IN GESPREK MET BERT HERMANS – alma mater (3)

PROFESSOR M.

‘Naast mijn promotor professor J. was nog een hoogleraar Strafrecht, professor M. Die stond erom bekend nogal verstrooid te zijn. 

Op een ochtend kwam ik al vroeg aan op ons kantoor, een statig herenhuis aan de Oranjesingel. Mijn kamer was op de 2e verdieping en op de overloop van de eerste verdieping trof ik prof. M aan die met zijn secretaresse over de grond kroop. Ik vroeg hem naar het waarom van deze merkwaardig actie en hij vertelde me dat hij de sleutel van de deur van zijn kamer kwijt was. Ze konden hem nergens vinden. Op dat moment kreeg ik een idee dat me bij M. uiteindelijk bijna onsterfelijk zou maken. Ik wist dat M. altijd zijn dossiers, die hij als plaatsvervangend raadsheer bij het Gerechtshof mee naar huis nam, onder zijn arm meesjouwde. Die ochtend was hij ook weer met een stapel binnengekomen en had zijn toen zijn sleutel gezocht die daarna uit zijn handen gleed. M. had een pak aan met een plooi onder aan de broekrand en ik greep met mijn vingers in de rand en vond daar tot verbijstering van M. en van zijn secretaresse de gezochte sleutel.

Mij zou nooit meer overkomen wat mijn directe collega wel bij professor M. overkwam. Op een dag ontmoette professor M. mijn collega onderaan de trap en zei tegen hem: ‘U heeft een bekend gezicht, moet ik U misschien kennen?‘Ja, professor’, antwoordde mijn collega, “Ik ben J.W. en werk hier al vijf jaar.”

Eén antwoord op “IN GESPREK MET BERT HERMANS – alma mater (3)”

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *