GEBIEDSONTWIKKELING – groeten uit IJmuiden

EEN LANDSCHAP IN GEUREN, KLEUREN EN GELUID

Tekstvak:  Ton van der Pennen bewerkte ide Masterthesis van Rian Pruis (2010). tot dit essay. ‘Industrieel landschap. Waarachtig landschap’. Stadsgeografie (Urban Geography) Universiteit Utrecht.

“Over zee is vanuit Scheveningen IJmuiden makkelijk te vinden. Koers naar het Noorden, dan zie je na een uurtje iets lelijks, de Hoogovens, dan rechtsaf.”  (Wouter Klootwijk in Klootwijk aan Zee, 2008[1]

  • AANKOMST IN IJMUIDEN

Voor open zee is er nog één hindernis naar IJmuiden te nemen, de zeesluizen van het Noordzeekanaal. Met ruim dertigduizend inwoners is IJmuiden de grootste van zeven kernen die samen de gemeente Velsen vormen. Naast IJmuiden  zijn dat Velsen-Noord, Velsen-Zuid, Driehuizen, Santpoort-Noord, Santpoort-Zuid en Velserbroek. Samen met Castricum, Heemskerk, Uitgeest en Beverwijk vormt Velsen de IJmondregio. Een regio die gegroeid is rondom de metaalindustrie van Corus. Het IJmondse industrielandschap is een lappendeken van kleine eilandjes waar staal uit erts en kolen gemaakt wordt. 

FOTO’S: EMILE METSELAAR. HIJ MAAKTE BIJ AANKOMST IN IJMUIDEN DEZE SNAP SHOTS.
  • HET LANDSCHAP VANUIT VERSCHILLENDE GEZICHTSPUNTEN BEZIEN

Het industrielandschap van de IJmond staat symbool voor indrukwekkend Nederlands ondernemerschap. Voor gezondheidsdeskundigen en milieuactivisten is het een landschap van rampzalig vervuilende industrie. Op regionaal niveau hebben de fabrieken en havens een heel andere betekenis, omdat ze voorzien in werkgelegenheid voor de regio.

Voor bewoners van IJmuiden is het uitzicht op het bedrijf dat zich honderden meters uitstrekt aan de noordoevers een bekend en vertrouwd beeld. Mooi of lelijk, smerig of imponerend, het uitzicht op de Hoogovens, zowel bij dag als bij nacht, is bovenal een vertrouwd beeld. IJmuidenaren associëren het uitzicht op de Hoogovens met thuiskomen.

IJmuidenaren hebben dagelijks te maken met de industrie, al was het maar omdat zij hun ogen, oren en neus daar nu eenmaal niet aan kunnen onttrekken. Hun identiteit zit hem niet zozeer in de architectonisch onderscheidende industriële bouwwerken, maar herkennen zij wellicht eerder de frietkot, waar zij jarenlang de lunchpauze doorbrachten, of in een pluimend rokende schoorsteen die boven hun woning uitsteekt, of in de geur van de vishallen aan de haven. Zulke landschapskarakteristieken kunnen waardevolle persoonlijke of collectieve indrukken zijn die opgaan voor het oordeel en de waardering van het industrielandschap.

  • ZICHT

In de schilderkunst zijn karakteristieken van het landschap in verf verbeeld, waarbij het kleurgebruik en de penseelstreek steeds verschillende betekenissen aan het landschap geven, van onheilspellend tot idyllisch. In het IJmuidense industrielandschap kunnen visuele karakterisrieken eveneens zeer verschillende interpretaties teweegbrengen. Het overdag in grijze nevelen gehulde Corus complex heeft in het avondlicht een heel andere uitstraling. De duizenden lichtjes die de lossende zeeschepen, de rode ertsbergen en de robuuste staalconstructies van de hoogovens doen oplichten. Aan de andere kant liggen grote delen van het havengebied er in de nachtelijke uren veel verlatener en onheilspellender bij, dan ze dat overdag doen. De visuele karakteristieken verwijzen ook naar bepaalde gebouwtjes in het landschap zoals de visrestaurantjes of het frietkot, naar de eeuwig voorbijvarende schepen, naar het water dat tegen de kaden klotst of naar de twee lichtende vuurtorens die ver op zee één lichtbundel vormen als een baken dat schippers veilig de haven in loost.

  • GELUID

Het geluid van piepende en sissende treinen zijn in het landschap te horen die dagelijks duizenden tonnen staal vanuit de warmbandwalserij naar de haven transporteren. Het geluid van bikken en beitsen. Het oorverdovende lawaai van ijzer dat door de walsen wordt geperst, ‘… alsof een kudde varkens zonder verdoving wordt geplet’ (aldus een inwoner over zijn werkervaring bij de Hoogovens). Het geluid van het gooien van de trossen, het klotsende water en bedrijvigheid op de visveiling. Vertrouwde geluiden van een staalbedrijf of van een havengebied.

  • GEUR

Rian Pruis laat haar grootouders aan het woord: “De lucht ruikt hier naar salaris, merkte mijn opa op zodra een bedrukkende zwavellucht als een nevel op Velsen-Noord neerstreek.  Die geur representeerde inderdaad zekerheid en welvaart en doet dat ook vandaag de dag nog, nu Corus – voor mijn opa blijft het ‘Hoogovens’ – maandelijks zijn pensioen overmaakt.” Geen ‘stinkend’ woord over de IJmondse industrie. Hetzelfde geldt voor de vishavens aan de zuidkant van het kanaal, voor de één kan de indringende vislucht ondraaglijk zijn, terwijl het voor de ander staat voor bedrijvigheid, levendigheid en werkgelegenheid. Met een flinke oostenwind ruik je in IJmuiden zelfs de cacaofabrieken uit de Zaanstreek. Geuren kennen geen grenzen. En zo hangen er vast nog meer vreemde of vertrouwde luchtjes in het IJmuidense industrielandschap. 

  • HET HAVENGEBIED

Het meest typerende beeld van het havengebied wordt gevormd door de kotters die elke vrijdag van zee terugkeerden, het ruim gevuld met vis. Ab, die als kind al in de havens rondstruinde, tussen familie, buren en kennissen die er aan het werk waren en later vanwege zijn werk bij het loodswezen, koestert warme gevoelens voor die kotters:  “Als ik een kotter binnen zie komen die een week weg is geweest en die aan het manoeuvreren is om aan de kant te komen, daar kan ik echt warm van worden. Die ronkende motoren, dat doet me iets” (Ab).  Het beeld van een vissershaven vol met viskotters, zij aan zij wachtend om zich te ontdoen van duizenden kilo’s verse vis, dat beeld bestaat eigenlijk niet meer, dat is nostalgie. De visquota hebben ertoe geleid dat reders steeds minder schepen de zee opsturen en het aantal kotters dat op vrijdag in IJmuiden gelost wordt, zijn met de vingers van een hand te tellen. Minder kotters, maar steeds meer grote trawlers vormen het havenbeeld, die eens in de zes weken grote hoeveelheden diepgevroren vis lossen in de nieuwe opvallende koelhuizen van Kloosterboer en Bertus Dekker. Drijvende fabrieken noemen IJmuidenaren het, wat weinig meer met visserij te maken heeft. De romantiek van de haven is verdwenen. De meeste geïnterviewden kennen de oude vishallen nog goed, maar die waren zo vies en oud, ze waren wel echt aan vernieuwing toe. Stapsgewijs zijn veel modernere vishallen ervoor in de plaats gekomen, noodzakelijk dat wel, al wordt met weemoed teruggekeken naar de tijd dat de originele vishallen er nog stonden. In tegenstelling tot de nieuwe hallen, hadden de oude hallen een veel opener karakter. De deuren stonden altijd open en je kon er gemakkelijk naar binnen kijken. ‘Als kind kon je daar uitgebreid rondstruinen, hutten bouwen met de toen nog houten viskisten, visrestanten uit de lege visnetten pulken. Het was altijd een vertrouwde bedrijvigheid, karretjes reden af en aan, visfileerders waren in de weer, hier en daar bekenden mensen uit de buurt.’ 

  • OP DE TAST

Bij tastbare herinneringen van het landschap kun je denken aan het zilte zeewater dat de huid doet verweren. Zichtbaar op de gezichten van de vissers die jaar in jaar uit, in weer en wind hun brood verdienden. Of zichtbaar aan de littekens die achterbleven op de armen van de duizenden arbeiders die hun noeste arbeid in de hitte en met vuur verrichtten. Brandwonden aan de armen door het bundelen van staaldraad was de normaalste zaak van de wereld. Het is de belangrijkste reden dat het grootste brandwondencentrum van Nederland zich in Beverwijk bevindt. 


  • NAGEKOMEN BERICHT

Celine Janssen, (12 jun 2020). Oud-IJmuiden: van bedrijventerrein naar bedrijvige woonwijk. TU Delft: Gebiedsontwikkeling. nu

 ‘Het is een unieke plek in Nederland, maar dat maakt de ontwikkeling van het voormalige bedrijventerrein bij IJmuiden er niet makkelijker op. Een gemeenschappelijk doel helpt om tegenstrijdige belangen tussen bedrijven en bouwers op te lossen. Bij de gebiedsontwikkeling was het behoud en de groei van de bedrijvigheid een nadrukkelijke wens, omdat de stad haar identiteit en werkgelegenheid voor een groot deel aan de industrie ontleent. Zwaarwegend uitgangspunt voor het stedenbouwkundig plan was dan ook dat de nieuwbouw van woningen in Oud-IJmuiden geen negatieve gevolgen mocht hebben voor de bestaande bedrijven in de omgeving. Aan de andere kant stond gebiedsontwikkelaar BPD voor de opgave om woningen toe te voegen aan het gebied en de inwoners van de nieuwbouw voldoende woonkwaliteit te bieden. Vanwege de tegengestelde belangen in het gebied was het belangrijk om naar een gemeenschappelijk doel te zoeken. Dit is gevonden in de ruimtelijke kwaliteit van het gebied. Oud-IJmuiden ligt op een unieke locatie: vlak aan zee, het Noordzeekanaal en de vissershaven. In het stedenbouwkundig plan is het oude historische stratenpatroon terug te vinden, wat een succesfactor bleek voor het samenbrengen van belangen. Aan de ene kant is de openbare ruimte een fijne verblijfsplek voor bewoners en aan de andere kant faciliteert het de bedrijven. Met de uitplaatsing van een groot aantal bedrijven komt er ruimte voor woningbouw, met op een aantal plekken nieuwe commerciële ruimte op de begane grond. Daarnaast gaf het ontwerp identiteit terug aan het gebied.


[1]  In mijn onderzoekspraktijk maakte ik regelmatig gebruik van de narratieve interviewtechniek, zie de Blog ‘Van Kerk naar gemeenschapshuis.’ Het houdt in dat de respondent, in dat geval een bewoner van het dorp Melick, wordt aangemoedigd antwoorden te geven in verhaalvorm, hetgeen wordt uitgelokt door een open vraagstelling, gevolgd door follow-up vragen. Hiermee kunnen achterliggende redenen, gevoelens, associaties en gebeurtenissen achterhaald worden, die verklaren waarom respondenten een landschap op een bepaalde manier interpreteren en waarderen.  Daarbij kan aanvullend gebruik worden gemaakt van de methode van mental mappen. Dan laat je de respondent mentale kaarten tekenen. De Amerikaanse planoloog Kevin Lynch introduceerde in zijn publicatie The Image of the city (1960) de methode van het mental mappen. Rian Pruis (2010) maakte gebruik van deze onderzoekstechnieken en dat leverde een mijn inziens zeer aansprekende Masterthese op, met name de beschrijving van het landschap van de IJmond dat zij schetst: ‘Industrieel landschap. Waarachtig landschap’. Stadsgeografie (Urban Geography) Universiteit Utrecht. Voor deze blog maakte Ik dankbaar gebruik van haar Masterthese waar zij deze methoden toepaste. Waar anders genoemd zijn de foto’s in deze blog uit haar these.

(2) Klootwijk, Wouter (2008). Klootwijk aan Zee. RVU en Dahl TV (tv-serie). 

(3) De interpretatie van het landschap wordt aangewakkerd door zintuigende prikkels. Via gewaarwording komen ze in het brein terecht, waar ze vervolgens geïnterpreteerd worden en gekleurd worden door herinneringen en sociaal-culturele factoren. Coeterier (1987) geeft aan dat zintuiglijke prikkels op twee manieren op ons inwerken: in de eerste plaats als sensaties, zoals de wind op onze huid of het geluid van de golfslag op het strand. Daarnaast werken zintuiglijke prikkels als informatie dat iets zegt over het karakter van het landschap, dat op zijn beurt bestaat uit algemene informatie – zoals de kleur van de bomen iets zegt over de seizoenen – en gebied specifieke informatie. Niet alleen visuele kenmerken maar ook geuren en geluiden spelen bij de interpretatie van een landschap een belangrijke rol.


Coeterier, J.F. (1987) De waarneming en waardering van landschappen. Resultaten van omgevingspsychologisch onderzoek. Dissertatie Wageningen Universiteit. Wageningen. 


NOG WAT SNIPPERS

1.

In het Groningse landschap zal het niet meer ruiken naar de bietenlucht.

Honderdduizenden suikerbieten liggen klaar voor verwerking bij de SuikerUnie.
Beeld Raymond Rutting.

Jurre van den Berg 20 februari 2020 (Volkskrant).

‘SuikerUnie stopt met het productieproces dat verantwoordelijk is voor de kenmerkende geur. Als de suiker uit de suikerbiet is gehaald blijft er een restproduct over, legt Gert Sikken, directeur agrarische zaken SuikerUnie uit: bietenpulp, ook wel ‘merg’ genoemd. Een deel ervan wordt verkocht als veevoer. Een ander deel werd altijd gedroogd, onder andere om huisdiervoer mee te maken. Bij dat droogproces kwam de kenmerkende bietenlucht vrij. Zeg gerust: een noordelijke variatie op de madeleines van Proust.’

2.

IJmuiden (1960). Wim T. Schippers.

Eén antwoord op “GEBIEDSONTWIKKELING – groeten uit IJmuiden”

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *