De middag in de week die zo bij het voetbal hoort is de zondagmiddag. Dat is het al lang niet meer, maar wel in mijn beeld.
Dan zie ik de knop van de radiodistributie voor ogen, verstopt achter de zware donkere overgordijnen in de ‘voorkamer’. Het is zondagmiddag half drie en Leo Pagano begint zijn verslag van de voetbalwedstrijd tussen de rode duivels en onze jongens, vanuit de hel van Deurne. We luisteren naar zijn commentaar, ‘waar ook ter wereld, ter land, ter zee of in de lucht’. We luisteren naar de opstellingen. Ik ken mijn helden. Elftalfoto’s hangen boven mijn bed. De portretten van Abe Lenstra, van Faas Wilkens, van Coentje Moulijn vullen de muur van ons slaapkamertje. Ons kamertje in de uitbouw van onze etagewoning aan de Haagse Fahrenheitstraat. In de pauze van de interland wordt er teruggeschakeld naar de studio in Hilversum waar ‘Hup, Holland, Hup’ gezongen wordt en Jan de Cler begeleid door de piano dit refrein aanvult met coupletten, waarin hij zingt over wat er zoal in de eerste helft gebeurde en wat er in de tweede helft ons wel niet te wachten staat.
‘Hup Holland hup/Laat de leeuw niet in z’n hempie staan/Hup Holland hup/Trek het beestje geen pantoffels aan/Hup Holland hup/Laat je uit ’t veld niet slaan/Want de leeuw op voetbalschoenen/Kan de hele wereld aan.‘
Met dergelijke beelden keren we terug naar de kindertijd. Waarom juist naar dat soort fragmenten uit ons leven? Heeft het te maken met de werking van het geheugen zoals Draaisma, de geheugenprofessor, ons doet geloven? Volgens hem komen naarmate men ouder wordt en zeker geldt het vanaf het vijftigste levensjaar, fragmenten van de jeugd op de meest onverwachte momenten in alle overheersing terug. Associaties vormen zich onbewust en met het ouder worden hangen ze steeds vaker samen met jeugdervaringen.
2 antwoorden op “ACHTERWERK IN DE KAST – de zondagmiddag”