ATELIER BINCKHORST – wonen met zicht op de stad

Zicht op de stad. Kinga Bachum. 

Anno 2019 is er (nog steeds) sprake van krapte op de woningmarkt. Op allerlei plekken, vooral in het bestaande stedelijk domein, wordt gezocht naar oplossingen door verdichting en hoogbouw. Voorheen bescheiden gebieden worden door ontkkelaars en kansrijke nieuwe gebruikers opnieuw ingevuld. Hierdoor neemt het gebied in status toe en kan ook de leefbaarheid worden verbeterd. De gemeente Den Haag ziet voor de Binckhorst mogelijkheden om een deel van haar woningbouwprogramma daar te realiseren en daarmee ook een bijdrage aan de kwaliteit van het plangebied te leveren. Diverse projecten worden in dit cluster gepresenteerd, die zeker aansprekende allure hebben.  Bij de planvorming voor de Binckhorst is de doelstelling geformuleerd om met aansprekende gebouwen betekenis te geven aan het plangebied. Gebouwen met een iconische uitstraling die het gebied op de kaart zetten en economische spin-offs genereren.  

Eenzijdige functionele gebiedsontwikkeling behoort al lang niet meer tot het gangbare discours in de stedenbouw. De scherpe scheiding tussen wonen, werken en recreëren die de ‘Modernisten’ – Le Corbusier, Robert Moses, e.a. –  beoogden, wordt als dodelijk gezien voor een levende stad. In het planproces in de Binckhorst wordt in navolging van een internationale ontwikkelingen een brede functionaliteit met een zeker allure, duurzaamheid, diversiteit en levendigheid nagestreefd. [1]

De woningen die worden aangeboden bij deze gentrificatie zijn wat betreft de betaalbaarheid in geringe mate bereikbaar voor de onderkant van de (sociale) woningmarkt en starters. Het laat een geringe ruimte toe aan deze doelgroep. Voelen de oorspronkelijke gebruikers en ondernemers zich nog thuis nu het gebied verandert van karakter? Een vraag die constant gesteld kan worden bij gebiedstransitie. Wat gaat aan authenciteit verloren, wat en wie wordt verdrongen, voor wie biedt de transitie kansen? In deze blog worden wat kanttekeningen geplaatst bij een ongebreidelde hoogbouw, waar het wonen, de sociale betekenis van huisvesten, naar de achtergrond dreigt te verdwijnen.

  • VINEX NIET HERHALEN

Vroeger stampte je in acht jaar een nieuwbouwwijk uit de grond. Tegenwoordig gaat dat meer organisch. Dat zie je bijvoorbeeld bij Strijp-S in Eindhoven, waar voormalige Philipsfabrieken langzaam worden omgebouwd tot woon- en werkruimtes. Aanvankelijk waren de voormalige fabrieksruimten hippe broedplaatsen voor creatieve ondernemers en anno 2019 kent het gebied een rijke mix van wonen, werken, winkelen en vrije tijd. Interview met Wethouder Yasin Torunoglu (Wonen) geplaatst in Bouwend Nederland (12 juni 2018). ‘Herbestem meer tijdelijk en met magic mix’.

Nederland staat nu voor een soortgelijke woonopgave als in de jaren negentig. Alleen al in Noord- en Zuid-Holland zijn elk 250.000 nieuwe woningen nodig ‘en dat is vergelijkbaar met Vinex’, zegt Rients Dijkstra, rijksadviseur ‘stad en infrastructuur’. In het discours omtrent bouwlocaties is een breed gedragen statement te horen dat in uitleggebieden niet meer gebouwd moet worden, zoals vanaf de jaren negentig gebeurd is met de grootschalige Vinexwijken. De meeste Vinexwijken zijn heel ruim opgezet, zonder hoogbouw en met veel groen. Deze kwaliteit neemt echter veel ruimte in beslag. Het groen dat er nu nog is in de uitleggebieden moet niet opnieuw opgeofferd worden aan woningbouw. ‘Als elke generatie daar een hap uitneemt, is dat groen over een paar generaties op’, zegt Dijkstra. Waar moeten die woningen dan wel komen? ‘Het is onontkoombaar om kleine locaties aan de stadsranden te ontwikkelen’, zegt de Delftse hoogleraar woningmarkt Peter Boelhouwer.[3] ‘Ook zal er meer hoogbouw moeten verrijzen.’ Veel soelaas bieden onbenutte terreinen en leegstaande gebouwen binnen de steden, voegt Cees-Jan Pen, lector aan de Fontys Hogescholen, toe aan de discussie. Opnieuw is ‘veel weiland opspuiten’ vooralsnog niet nodig. Volgens een studie van het Planbureau voor de Leefomgeving zijn er in veel steden nog voldoende mogelijkheden. [4] In de periode 2011 – 2015 zijn bijna 26.000 woningen al gerealiseerd door transitie van bestaande gebouwen, zoals kantoren, fabriekspanden of winkels Na Amsterdam vonden de meeste transities plaats in Eindhoven. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. In 2015 kwamen op die wijze ruim 8.000 woningen op de markt. Dat is meer dan 10% van alle woningen die in dat jaar bij de woningvoorraad kwamen.

  • STEDELIJK PERSPECTIEF EN ALLURE

Met de agenda ‘Ruimte voor de Stad’, dat eind 2016 door de Haagse gemeenteraad is vastgesteld, probeert Den Haag een prettige leefomgeving te creëren voor het huidige aantal inwoners (520.000) en de 80.000 inwoners die er volgens de huidige prognose tot 2040 bij zullen komen. Om al deze mensen een plek te bieden, worden er in de komende 20 jaar 50.000 woningen bijgebouwd. De helft hiervan zal worden gerealiseerd in het Central Innovation District (CID). Met het CID, en de aangrenzende Binckhorst wordt een hoog stedelijk gemengd gebied nagestreefd dat bovendien op regionaal niveau een belangrijke rol kan vervullen.

CID – DEN HAAG

Den Haag is met haar ligging aan zee, het levendige centrumgebied, het cultuurhistorisch erfgoed, de prettige woonwijken met goede voorzieningen en het vele groen een aantrekkelijke stad voor haar inwoners en bezoekers. De prognoses van stedelijke groei en de noodzakelijke transitie naar een ‘nieuwe economie’ stellen echter hoge (nieuwe) eisen aan de aantrekkingskracht en woonkwaliteiten van Den Haag. Steden concurreren immers met elkaar op nationaal en internationaal niveau om het aantrekken en vasthouden van talent, young professionals, stedelijke gezinnen, expats en de ondernemende middenklasse. De aanwezigheid van deze groepen is nodig om bedrijven en werkgelegenheid voor alle inwoners aan de stad te binden en daarmee Den Haag veerkrachtig te houden. Den Haag moet daarom op alle terreinen een aantrekkelijke en inspirerende omgeving bieden waar bedrijven, hun (internationale) medewerkers en nieuwe generaties talent zich graag vestigen. Daarom zetten we in op een optimaal vestigings- en woonklimaat voor deze doelgroepen: Den Haag moet internationaal en digitaal goed bereikbaar zijn, een diversiteit aan aantrekkelijke woonmilieus bieden evenals een aansprekend cultuuraanbod, excellent internationaal onderwijs, nieuwe beroeps- en universitaire opleidingen, een kwalitatief hoogwaardige buitenruimte met recreatiemogelijkheden en uiteenlopende sportvoorzieningen”. [5]

  • CENTRAL INNOVATION DISTRICT (CID). [6]

Het CID in Den Haag kent geen harde fysieke grenzen, maar wordt beschouwd als de driehoek tussen de stations Den Haag Centraal, Hollands Spoor en Laan van NOI.  De driehoek (zie figuur 2) is een verzameling van deelgebieden. Het omvat een deel van de Binckhorst, met industrie, MKB’s en start-ups, maar ook het Beatrixkwartier, met zijn overheidsgebouwen en multinationals.

Rond het Centraal Station bevinden zich de governance-opleidingen van de Universiteit Leiden (er worden 10.000-15.000 extra studenten verwacht de komende 10 jaar). Naast het Hollands Spoor ligt de Haagse Hogeschool en bij station Laan van NOI staat een bedrijfsverzamelgebouw voor ondernemers binnen het cyber security cluster. En midden in het gebied bevinden zich de bedrijfsverzamelgebouwen New World Campus, op de grens met de Binckhorst (Bink36). Het CID heeft op dit moment van schrijven (2019) een relatief lage woningdichtheid. Met de toevoeging van 25.000 woningen zet de stad in op meer levendigheid in het gebied en op een plek voor mensen met een ‘hoog stedelijke levensstijl’. De huidige cijfers laten zien dat vooral onder de jeugd (18-29 jaar) een sterke trek is naar de stad. Hier vinden zij namelijk een studie die ze een diploma kan bezorgen en bovendien een eventuele partner en eerste baan. Maar rond hun dertigste levensjaar lijken de meeste hoogopgeleiden te vertrekken naar de omliggende gemeenten, wat betekent dat hoogopgeleid talent uit de binnenstad verdwijnt. Erik Pasveer, Haags stadsbouwmeester, benadrukt de ambitie van Den Haag om het talent voor de centrumontwikkeling, in het bijzonder de kenniseconomie, meer aan de stad te binden. Het stimuleren van innovatie door het creëren van een innovatief milieu vertaalt zich vooralsnog in het ruimte bieden aan partijen die bronnen kunnen zijn voor innovatie, waaronder de grote groep aanwezige start-ups in het district. Een woningbouwprogramma moet dan ook ondersteunend zijn aan woonvoorkeuren van de dragers van de kenniseconomie.

  • INVULOEFENINGEN VOOR HET CID:

1. NEW WORLD CAMPUS

Voormalig Postcheque en Girodienst
Interieur New Word Campus

De New World Campus is een voorbeeld van de invulling van dit centrumgebied. Het voormalig pand waar het hoofdkantoor van de Postcheque en Girodienst gevestigd was, kreeg een nieuwe bestemming. Na een circulaire verbouwing van het monumentale pand aan het Spaarneplein opende New World Campus eind mei 2015 haar deuren. Uit de brochure: Hier ontmoet een breed netwerk van professionals elkaar om samen te werken, kennis te delen en elkaar te inspireren tot innovatie voor vraagstukken op het gebied van nationale en internationale duurzame ontwikkeling.’ Bovendien beschikt het gebouw over een groot aantal zalen en ruimtes waar vergaderd kan worden of events kunnen plaatsvinden.

2. THE GRACE: MET UITZICHT OP DE BINCKHORST

The Grace is een ontwerp van Mecano voor twee torens gelegen aan de Rijswijkseweg in het CID gebied op een steenworp afstand van Den Haag Hollands Spoor.  De bewoners krijgen uitzicht over de Trekvliet. De omgeving wordt de komende jaren getransformeerd als onderdeel van het Trekvlietpark met ruimte voor voetgangers en fietsers. The Grace verbindt door de combinatie van wonen en werken van veelal startende ondernemers de buurten van de Binckhorst en de Laakhavens met het stadscentrum. De nieuwe torens gaan ruimte bieden aan 1500 huurwoningen in verschillende prijsklassen. Dit ensemble met de twee torens, een van 150 meter en de andere 180 meter, bevindt zich op een sokkel van zeven verdiepingen. De plint heeft commerciële functies, een restaurant en kantoren op de begane grond, terwijl de bovenste verdiepingen huizen, kantoren en gemeenschappelijke voorzieningen bevatten. Arcades aan weerszijden van het complex bieden bescherming tegen wind en regen en creëren beschutte plaatsen voor restaurantklanten en winkelend publiek. De plint biedt werk- en verzamelruimtes voor bewoners, een receptie voor bezoekers en een overzicht van de activiteiten in de omliggende co-working spaces.  Gemeenschappelijke binnenplaatsen en daktuinen, een gemeenschappelijke keuken, sportfaciliteiten en een bioscoop versterken de bewonersgemeenschap. Daarnaast ondersteunt het gebouw een opkomende duurzame subcultuur, die bewoners voorziet van deelfietsen en elektrische auto’s.[7]

The Grace. Artist Impressie Mecano.

Een (corona)interview met de ontwerpers (april 2020)

  • WONEN IN DE BINCKHORST: EEN PALET

1. GREEN CAMPUS

CREATOR: gd-jpeg v1.0 (using IJG JPEG v62), default quality
Voormalige KPN-gebouwen. De Green Campus. Bron: Borghese Real Estate.

De Green Campus is een grootschalig kantorencomplex dat ontwikkeld is voor KPN in de periode van 1999 tot 2001. De Campus bestaat uit twaalf gebouwen van in totaal 80.000 vierkante meter en is gelegen in een omgeving met waterpartijen en terrassen. Tevens is het volledige complex gebouwd op een ondergrondse parkeergarage die ruimte biedt aan 950 parkeerplaatsen. De A12 en station Voorburg liggen op steenworp afstand, waardoor de locatie optimaal ontsloten is.

In het leeggekomen complex is ruimte voor 600 tot 700 woningen, commerciële ruimten en een hotel. In een eerste fase (2018) van de transformatie van het complex zijn 6 kantoorgebouwen omgezet in zo’n 250 vrije-sector huurappartementen.

2. BINCKHORSTHOF

De Koninklijke Luchtmacht verliet in 2013 het hoofdkantoor aan de Binckhorstlaan. Het Rijksvastgoedbedrijf vond de verkoop toen nog niet kansrijk en koos voor een actief leegstandsbeheer. Het door Motus geëxploiteerde concept werd bekend als MOOOF. Dit initiatief is gericht op tijdelijke huisvesting voor (startende en jonge) gezelschappen, personen, ondernemingen en organisaties op het gebied van dans, sport en beweging. Deze overgangssituatie eindigde toen dit oude kantorencomplex verkocht werd aan projectontwikkelaar White House Development BV uit GoudaIn samenwerking met Mei architect & planners is een plan ontwikkeld voor gezond en groen wonen in de Binckhorst. Deze tender is gewonnen en het pand wordt verder ontwikkeld. Op het terrein komen woningen en bedrijven. Hiermee wordt weer een nieuwe stap gezet om het gebied de Binckhorst te ontwikkelen tot woon- en werkgebied. [14]

Voormalig kantoor van de Koninklijke Luchtmacht aan de Binckhorstlaan. Foto: Rijksvastgoedbedrijf.

Na de sloop van MOOOF komen op dit kavel woningen en bedrijvenHierbij ontstaat de mogelijkheid de aanwezige groene long van de Laak (een oude veenstroom) en de Trekvliet te verbinden met de nieuwbouw in de Binckhorst. Ook het park rondom kasteel Binckhorst kan worden geïntegreerd. Hierdoor ontstaat een groene recreatieve route door de Binckhorst en kunnen hier woningen worden gerealiseerd met oriëntatie op groen en water. De woningdichtheid neemt in het plan trapsgewijs af van de Binckhorstlaan richting het water. De hoge bebouwing langs de Binckhorstlaan is gunstig voor het verlagen van de geluidbelasting in het gebied. Er is voorzien in een grote woningdifferentiatie, geschikt voor drie generaties en met ‘talent housing’ voor internationaal talent.

 

De plannen van White House Development passen in de uitgangspunten van de gemeente Den Haag. Volgens de gemeente wordt met de vernieuwing van deze locatie een belangrijke bijdrage geleverd om de Binckhorst te transformeren tot een gemengd stedelijk woon- en werkgebied. De gemeente wil dit gebied ontwikkelen als stadsentree. Een aantrekkelijk woongebied en een economische factor van betekenis, met aandacht voor duurzaamheid en vergroening. 

  • EEN DEBAT:

WAARDECREATIE, MAAR WELKE?

GERBEN HELLEMAN  

Gerben Helleman – Coördinator Platform Stad & Wijk, zelfstandig publicist/onderzoek Stadslente – leverde een bijdrage aan de discussie over Gebiedsontwikkeling #3.0, dat in de Mooof werd gehouden, op een zogenoemde leerbijeenkomst op 25 september 2018 georganiseerd door het Platform Stad en Wijk. Het hele verslag van het debat: www.platformstadenwijk.nl/gebiedsontwikkeling

Met de sloop verdwijnt MOOOF dat goedkope bedrijfsruimten bood aan startende ondernemers. Een gemis met mogelijk een financieel probleem voor deze ondernemers die naar een (duurdere) bedrijfsruimte moeten gaan zoeken. In Nijmegen speelt een soortgelijke waardenstrijd rondom het Honigcomplex . Deze tijdelijke culturele hotspot aan de Waal zal op termijn verdwijnen voor woningbouw, omdat de voormalige fabriek op een duur stuk grond staat en er ook in Nijmegen woningnood is. De gemeente ziet het belang in van deze ondernemers en zal passende vervangende ruimte elders voor ze gaan zoeken. Is die (‘schuif’) ruimte hier in Den Haag nog wel aanwezig? Want waar kunnen de startende ondernemers uit de Mooof straks nog terecht? Den Haag is namelijk, net als Amsterdam, al bijna helemaal volgroeid en opgepoetst. De Binckhorst is wat dat betreft nog het enige rafelgebied. Wil je dit soort gebieden niet juist in je stad behouden zodat er voor ieder wat wils is? Ofwel de vraag is eigenlijk: wat voor stad wil je zijn?

Naast het argument van de urgente stedelijke woningbehoefte is sloop van het Honigcomplex te rechtvaardigen, evenals dat voor de Mooof geldt, omdat de gebouwen op deze locatie in bouwtechnische zin zijn langste tijd hebben gehad, niet duurzaam zijn en wetende dat de exploitant en huurders op de hoogte waren van de tijdelijkheid van de bedrijvigheid. Daarnaast zijn veel ondernemers niet zo plaatsgebonden als vaak wordt gedacht. Allemaal argumenten – voor en tegen sloop – die waar zijn. 

De algemene vraag is welke argumenten – cultuurhistorie, bouwtechniek, ecologie, leefbaarheid – in het ontwikkelingsproces de meeste prioriteit krijgen. Het algemene gevoel is daarbij overigens wel dat grondeigenaren (te) vaak een beslissende stem hebben in die prioritering. In deze prioriteitsdiscussie is het in ieder geval van belang dat zowel de partijen binnen de ‘systeemwereld’ (overheden, vastgoedsector) als binnen de ‘leefwereld’ (stadsmakers, burgers) hun eigen idealen en waarden durven loslaten. Projectontwikkelaars moeten verder kijken dan alleen financieel rendement op korte termijn en burgers moeten leren om het eigen belang te overstijgen. Synergie kan ontstaan als we meer gaan denken en werken in ketens – ontwikkeling, exploitatie en beheer -, samenwerkingsverbanden (sociaal-fysiek) en kringlopen (circulariteit). Waarbij er dus niet sprake is van eenrichtingsverkeer – top-down of bottom-up; systeem- of leefwereld -, maar van tweerichtingsverkeer aan de hand van polderen en pragmatisme. Dat laatste is ook nodig omdat er geen kant-en-klare recepten op de plank liggen voor gebiedsontwikkeling. Per context van de lokale dynamiek is een lange adem nodig van alle betrokkenen. Daarbij is het van belang dat partijen continu schakelen tussen schaalniveaus, tijdshorizonten, belangen en waarden. Kennisinstellingen, zoals hogescholen en universiteiten, kunnen daar een belangrijke bijdrage aan leveren door onafhankelijk praktijkgericht onderzoek te verrichten en inzicht te geven in de complexiteit, de rollen, opvattingen en overwegingen van de verschillende partijen. Zodat partijen meer begrip voor elkaar krijgen en hen soms een spiegel wordt voorgehouden als ze inzicht krijgen in de consequenties die met bepaalde keuzes gepaard gaan. 

3. TREKVLIET ZONE

Langs de Trekvliet krijgen de toekomstige bewoners de kans om deel uit te maken van een innovatieve woon-werkwijk. Er komen circa 800 woningen met een grote diversiteit: van een aanbod van sociale huurwoningen tot collectieve zelfbouw en van koopappartementen met het uitzicht op het water.

Artist impressie van het Junoblok in Trekvlietzone . 67 kluskavels in een oud kantoorpand. Deze kavels zijn ‘klusrijp’ opgeleverd.
Woongebouw De Binck. Beeld: De Architect.

Binck Eiland, de voormalige Staats Drukkerij en uitgeversbedrijf (SDU) bestaat uit 71 huurwoningen (vrije sector), 45 eengezinswoningen en daarnaast twee appartemententorens. De ene toren telt acht etages met 48 vrijesector huurwoningen, de andere heeft 76 koopappartementen verdeeld over vijftien verdiepingen. Verder krijgt het gebied rondom de woningen meer groen en worden de kades langs de Trekvliet vrijer toegankelijk gemaakt.

De oude drukkerijhallen zijn ontmanteld. De onderdelen worden circulair hergebruikt tot museum elders in het land. De hallen maken nu plaats voor nieuwe woningen rondom een groene binnentuin. Hieronder verscholen ligt de parkeergarage. De woningen worden op de bestaande dikke vloer van de hallen gebouwd. Het hergebruik van de vloer voor de parkeergarage en als fundering voor de woningen voorkomt onnodige sloop en het bespaart kostbare grondstoffen. Circulariteit is een hoofdthema in het creëren van deze woonbuurt.

 “Eigenlijk was ik niet op zoek naar een huis in de Binckhorst. Ik woon nu in een appartement in het Bezuidenhout en zocht een benedenwoning met een tuin, een beetje vergelijkbaar met het huis dat ik nu heb: jaren dertig, hoge plafonds, kamers en suite. Ik had op een paar huizen geboden, maar zat er telkens naast. Ook hier is de huizengekte inmiddels een beetje toegeslagen. Toen kwam dit appartement in de Binckhorst langs en heb ik me ingeschreven voor informatie. Ik heb lang getwijfeld of ik in zo’n nieuw te bouwen wijk wil wonen. Toen ik op een gegeven moment een optie had, werd het serieuzer (…) Het is een nieuw appartement dat je grotendeels kan indelen naar eigen smaak. Heel leuk als je erover gaat nadenken” [15]

4. BINCK BLOCKS

CREATOR: gd-jpeg v1.0 (using IJG JPEG v62), quality = 82

Het plan Binck Blocks is door de gemeente Den Haag aangewezen als winnaar van de tender voor Trekvlietzone Kavel 1A. Projectontwikkelaar VORM won met het plan Binck Blocks de tender en LEVS-architecten maakte het ontwerp voor deze innovatieve woontoren. Het is 115 meter hoog, dat is opgebouwd uit verschillende woonbuurten met een mix aan woonmilieus en –typologieën. De verschillende buurten met elk een eigen karakter moeten samen zorgen voor een gemengde wijk. Binck Blocks is gericht op verschillende doelgroepen, uiteenlopend van starters tot gezinnen, 50-plussers en expats, aldus VORM. Om het contact tussen de bewoners te stimuleren, worden diverse collectieve ruimtes in het ontwerp opgenomen. [16]  Deze woontoren komt te staan waar de nieuwe Rotterdamsebaan boven de grond komt, wat betekent dat Binck Blocks daarmee beeldbepalend voor de entree van de stad wordt.

Bewoners uit de Laak, de wijk aan de overkant van het water van de Trekvliet, zijn bang dat de Binckhorst verandert in een ‘yuppen-enclave’. Daar worden straks dure woontorens uit de grond gestampt, ‘maar mensen met kleine inkomens moeten hier ook kansen krijgen’.  De gemeente reageert hierop met haar streven kenbaar te maken om een zeker contigent sociale huurwoningen in de programmering op te nemen. [17]


[1] Planbureau voor de Leefomgeving (2009). Menging van wonen en werken. Den Haag/Bilthoven: PCB.

[3] Vgl. Korthals Altes, Willem K. & Milly Tambach (2008). ‘Municipal strategies for introducing housing on industrial estates as part of compact-city policies in the Netherlands’ Cities 25. pp. 218-229.

[4] Duinen. Lianne van, Bart Rijken & Edwin Buitelaar (2016). Transformatiepotentie: woningbouwmogelijkheden in de bestaande stad. Beleidsstudie. Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving.

[5] Gemeente Den Haag. Woonvisie, 2017.

[6] Zie: Pluijmen, Tuur (2017). From Ambition to innovation. A closer look at the phychological characteristics of innovation districts. Delft: TU Delft. Faculty of Architecture and the Built Environment. (Master paper).

[7]  De Architect. 16 april 2019.

[8]  Jacobs, J. (1961). The death and life of great American cities. New York Random House Inc.

*Een les uit dit verleden: Franke, S. & G. J. Hospers (red.) (2009). De levende stad. Over de hedendaagse betekenis van Jane Jacobs.Amsterdam, SUN Trancity. *Zie ook: Zukin, Sharon (2009). Naked City. The death and life of authentic urban places. Oxford: University Press.

[9]  Milikowski, Floor (2018) ‘Zijn we vergeten wie we zijn?’ In: De Groene Amsterdammer, 24 januari, nr.4.

*Milikowski, Floor (2018), Van wie is de stad? Amsterdam: Atlas Contact. 

[10] Gebiedsontwikkeling. Nu Bouwkunde (TU Delft). d.d. 5 maart 2018.

[11] Gebiedsontwikkeling. Nu. Bouwkunde (TU Delft). d.d. 19 april 2019.

[12] Veelen, Arjan van (2019). ‘De armste stad van Nederland krijgt straks het duurste huis ooit en waarom ook niet?’ In: De Correspondent, 14 februari. 

[13] Zie: Van der Pennen, Ton. (2016). Schetsboek. Bouwstenen uit de recente geschiedenis van de stedenbouw. Amsterdam: IOS Press. pp.  131, e.v.

[14] Rijksvastgoedbedrijf. Nieuwsbericht, 25-06-2018.

[15] Interview Radio West. 27 juli 2018. 

[16] Architectenweb, februari. 2019.

[17]  AD 21.12.2018.

2 antwoorden op “ATELIER BINCKHORST – wonen met zicht op de stad”

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *