BEST PERSONS (2)
“Wanneer ik […] over stadsvernieuwing spreek bedoel ik deze in de ruimste zin: de stad is een sociaal verschijnsel en stadsvernieuwing behoort meer te zijn dan een aktiviteit van breken en bouwen: stadsvernieuwing is een sociale aktiviteit van de eerste orde, gericht op het in alle opzichten levend houden van de stad.”
Jan Schaeffer kwam met een oppositionele praktijk voor de Amsterdamse stadsonwikkeling. Deze in hart en ziel Amsterdammer begon als actievoerder tegen de plannen voor de revitalisering van ‘zijn’ buurt De Pijp. Het stedenbouwkundige plan voor deze wijk heette ‘Geef de stad een kans’ van de Zweeds-Amerikaan David A. Jokinen. Door De Pijp zou een verkeersader komen, die via een 6,5 meter hoog viaduct zijn afslag naar de wijk zou krijgen. City-vorming in optima forma. ‘De binnenstad was niet geschikt voor bewoning en moest worden getransformeerd tot zakencentrum’ Het ene plan voor de binnenstad was nog rigoureuzer en megalomaner dan het andere. De 19eeeuwse wijken met hun revolutiebouw waren hard aan een opknapbeurt toe en de oude binnenstad zat vol gaten die vaak het gevolg waren van half uitgevoerde plannen. De beoogde invulling van de stedelijke openbare ruimte in Amsterdam was gebaseerd op het pleidooi voor een functionele stad. De aanwezige gesloten bouwblokken, traditionele straten en vermenging van wonen, werken en recreatie, zoals de ruimte historisch was ingevuld, moest doorbroken worden. De planning was een zaak van experts. Van Eesteren – directeur van de Amsterdamse dienst Stadsontwikkeling – en zijn ambtenaren deden zich voor als wetenschappers die met statistieken in de hand bestuurders wisten te overtuigen van de juistheid van hun analyse. De Liagre Böhl, (2010) weet te melden dat het niet toevallig was dat Van Eesteren zijn werk altijd in een witte doktersjas deed, alsof hij een arts was die had vastgesteld dat de oude stad dodelijk ziek was.
Schaeffer verbond zich politiek aan de Partij van de Arbeid en in die hoedanigheid werd hij kamerlid, staatssecretaris en wethouder van Amsterdam. In die laatste functie werd hij nog steeds geconfronteerd met de dominante discours dat Amsterdam een stad in verval was, met steeds minder inwoners want die trokken massaal naar overloopgemeenten als Purmerend en Almere. En Schaeffer weerlegde deze overtuiging door te stellen dat zijn stad geen afgeschreven product was, Voor hem was een stad gewoon ‘veel mensen op een kluit’. ‘Zo hoort het ook‘, stelde hij. ‘Het Stedelijk Museum zet je ook niet in de Kudelstaart’. Als verantwoordelijk bestuurder institutionaliseerde hij zijn oppositionele discours. Met een reorganisatie brak hij de macht van het gemeentelijke apparaat (Stadsontwikkeling).
Een tocht door de instituties, zoals Gerard de Kleijn (1985) zo’n vergelijkbare bureaucratische omwenteling noemde. Deze deed zich ook in Rotterdam voor, waar wethouder Jan van der Ploeg, eveneens een PvdA wethouder, de City vorming door een verregaande reorganisatie van het ambtelijk apparaat wist om te buigen. Ook in Den Haag was het een bewoner-actievoerder die aanjager was voor de ombuiging van Cityvorming naar stadsvernieuwing. Adri Duivesteijn doorliep zijn scholing via de Jongeren Aktiegroep Schilderswijk en de PvdA, om in 1980 als wethouder aangesteld te worden. (1) De Haagse Projectorganisatie was geïnspireerd op Rotterdam, waar de stadsvernieuwing eerder op gang was gekomen. Er ontstond daar een aparte ‘managementclub’, die de ‘inspraak’ van bewoners, de voortgang van projecten per plangebied én voor alle gebieden te samen, bewaakte.
(1) “De ‘Jongeren Actiegroep Schilderswijk’, de wijkkrant, Haagse PvdA, het raadslidmaatschap, het wethouderschap en het zijn van locoburgemeester, maakten dat ik in een constante lijn — en in de meest concrete zin — vorm en inhoud kon geven aan mijn opvattingen. Of, zoals het door de wijkkrant de Schilderswijker werd verwoord: ‘Het College als Aktiegroep: Voor mij was het een continu leerproces, waarin de nieuw vergaarde kennis en inzichten de dag erna kon worden ingezet om effectiever te zijn dan de dag ervoor.“
- Kleijn, G. de (1985). De staat van de stadsvernieuwing. Utrecht, Universiteit Utrecht/Vakgroep Stadsstudies.
- Liagre Bohl, H. (2012). Steden in de steigers. Stadsvernieuwing in Nederland 1970-1990. Amsterdam, Bert Bakker.
Eén antwoord op “GEBIEDSONTWIKKELING – jan Schaeffer”