IN GESPREK MET BERT HERMANS – alma mater (2)

W.F.M. Hermans. Beeld uit de documentaire ‘Onder Professoren’ . Andere tijden.
  • W.F.HERMANS KLIMPT OP TOT LECTOR

Ha Bert,

Professor Keuning had blijkbaar geen moeite met de gespleten ambities van zijn assistent. Hermans kreeg een bescheiden taak binnen het Instituut: hij verzorgde colleges cartografie, meteorologie en klimatologie voor een groepje van gemiddeld tien eerste- en tweedejaars studenten. Het ging in totaal om één uur college per week. Het tentamen Fysische Geografie werd afgenomen door de hoogleraar Geologie Professor Kuenen. Voor Hermans bleef er dus veel tijd over om zich – naast de publicatie van twee bundels novellen – te wijden aan zijn promotieonderzoek dat hij in 1955 bij professor Bakker van de Universiteit van Amsterdam voltooide. Hermans behaalde het doctoraal cum laude en effende daarmee de weg voor een promotie tot wetenschappelijk ambtenaar.

  • BERT’S DOCENTSCHAP

Ja Ton,

‘Hoewel het bij mij in Nijmegen ging om een promotieplaats en het promotieonderzoek het belangrijkste was, kreeg ik een zeer ruime onderwijstaak. Ik werd geacht om colleges en werkgroepen te verzorgen in het strafrecht, het penitentiair recht en het jeugdrecht en de laatste dan ook nog aan zowel studenten in de rechtswetenschappen en de orthopedagogiek. Bovendien moest ik voor die studenten in hun laatste studiejaar bemiddelen voor het vinden van stageplaatsen en hen begeleiden bij het maken van de scripties. 

  • TBR

Met veel enthousiasme nam ik die taak op me en mijn eerste werkgroep moest gaan over de Ter Beschikkingstelling van de Regering (TBR), sinds 1988 de TBS. Mijn kennis daarvan ging terug tot mijn tijd als student in Tilburg en ik zorgde dan bij de voorbereiding dat ik steeds één week voorlag op de studenten. 

Bij het organiseren van de stageplaatsen ging ik bij het eerste kennismakingsgesprek altijd mee met de student en zo kwam het dat ik in de loop van mijn aanstelling ongeveer alle gevangenissen, huizen van bewaring en jeugdbeschermingsinstellingen in Nederland van binnen heb gezien. De meeste indruk daarbij maakten de toen nog bestaande kooien van Avereest en het Lloyd Hotel in Amsterdam, waar de gedetineerden ’s nachts in werden opgesloten. 

Ook kwam ik regelmatig bij rechtbanken en bij het Openbaar Ministerie. Op een zekere dag ging ik met een student voor een eerste kennismaking naar de hoofdofficier van Justitie in ’s Hertogenbosch. De hoofdofficier ontving ons enthousiast in zijn werkkamer en liet ons plaatsnemen in van zijn wit lederen bankstellen. Hij vroeg mij vervolgens wat ik van zijn verblijf vond. Ik reageerde daarop kennelijk niet enthousiast genoeg, waarop hij ons meetroonde naar een van zijn schilderijen en vroeg me wat ik daarvan vond. Op de afbeelding was duidelijk een tamelijk pornografische middeleeuwse voorstelling te zien en mijn antwoord was: ‘pikant’. Daarop draaide hij het schilderij om en op de achterzijde stond geschreven: ‘in beslag genomen in een bordeel te ’s Hertogenbosch’. De hoofdofficier lichtte het voorval toe met de woorden: ‘die kon ik toch niet verkopen, dus daarom hangt hij nu hier’.

  • EEN ASSOCIATIEVE REACTIE

Ha Bert,

Tijdens mijn studie sociologie volgde ik op andere faculteiten mijn andere interesses, nam daar ook de ruimte voor, zoals Forensische Psychiatrie. Deze colleges waren in het historische pand aan de Hugo de Grootstraat in Leiden, waar de juridische faculteit was gehuisvest. Iedere dinsdagmiddag kwam de hoogleraar, Krul-Stikketee,[1] uit Utrecht naar hier, vergezeld door een TBR patiënt uit de Van der Hoeven Kliniek, waar ze tevens directeur van was. Het leek zo op de film ‘One flew over the Cuckook’s Nest, waar patiënten ter lering op het podium van een collegezaal aan studenten getoond werden. (verwijzing betreffende blog). Ook Professor Bastiaanse deed dat op een andere plek in Leiden. Hij toonde medicijnstudenten ‘zijn’ patiënten. Het riep bij ons studenten verontwaardiging op, dat zeker, maar deze confrontaties en gesprekken met tbs-patiënten heeft mij toch ook een onuitwisbare leerervaring opgeleverd en mijn opinie beïnvloed hebben over de TBR. Ik hoorde van mensen die herhaaldelijk afschuwelijke daden hadden gepleegd, een verhaal. Het nuanceerde mijn standpunt in de maatschappelijke discussie en weerstand om tbs’ers op verlof te laten gaan. In een andere blog kom ik hierop terug.


[1] Krul-Steketee, J. & C.Kelk (1991). Psychisch gestoorde gedetineerden: opneming, behandeling en rapportage. Leiden: Psychiatrisch Juridisch Gezelschap

Eén antwoord op “IN GESPREK MET BERT HERMANS – alma mater (2)”

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *