn racistisch, maar beogen met de beste bedoelingen toeslagenfraude op te sporen. En met de beste bedoelingen is de weg naar de hel geplaveid, zoals u weet. Daarom heeft het geen zin om racisme, discriminatie en uitsluiting te benoemen op het niveau van individuele mensen. (Trouw. Mark van Ostaijen, 27 juni 2020).
- ‘Vijfentwintig jaar geleden was racisme in Nederland een non-item. In de jaren 1996 en ’97 is het thema niet één keer in de Tweede Kamer aan de orde gekomen, stelde ‘De Groene Amsterdammer’ vast na bestudering van de Handelingen (verslagen) van de plenaire vergaderingen. Het waren de jaren van Paars. De politieke uitersten van dat moment – de PvdA en de VVD – werkten vruchtbaar samen in een kabinet onder leiding van vakbondssocialist Wim Kok. Het poldermodel werd aan de bevriende buitenwereld ten voorbeeld gesteld. En Nederland heette ‘af’ te zijn. Met dat zelfbeeld was racisme niet verenigbaar. Om maar te zwijgen over institutioneel racisme: stelselmatige benadeling van minderheden in het onderwijs en op de arbeidsmarkt.’ (Sander van Walsum, Volkskrant, 4 juni 2020).
- ‘Racisme? Dat was iets van vroeger. ‘Sjors en Sjimmie‘, ‘Kuifje in Afrika‘, Teddy ‘de kleine neger’ in ‘Bulletje en Boonestaak‘ van de socialistische schrijver A.M. de Jong. Nederlanders geneerden zich er een beetje voor, maar meenden ook dat deze vormen van racisme welbeschouwd nogal onschuldig waren, net als Zwarte Piet.
Kuifje in Congo Sjimmie in woord en beeld
Een ander bekend voorbeeld van racisme in strips is Sjors & Sjimmie, in de versie van Frans Piët. Toen Jan Kruis de strip eind jaren zestig overnam veranderde hij de dommige, stereotype Sjimmie van Piët in een gewone jongen. “Ik heb van wildeman Sjimmie een gewoon Surinaams jongetje gemaakt, zoals je dat op straat tegenkwam”, zegt Kruis hier later over.
De strip Jommeke werd in 1955 gestart door striptekenaar Jef Nys in het Vlaamse blad ‘Kerkelijk Leven’. Njam-njambloem is een avontuur waar alle klassieke stereotypen inzitten. Op de voorplaat zien we hoe Jommeke en zijn vriend Filiberke hangend aan een boomstam door ‘inboorlingen’ door het oerwoud worden gedragen. De tekst in het album spreekt boekdelen.
SLAVENHANDEL
- Er zijn meerdere perioden in de geschiedenis aan te wijzen die hebben bijgedragen aan de racistische beeldvorming. De hoogtijdagen van de transatlantische slavenhandel liggen voor de hand. De negentiende eeuw echter lijkt een veel grotere invloed op die beeldvorming te hebben gehad. Enerzijds was dit de tijd waarin de slavernij ook in Europa onder druk kwam te staan. De discussies die vooral in Engeland gevoerd werden in het publieke domein, en de eerste slavenopstand die resulteerde in onafhankelijkheid (Haiti in 1804), hebben extra voeding gegeven aan de morele verdediging van de slavernij. Anderzijds was de negentiende eeuw de periode waarin de ‘Scramble for Africa’ plaatsvond. De Europese koloniale mogendheden streden letterlijk om elk stukje Afrika onder hun gezag te krijgen.
- ‘Over de multiculturele samenleving werd gesproken als ‘experiment’. In dat klimaat ging zowel reëel bestaande discriminatie als de groeiende onvrede van witte Nederlanders schuil in een consensus, die feitelijk weinig meer behelsde dan de stilzwijgende afspraak pijnlijke thema’s maar uit de weg te gaan. VVD-leider Frits Bolkestein en enkele publicisten (H.J. Schoo, Herman Vuijsje en Paul Scheffer) stelden de problematische kanten van het culturele experiment aan de orde, en in de eerste jaren van deze eeuw – na de aanslagen van 9/11 en de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh – kwam het multiculturele ongenoegen tot een uitbarsting.’
- ‘Witte Nederlanders zijn zich van het subtiele, alledaagse racisme niet eens bewust, betoogden antropoloog Gloria Wekker en publicist Anousha Nzume in hun boeken Witte Onschuld en Hallo witte mensen. In hun houding tegenover gekleurde medemensen zouden ze door eeuwen van blanke dominantie zijn geconditioneerd. Volgens het Pew Research Center is 77 procent van diezelfde Nederlanders echter voorstander van een ruimhartige opvang van oorlogsvluchtelingen en zou 88 procent een moslim in hun familie verwelkomen. Maar misschien wordt het racisme in Nederland daardoor slechts gemaskeerd. Zo subtiel kan het zijn.’
CONSEQUENTIES?
- Foute boeken op de plank bij De Bie & van Van Kooten. Zij trokken consequenties uit hun eerdere inzichten over racisme.
HET GEEL ORANJE – ORANJE GEEL VAN RUTTE
- Op de persconferentie van 3 juni over ‘zwart wit – wit zwart’ werd Rutte gevraagd ‘Wat gaat u hieraan doen?’ Hij antwoordde: ‘Ik normeer hier: dit land accepteert het niet. ’En wat gaat u er echt tegen doen? vroeg iemand anders hem. Toen werd hij kregelig.
- Sitalsing kijkt in haar column terug op die betreffende persconferentie : ‘Hij is verdorie al tien jaar premier van dit land, dát heeft hij ertegen gedaan. Tien jaar is: een coalitie met de PVV; de Marokkanen- en Antillianenhaat zit hier gewoon met handenvol zetels in de Tweede Kamer. Tien jaar is ‘vecht je in’, ‘My black friends in the Antilles like Black Pete because they don’t have to paint their faces’, ‘pleur op naar Turkije’, ‘Doe Normaal en anders ga je maar weg’. Tien jaar is de patseraanpak die elke zwarte man in een knappe auto tot verdachte degradeert. Politieagenten die zich Marokkanenverdelgers noemen. Een Belastingdienst die gezinnen met een kleurtje op voorhand tot fraudeur bestempelde. En een coalitie in Brabant met VVD, CDA en Forum voor Democratie. Op tv ging het ondertussen weer over toerisme, want daar hadden de mensen voor afgestemd. En over oranje dat geen geel is, of omgekeerd.’ (Volkskrant, 4 juni).
- Rutte zei gisteren in debat met de Tweede Kamer dat hij van gedachten is veranderd, nadat hij in 2013 nog verklaarde dat ‘Zwarte Piet nou eenmaal zwart is’. Rutte kwam tot inkeer doordat hij mensen ontmoette ‘met een donkere huidskleur, met kinderen, die zeiden: ik voel me ongelooflijk gediscrimineerd omdat Piet zwart is’, zei hij gisteren in de Tweede Kamer. ‘Toen dacht ik: dat is het laatste wat je wilt bij het sinterklaasfeest.’ Rutte benadrukt dat zijn gewijzigde standpunt een ‘private opvatting’ is en geen kabinetsbeleid. Of het sinterklaasfeest zou moeten veranderen is volgens hem geen vraag waar de regering zich mee bezig moet houden. ,’We hebben toch geen mening over het mannetje bij Sinterklaas? Er zijn toch geen overheidsinstanties die over Zwarte Piet gaan?’, aldus de premier (AD, 5 juni 2020).
- De premier heeft voor mij nog steeds niet geantwoord op de vraag naar beleidsconseqenties en ik herhaal dan maar de vraag : ‘Nu erkend wordt en niet meer ontkend kan worden dat er sprake is van racisme en zoals u zelf zegt het ‘een serieus probleem’ is, wat gaat u nu aan dit institutioneel of stilzwijgend racisme doen in de ‘nieuwe normaliteit’, wat gaat u nu echt doen?
Mooie blog met een prachtig overzicht over uitsluiting en ongelijke behandeling en onveiligheid. Goed om te zien dat jij met je blogs ook ingaat op de actualiteit en op jouw manier het onrecht aan de kaak stelt. Ik doe dat op mijn manier in mijn schilderijen. Jouw vraag, “wat gaan we nu aan dit institutioneel of stilzwijgend racisme doen in de ‘nieuwe normaliteit’, wat gaan we nu echt doen”, schreeuwt om beantwoording.
Op 15 juni komt Seila Sitalsing terug op haar kritiek dat om iets tegen racisme te doen het bij het kabinet niet verder gaat dan ‘íedereen is natuurlijk hartstikke tégen’. ‘Eerlijk is eerlijk: we hadden weer eens veel te vroeg geklaagd.’, zegt ze in haar column in de Volkskrant. Twee dagen later belandde het weerwoord van de minister van Binnenlandse Zaken, tevens verantwoordelijk voor het anti-discriminatiebeleid van de regering, op haar bureau: 25 kantjes, getiteld ‘Kabinetsaanpak discriminatie’. ‘En het moet gezegd: het is een imposant document. Geen vorm van discriminatie blijft onvermeld: tegen vrouwen, homo’s, gehandicapten, moslims, joden, bruine mensen en mensen met achternamen waarin consequent de klemtoon verkeerd wordt gelegd.’Het woord ‘campagne’ staat er twaalf keer in. De woorden bewust, bewustwording, bewustzijn, bewustwordingsactie et cetera achttien keer. Het kabinet, kortom, bewustmaakt zich te pletter. Er zijn folders, geinige filmpjes, apps, websites. Over alles wat van het kabinet niet mag: zwangerschapsdiscriminatie, schelden op Turken of joden, #metoo-praktijken, woonruimte te huur zetten en als iemand met een complexe achternaam belt ‘hij is nét weg’ zeggen. Als je alle bewustwordingsacties overziet, is het een wonder dat dit soort dingen nog gebeurt. (…) Er zijn ook pilots (16 vermeldingen), kleinere projecten waar het ministerie voorzichtig iets probeert op nieuw terrein. Zoals bij de ‘aanpak kwetsende content op het Internet’.Er zijn diverse ‘verkenningen’, naar een diversiteitscoach in het beroepsonderwijs bijvoorbeeld, voor stagediscriminatie. En er is een onderzoek (‘in acht pilots’!) naar ‘wat werkt om de arbeidsmarktpositie van mensen met een migratieachtergrond te verbeteren’. De eindresultaten komen in 2021.’ (…) Daarna las ik op Nu.nl een prima interview dat Nu-verslaggever Avinash Bhikhie had met de minister over haar voortgangsrapportage. Zoals wel vaker was de vraag van hogere kwaliteit dan het antwoord. ‘We blijven meten’, heb ik ervan onthouden. En: ‘Als blijkt dat gediscrimineerd wordt sluit ik niet uit dat we overgaan tot naming en shaming of aangiftes.’ Zo, daar zullen verhuurders van schrikken. De 25 kantjes eindigen met een citaat van Nelson Mandela. Want pakkende citaten googelen op ‘het Internet’, dat kunnen ze heel goed op het ministerie.