ACHTERWERK IN DE KAST – meidengroepen

… EN WAT DIES MEER ZIJ …

LUV

In 1978 moest Hans van Hemert zorgen voor de titelsong van de VPRO-serie ‘Het is weer zo laat’, beter bekend als ‘Waldolala’. De dames van ‘Luv’ werden ingezet en zongen ‘U.O. me’ (you owe me) met als ondertitel ‘You ‘re very welcome in ‘Waldolala’. (Dit is een opname uit 1978) In de zomer van 1978 hebben de dames hun eerste nummer 1-hit met You’re the greatest lover, gevolgd door een tweede: Trojan horse. In 1979 ontvangen zij de Conamus Exportprijs. Hierna volgen nog een aantal grote hits tot begin jaren tachtig.

WALDO

De hoofdrol in de TV serie werd gespeeld door Dolf Brouwers in de rol van Waldo van Dungen. Eerst was Waldo corrector bij uitgeverij de Horizon en in de avonduren hulpober bij een nachtclub. Dan ontmoet hij de rijke Gé Braadslee (gespeeld door Mimi Kok en ze wordt verliefd op Waldo en koopt de nachtclub, waarna Waldo directeur wordt. Hij noemde de nachtclub Waldolala  de samenvoeging van ‘Waldo’ en ‘O-la-la.

SJEF VAN OEKEL

Dolf Brouwers is Waldo in de serie ‘Het is weer zo laat’. In de Fred Hachéshow is hij Sjef van Oekel, maar het gaat in feite om hetzelfde typetje. Afwijkend is zijn broek en jasje in plaats van smoking, haardracht en brilmontuur. Waarom programmamaker en bedenker Kees T. Schippers voor een andere naam koos is niet zo duidelijk. Zowel Sjef als Waldo hebben in de series Gé Braadslee als vrouw. Ook kwam de figuur Jan(tje) Vos (Clous van Mechelen) voor, de pianostemmer die geregeld met Gé Braadslee vreemdging als Waldo er niet was. De personages hebben in alle series wel de naam van een merk chocolade.

Nadat Waldo directeur geworden was in Waldolala, stelde hij Ada Blooker (Hannah de Leeuwe) aan als bedrijfsleidster, die geregeld weer vreemd ging met Boy Bensdorp, de spreekstalmeester van Waldolala. Waldo wil (op zijn leeftijd) nog een kind van Gé maar dat zit er niet in. Later blijkt Waldo een dochter Petra te hebben uit een vorige relatie. Ze blijkt zwanger te zijn en Waldo wordt opa. Uiteindelijk brandt de nachtclub door onachtzaamheid volledig af en blijkt Waldo niet verzekerd. Gé verlaat hem en Waldo moet noodgedwongen weer terug naar uitgeverij de Horizon als corrector. Hier moet hij het in het geheim door zijn psychiater dr. Karlheinz Lindt (Cor Beurkens) geschreven werk over hem zelf corrigeren. Deze laatste, welke sprak met een sterk Duits accent, hing zich later in zijn praktijk op. Ook moet Waldo de villa van Gé verlaten en komt op een achteraf kamertje bij hospita mevrouw de Beukelaer terecht. Hij stort volledig in en gaat van ellende dood. De serie eindigt dan ook op een begraafplaats, waar dochter Petra afscheid van hem neemt. In deze laatste scène is een grafsteen van een Wilhelmina Kuttje, geboren 1900, overleden 1967 te zien, wat de aanleiding was voor het ontstaan van het latere typetje van Wim Schippers Wilhelmina Kuttje junior.

BOY BENSDORP

Verder dook in de series de figuur Boy Bensdorp (Rob van Houten) regelmatig op. Boy Bensdorp was, nadat zijn moeder op sterven lag en hij niet meer door haar kon worden opgevoed, zijn verder vorming kreeg van Verkade. Door Verkade werd hij in Waldolala als protestzanger gepresenteerd met het lied ‘De neutronenbom’. Al ras werd hij de spreekstalmeester van de nachtclub keurig in het pak in tegenstelling tot zijn smoezelige cafetaria.

Het cafetaria kenmerkt zich door onhygiënische toestanden en brutaal, zeg maar gerust onbeschoft gedrag, van Boy jegens de clientèle. Hij is bijzonder gesteld op zijn Oma, Mevrouw Bensdorp van de Vlasakker, gespeeld door Mies Kohsiek.  In de serie ‘Op zoek naar Yolanda’ zingt hij het liedje ‘Soep van de dag’ en trouwt hij met zijn serveerster Elsje de Wit (Janine van Elzakker. Voor de liefhebber is hier wat meer te zien.


Luv werd in het voorjaar van 1981 definitief ontbonden. Op 1 mei 2015 verscheen de biografie The Story of Luv’. Het boek bevat verhalen, anekdotes en veel exclusieve foto’s van het trio die nooit eerder waren gepubliceerd. José Hoebee en Marga Scheide hebben hun medewerking verleend aan deze biografie. Patty Brard maakte bezwaar tegen de publicatie en een fotograaf gaf geen toestemming voor het gebruik van een aantal foto’s in het boek, waarna het boek uit de handel genomen werd.


  • DOLLY DOTS

De meidengroep Luv had in die jaren 70 een trend gezet. In hun spoor werden in 1979 de Dolly Dots opgericht. Deze zeskoppige meidengroep scoort in de jaren 80 aan de lopende band hits. ‘Love Me Just A Little Bit More’ bereikt in 1984 de tweede plaats in de Single Top 100. 

SISTERS ON TOUR

In februari 1988 ging de groep uit elkaar vanwege teruglopend succes. In januari 2020 werd bekend gemaakt dat de Dots opnieuw bij elkaar zouden komen voor een tournee. ‘Haren touperen, felle oogschaduw op en de beenwarmers kunnen ook weer uit de kast: de Dolly Dots zijn terug. Patty Zomer, Angela Groothuizen, Esther Oosterbeek, Anita Heilker en Angéla (Sjeel) Kramers beginnen dit najaar aan een theatertournee langs dertig steden.’ De tour gaat ‘Sisters on Tour’ heten. De tournee zou beginnen in het najaar van 2020 en geprogrammeerd tot februari 2021, waarbij de Dots afsluiten in het Amsterdamse Koninklijk Theater Carré. Maar door de Covid-19 pandemie heeft de groep de concerten tour data moeten verplaatsen. Nu te zien in … , op …? Nog steeds is het onzeker dat ze nog eens een stadion met enthousiast publiek vullen.

De leden van de Dolly Dots bleven ondertussen niet stil zitten, zoals Angela Groothuis. Haar lied is van een andere orde, ze is haar meidengroep ontgroeid.

Angela Groothuizen – Dwaal

‘Dwaal is een lied uit mijn theatervoorstelling Eeuwige jeugd. De jeugd heeft de toekomst maar jeugd moet niet eeuwig duren. Kom op zeg… daar moet je niet naar willen streven. Alle stress die dat oplevert zorgt vast voor vroegtijdige veroudering. Iedereen wil oud worden, maar natuurlijk niet zijn. Als je jong wilt blijven moet je vroeg doodgaan. De pop- en filmsterren die te jong sterven worden nooit oud. Ze blijven eeuwig jong. Sommige liedjes hebben de eeuwige jeugd.’


VOETNOTEN

1. WIM T. SCHIPPERS

Willem Theodoor Schippers (1942) is niet alleen de maker van absurde televisie in de jaren 60 en 70 en presentator van het radioprogramma ‘Ronflonflon’ avec Jacques Plafond’. Centraal in zijn levensfilosofie staat dat het leven nergens op slaat. Dat komt tot uitdrukking in zijn werk, dat gekenmerkt wordt door een grote mate van absurditeit.

Dat drukt hij ook als beeldend kunstenaar uit. Hij liet zich inspireren door Marcel Duchamp, Kurt Schwitters en andere Dadaïsten. Zijn werk heeft verwantschap met Fluxus, popart en conceptuele kunst. In 2010 werd zijn Pindakaasvloer aangekocht door het Museum Boijmans Van Beuningen, wat tot enige opschudding leidde. Ook zichtbaar is zijn absurditeit in de Grote Paarse stoel in het Amsterdamse Vondelpark en het Torentje van Drienerloo op de campus van de Universiteit van Twente.

De steen die kunstenaar Wim T. Schippers met hulp van een team van studenten van de TU Delft in 1999 door magnetisch afstoting boven een sokkel liet zweven, hield de gemoederen flink bezig. Waren het rijksambtenaren die de zwevende steen uit balans probeerden te brengen door er met propjes op te schieten, of toch de falende techniek?

Het kunstwerk met de titel ‘Het is me wat’ ontwierp Schippers speciaal voor het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Wat de precieze oorzaak ook was, de steen zweefde in de hal van het ministerie vaker niet dan wel. Het werk werd daarom in 2005 ‘geadopteerd’ door Museum Boijmans Van Beuningen. Maar ook in het museum kampte het werk met technische problemen. De afgelopen jaren was het daarom niet meer te zien. Werktuigbouwkundigen en (oud)-studenten van de TU Delft gingen ermee aan de slag, uiteindelijk werd een oplossing gevonden.

Als stemacteur kennen we Schippers toch ook als Ernie, Kermit de Kikker en Graaf Tel in Sesamstraat.

2. DOLF BROUWERS

‘Op zijn twaalfde werd Dolf Brouwers timmermansknecht in Scheveningen, maar op zijn veertiende werd hij kappersknecht. Brouwers, die in de kapsalon graag operetteliederen zong, had bekende klanten; Prins Hendrik  en theaterdirecteur Louis Bouwmeester jr. van het Scalatheater in Den Haag. Toen de laatste Brouwers hoorde zingen, vroeg hij hem voor de Die Haghezangers, een operettekoor dat landelijke bekendheid genoot. Bij het koor ontmoette Brouwers zijn toekomstige vrouw Greet. In 1944 zong hij zijn repertoire in een cabaret in het Haagse ‘Las Palmas’ aan het Spui. Vlak na de Tweede Wereldoorlog stond hij in de variétéshows van Charles Braakensiek in het Haagse Capitol. Later was hij opnieuw kapper en ook reisleider. In de jaren vijftig schreef hij met tekstdichter Jack Bess liedjes onder het pseudoniem D. Goldstein, evenwel zonder succes. Brouwer was kort na de oorlog vaak op de radio te horen met het bekende lied ‘Eens zal de Betuwe in bloei weer staan’. (Wikipedia). Hij werd op z’n 60e ontdekt door Wim T. Schippers. Daar was hij ook bezig met muziek in de Van Oekel’s Discotheek, waar hij Donna Summer bij het Nederlandse publiek introduceerde.


5 antwoorden op “ACHTERWERK IN DE KAST – meidengroepen”

  1. Grappig om te lezen Ton. Ik had het niet zo op die meidengroepen, maar het was wel een markant teken van die tijd (jaren ’70).
    Wie keek er toen niet naar ‘Waldolala’? Sjef van Oekel was mateloos populair. Humor en seks waren vaste ingrediënten van de serie.
    Eind jaren 70 barstte het van de meidengroepen. Van de Dolly Dots tot Babe en Doris D. and The Pins; het hield niet op. Luv was de grote aanjager van deze meidengroep-storm in Nederland. De drie dames voerden (tamelijk) synchroon wat houterige dansjes op terwijl ze teksten zongen die voor een groot deel uit ‘lalala’ bestonden. Not my cup of tea, zal ik maar zeggen.

  2. Tja Bert, over smaak valt niet te twisten. Iets klinkt mooi, iets klinkt vreselijk. Om iets kun je schateren, van iets kun je walgen. Juist in het fenomeen als hier beschreven merk ik dat de tegenstelling groot is. Er is nauwelijks een middenweg, van ‘da’s wel aardig’.
    Nu had ik het weer niet zo op de jongensgroepen, die wat zich wat later in de tijd manifesteerden, maar oef, wat waren die populair.

    Ja Bert, dit fenomeen, concerten en festivals in de tijd bezien, boeit me. Nu, in tijden van corona wordt het gemis aan festivals en concerten node gemist. Weet dat, maar kan me dat nauwelijks voorstellen. Dat komt natuurlijk ook dat ik zo’n type concertganger niet ben. De (pop)concerten die ik bezocht zijn op de vingers van één hand te tellen. Thuis in alle rust mag ik zo af en toe graag naar een registratie kijken. Leonard Cohen, Tom Waits, De Dubliners, Marisa, en nog wat meer.

    Overigens gaf een lezer mij de tip ‘zuurkool met vette jus’. https://www.youtube.com/watch?v=VBffOZNX8Fw.

  3. Die programma’s zijn inmiddels grotendeels vergeten, maar Sjef van Oekel heeft ze allemaal overleefd en had op een gegeven moment zelfs een tweede carrière als stripfiguur.

  4. Beste Ton,
    Achterwerk in de kast met meidengroepen en Sjef van Oekel gelezen. Allemaal voor mij nieuwe dingen waarmee mensen zich vroeger bezighielden.
    Ik heb wel een paar dingen met Dolf Brouwers gezien en de vloer met pindakaas heb ik walgend in Boymans mogen beruiken.
    Ja, als je denkt dat het leven nergens op slaat (Schippers) en je bent in staat om dat raadsel zelf met volstrekt gekke dingen te mogen oplossen, dan kun je gerust en gelukkig daarin zijn.
    Hij was bevoorrecht. Om jaloers op te worden.
    Han

    1. Tja, Han, die Wim T Schippers. Belachelijk is zijn kunststuk met pindakaas op de vloer in Boymans en de performance waarin hij een flesje water in de branding van de zee uitstrooit. Maar oh, wat kan ik dat absurdisme waarderen. Hier thuis vonden ze de t.v. uitzendingen waar hij een vinger in de pap had, vreselijk en walgelijk. In de tijd had ik stagiaires in mijn onderzoeksteams zitten van de Universiteit Twente en zodoende kwam ik daar geregeld. Dan reed ik de campus op en moest glimlachen om zijn torenspits die uit de vijver omhoog stak. Niet zo lang geleden reed mijn dochter mij door de zalen van het Cobra museum waar een overzichtstentoonstelling van Schippers te zien was. Opnieuw, zij deed dat als kind al, werd ik door haar gecorrigeerd. Dat het toch geen vertoning is om in een ruimte waar serieuze kunstliefhebbers rondgaan zo te grinniken. Maar juist die peinzende gezichten met gefronste wenkbrauwen, de bril wat omhoog geschoven, de handen op de rug, enigszins voorover buigend het meesterwerk bestuderend, deed mij ongegeneerd onbedaarlijk puberaal grinniken.   

      Ach, ik laat hem zelf aan het woord:https://www.google.com/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=&ved=2ahUKEwje0oyb44TvAhVPDOwKHX2oADcQwqsBMAd6BAgfEBI&url=https%3A%2F%2Fwww.youtube.com%2Fwatch%3Fv%3DiQFeKjnm26I&usg=AOvVaw10fTlApMx5o4eSfpb8E_-q

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *