13 februari 2021. Weer zo’n mooie omslag op The New Yorker.
- EEN BIJZONDERE EIGENTIJDSE WINTER
Ilja Leonard Pfeiffer
Oudhollands sonnet:
Het sneeuwt. We halen volksaard uit het vet
en in een schilderij van Avercamp
verwarmen wij ons fijn aan Unoxdamp
en lijken eeuwen jonger van de pret.
Het vriest, hoewel het niet meer vriezen kon
in dit verhit antropoceen. Het laatste
rayonhoofd is verdronken waar men schaatste
en Van der Weijden zwom de marathon.
Het sneeuwt en vriest. Het is extreemrechts weer,
waarin de driekleur strak staat en klimaat
voor even niet meer ter discussie staat.
Het vriest en sneeuwt en zelfs de pandemie
verdwijnt onder een dik pak nostalgie.
Pas als het dooit, polariseert men weer.
10 februari 2021
Arjan Schreuders. NRC, 10 februari 2021.
De ondergelopen weilanden van Vereniging IJsvermaak in Breda liggen er uitnodigend bij: een blauwe lucht, omzoomd door wilgen, landhuizen en een kasteeltje in het bos. Van Poppel (73) zakt door de knieën en jaagt een boor, licht ratelend, door het ijs. „Behoorlijk dik”, schat hij. Meetlat erbij. „Bijna zes.” Een verrukkelijke dikte; donderdag zal de kritische grens van zeven centimeter worden overschreden en dan kan korte tijd later worden geschaatst.
Als dat positief is, kunnen vrijdagochtend in theorie vierhonderd leden van de vereniging aan de poort staan. Ze zullen worden overstelpt met coronavoorschriften. Wc’s en kleedkamers zijn dicht, men wordt dringend verzocht al in schaatstenue te verschijnen en na twee uur het terrein zo snel mogelijk weer te verlaten. En anderhalve meter afstand te bewaren. Van Poppel: „We hopen op het gezond verstand.”
Beeld Guus Dubbelman
- Eigentijds schaatsen
Huib Modderkolk. Volkskrant, 13 februari 2021.
Toertochten, blaasorkesten en kraampjes zijn er niet. Toch trekken schaatsers massaal de natuur in. Op verschillende plekken werden al de toegangswegen gesloten omdat de toestroom niet meer te stoppen was. In Leeuwarden, Hardenberg en Rotterdam gingen wegen op slot. In Valkenburg (gemeente Katwijk) werd een ijsbaan na overleg met de gemeente kapotgereden met een trekker toen schaatsers de afgesloten ijsbaan toch opgingen. In Dalen in zuidoost Drenthe zorgde een bestuursconflict over het wel of niet openen van de ijsbaan ook voor een kapotte baan: in de nacht trok een boze man uit Hollandscheveld met een trekker de ijsvloer open.
- Gedicht van de dag:
Februari
Ik laat je in februari beren jagen
in een bevroren bergkloof grauw en grijs,
met lekke laarzen over dooiend ijs
ten prooi aan sneeuwjachten en regenvlagen.
Wat de een leuk vindt, zal de ander niet behagen:
knechten die koppig zijn en eigenwijs,
waarden die uit zijn op een woekerprijs
en vrouwen die wol spinnen alle dagen.
En eenzaam in dat winterse domein
diep zuchten om ’t verdriet waarin je leeft
en drinken van de bittere appelwijn,
terwijl de stormwind woedt en de aarde beeft,
zonder veel schade, maar met zulk een kracht
dat je geen oog meer dichtdoet heel de nacht.
Folgóre da San Gimignano (1270-1322)
- ‘Gebroken polsen en heupen zijn ‘een verademing na alle corona’
Hanin Balan. NRC, 14 Februari 2021.
Het Albert Schweitzer Ziekenhuis in Dordrecht schakelde zondag een derde operatieteam in. „Dat komt eigenlijk nooit voor”, zegt woordvoerder Frank van den Elsen. „Normaal staat er in het weekend één team paraat. Bij uitzondering schakelen we een tweede in.” Het was zaterdag té druk, benadrukt Van den Elsen, dus werden schaatsers met een ‘semi-ernstige breuk’ pas een dag daarna geholpen. Zondagochtend stonden er veertien personen met heup- en bovenbreuken in de wacht. „We hopen dat schaatsers voorzichtiger zullen zijn en dat het snel gaat dooien.”
- Winterweer en schaatspret door de decennia heen
In Beeld Corona of niet, aanhoudend winterweer doet velen maar aan één ding denken: schaatsen op natuurijs. Al jarenlang worden de vele Nederlandse wateren bij strenge vorst gebruikt voor sport en vermaak. Een historische fotoserie over schaatsen op natuurijs in Nederland: langs molens, polders en statige herenhuizen.
23 december 1962 Rob Mieremet/Anefo. december 1969
Van Oorschot/Anefo. 26 januari 1950 Jac de Nijs/Anefo. 21 november 1965.
5 januari 1971.
Ik herinner me de strenge winter van 1962/63 nog heel goed. De winter van 1963 is, met een gemiddelde temperatuur van -3.4 graden Celsius, de boeken in gegaan als de strengste winter in Nederland sinds 1901 en was daarmee de koudste winter van de 20e eeuw. Niet alleen werd op 18 januari 1963 de twaalfde Elfstedentocht verreden, maar overal in het land waren tourtochten uitgezet.
Zelf had ik geen schaatsen, maar met geleende Friese doorlopers heb ik een tocht gemaakt van Monster, waar ik toen woonde, dwars door het Westland naar Delft en terug. Het schaatsen was overigens geen onverdeeld genoegen; de touwtjes van de Friese doorlopers gingen regelmatig los en de schaatsen pasten ook niet goed onder mijn schoenen waardoor ik vaak met een scheve schaats reed. Niettemin was mijn motivatie zo groot dat ik, zonder schade en voortijdig afhaken, de tour heb voltooid.
Hoe ik aan die Friese doorlopers ben gekomen, weet ik niet. Ze stonden niet op mijn verlanglijstje voor de verjaardag of Sinterklaas. In die winter werden ze ondergebonden, lekker strak. Mijn vader ging terug naar huis. Na een paar krabbels en nog wat, zat een van de schaatsen los en de ander bungelde rond de enkels. Het koord was in die korte tijd bevroren geraakt. Het lukte me ook niet meer om de schaatsen met dat koord weer strak aan te knopen. Nog even krabbelen, verbaasd te zien hoe goed het die kinderen wel lukte, ging ik weer terug naar huis. Heb het in een latere winter nog wel eens geprobeerd. Ben echter nooit een schaatser geworden. Nu, op hoge leeftijd voel ik nog dat bevroren koord in mijn verkleumde handen.