IN GESPREK MET BERT HERMANS – Fraude in de bouw

  • 2014

De laatste jaren duiken regelmatig berichten op over grootschalige fraudes bij woningcorporaties. Zo werden in 2014 de ‘Maserati-directeur’ van woningcorporatie Rochdale, en de directeur Rotterdamse corporatie PWS (nu Havensteder) aangeklaagd. De corporaties claimden miljoenen euro’s bij hen wegens oplichting en het aannemen
van steekpenningen. Ze werden ook strafrechtelijk vervolgd.

  • 2019

In 2019 werd een grote fraudezaak ontdekt bij de Amsterdamse woningcorporatie Ymere. De woningzoekenden betaalden drieduizend tot zevenduizend euro per woning aan criminelen.

  • 2020

En in 2020 kwam opnieuw een fraude aan het lichtbij Vestia. Er was op grote schaal gerommeld met het uitbesteden van onderhoudswerkzaamheden aan de huurwoningen van Vestia in de regio Rotterdam. De fiscale opsporingsdienst FIOD zou in 2018 zijn gestuit op omkopingspraktijken rond het onderhoud aan 80.000 Vestia-woningen. Voor onderhoud en reparatie aan haar sociale huurwoningen betaalde de woningcorporatie jaarlijks tientallen miljoenen. Twee voormalige werknemers van de corporatie zouden
opdrachten hebben gegund aan bedrijven, die bereid waren smeergeld te betalen. Een Brabants projectbureau dat de werkzaamheden verdeelde onder de opdrachtnemers, speelde daarbij een sleutelrol. De twee Vestia-werknemers zouden beiden bijna
één miljoen euro op hun bankrekeningen hebben staan, terwijl zij bij de corporatie een modaal salaris verdienden.

  • 2020

En tenslotte kwam in januari 2020 opnieuw een fraudezaak aan het licht bij de Amsterdamse woningcorporatie Stadgenoot. Een medewerkster had miljoenen euro’s van haar werkgever gestolen. Zij maakte jarenlang maandelijks grote geldbedragen − tussen de 10.000 en 20.000 euro − over naar de rekening van haar minderjarige dochter. Dat geld nam de vrouw vervolgens op, om te vergokken of om op dure vakanties te gaan. Na onderzoek van de woningcorporatie bleek het om een bedrag van zeker 2 miljoen euro te gaan. De vrouw is op staande voet ontslagen en ook tegen haar loopt er een strafrechtelijk
onderzoek. Bestuursvoorzitter Marien de Lange van Stadgenoot, dat met 29.000 woningen de op twee na grootste woningcorporatie van Amsterdam is, wilde niet reageren op vragen over de fraude. Hoe het kan dat een medewerker jarenlang geld kan wegsluizen zonder interne controle? ,,Blijkbaar heeft er een lek gezeten,” aldus een woordvoerder. ,,Dat lek is nu gedicht.”

  • 1980


Dat er met al die fraudezaken niets nieuws onder de zon is blijkt wel uit de fraudezaak bij de
woningbouwvereniging in het Gelderse Beuningen (bij Nijmegen). Ik kwam daar in 1980 in de gemeenteraad en stuitte vrijwel onmiddellijk op een merkwaardige zaak. Al jarenlang weigerde de woningbouwvereniging Beuningen-Ewijk een door een registeraccountant goedgekeurde accountantsverklaring te overleggen aan de gemeenteraad. Na lang aandringen is het er uiteindelijk toch van gekomen en toen pas bleek
dat de penningmeester, de huizenhandelaar B. van E., steeds onbelemmerd toegang had tot de schatkist van de vereniging. De makelaar, een destijds algemeen geacht ingezetene van Beuningen bekleedde tevens de functies van agent van een grote bank en penningmeester van de woningbouwvereniging Beuningen/Ewijk. Van E. had ƒ 3,6 miljoen naar zijn privérekening overgeboekt. Dat werd geconstateerd door de op mijn aandringen ingestelde registeraccountant bij een controle van de boekhouding. Bovendien had hij een aantal particulieren daarboven ook nog eens een strop ƒ 1 miljoen bezorgd. Omdat de gemeente volgens de wet verplicht was alle financiële tekorten van de woningbouwvereniging op te vangen, zou in het ongunstige geval Beuningen 3,6 miljoen op tafel moeten leggen en daarmee aan de financiële afgrond komen te staan. Die fraudezaak kreeg ook politieke gevolgen omdat ook een raadslid van het CDA (toen de grootste partij in Beuningen) destijds vicevoorzitter was van de woningbouwvereniging.
Hem werd verweten de herhaalde waarschuwingen van de gemeenteraad niet
voldoende te hebben overgebracht. Bovendien was sprake van een zeldzame bundeling van functies, verenigd in de 40-jarige B. van E.

  • DE MORAAL?

Moraal van het verhaal ? Deze zaak had de aanleiding moeten vormen om de financiële verantwoordingsstructuur bij woningcorporaties eens goed onder de loep te nemen en passende maatregelen te nemen. Destijds in 1981 zijn hierover door mijn partijgenoot in de
Tweede Kamer nog wel Kamervragen gesteld. Uiteindelijk is er vrijwel niets mee gedaan. En nu, bijna veertig jaar later, herhaalt de geschiedenis zich weer. Niets nieuws onder de zon dus.


Ja Bert, met jouw verhaal roep je herinneringen bij me op. Naar de eerste parlementaire enquête uit 1986 naar wat genoemd werd ‘onregelmatigheden’ in de bouw, lees fraude. Deze en de latere parlementaire enquetes ter zake maken duidelijk dat het keer op keer om het ontbreken van controle ging waardoor fraude plaats kon vinden. In een heldere documentaire uit die tijd wordt dat toegelicht. Daarin komt de belangenverstrengeling in beeld tussen de verschillende partijen die in het beleidsproces een rol hebben; de gemeenten, de bouwondernemers en de besturen van woningcorporaties.

Eén antwoord op “IN GESPREK MET BERT HERMANS – Fraude in de bouw”

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *