LOGBOEK – week 12 – 2021

  • EEN MAQUETTE
Beeld: de Architect (22 maart 2021)..

Onlangs verwierf Het Nieuwe Instituut in Rotterdam een maquette van Van Doesburgs ontwerp voor de Aubette. Deze maquette werd lang als een tekening van zijn hand beschouwd. Het is de enige overgebleven interieur maquette van zijn hand. Een ontwerp uit 1926 voor het amusementspaleis Aubette in Straatsburg, een van de belangrijke architectuurprojecten van De Stijl. De maquette was oorspronkelijk uitvouwbaar, maar is door lijmgebruik tweedimensionaal geworden. Uit de toevoeging van het woord Architect aan de ondertekening wordt de conclusie getrokken dat Van Doesburg zichzelf voortaan als zodanig beschouwde.

Wikipedia: ‘De interieurs werden in januari 1928 voltooid en de opening op 16 februari werd met een galadiner gevierd. De lokale pers was zeer positief over de ontwerpen. ‘We kunnen tot in het oneindige opbieden over zo’n bekoorlijk onderwerp. Maar, zoals een moderne dichter heeft gezegd: “een goede tuinman parfumeert zijn rozen niet”,’ schreef een journalist van Dernières nouvelles de Strasbourg. Die mening werd echter niet gedeeld door het Straatsburgse publiek en dus liet de uitbater van het complex, Ernest Heitz, de interieurs al snel ontsieren door het aanbrengen van schrootjes, kunstbloemen en kleurverlichting.’

In de jaren 80 kwamen de modernistische interieurs van de Aubette opnieuw in de belangstelling. In 1989 begon ook de reconstructie van de Ciné-dancing. Deze werd op 13 april 1994 geopend.


  • LIEDJE VAN DE DAG (24 maart 2021)

Dansen op de krater, uitgezocht door Jacques Klöters: ‘De musical Foxtrot van Annie M.G.Schmidt en Harry Bannink wordt nog altijd beschouwd als de beste Nederlandse musical. Er werd een brug geslagen tussen de ondergangssfeer van de jaren dertig en het ‘doemdenken’ van de eigen tijd. Het duidelijkst werd dat in het cynische slotlied ‘De laatste dans’, dat zijn kracht nog niet verloren heeft.’


NRC. 25 maart 2021.

  • JOHAN

Willem Visser. Volkskrant, 23 maart 2021.

‘Het was een van de onnavolgbare wijsheden van Johan Cruijff: ‘In zekere zin ben ik waarschijnlijk onsterfelijk.’ Hij wist blijkbaar al hoe het leven zonder hem verder zou gaan, ook na zijn dood op 24 maart 2016, op 68-jarige leeftijd, woensdag vijf jaar geleden. Op de tijdlijn van onsterfelijkheid is Cruijff nu dus 73. Want Cruijff leeft overal voort. In de taal natuurlijk, met zijn honderden zinnetjes en uitspraken die zijn geboekstaafd en zomaar ergens kunnen opduiken, terloops. Wie heeft nooit gezegd dat elk nadeel zijn voordeel heeft? Of in de filosofie van trainers als Josep Guardiola en Peter Bosz, die dolgraag willen winnen, maar voetbal tevens zien als een spel dat plezierig moet zijn om naar te kijken.

Wie veel reist, kent de conversaties in alle uithoeken van de wereld. ‘O, komt u uit uit Nederland? Cruijff, Kroef, Kroijf.’ De beroemdste Nederlander aller tijden is vereeuwigd in kunst, in films, in de naam van een stadion, of in gedachten van menigeen die eigenwijs zijn weg volgt. In zijn opleidingen en in zijn stichting, die opkomt voor het sportende kind met een handicap.


  • SCHOOL DUWT KINDEREN ONGEVRAAGD UIT DE KAST
De Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem.Foto Merlin Daleman

Esther Rosenberg. NRC., 27 maart 2021.

Het blonde meisje is zestien en draagt een zwarte rok en zwarte Nikes als ze tegenover de vertrouwenspersoon en de zorgcoördinator van de Gomarus in Gorinchem komt te zitten, een reformatorische middelbare school met dan zo’n 1.700 leerlingen. De vertrouwenspersoon kent ze, aan haar vertelde ze drie weken eerder dat ze een relatie heeft met een meisje op school. De zorgcoördinator legt uit waarom ze in dit kamertje zitten. „We hebben gehoord over je geaardheid. We willen dat je het aan je ouders vertelt”, zegt hij. Het meisje schrikt. Ze is er nog niet klaar voor, zegt ze. Maar hij is onverbiddelijk. „Je kan kiezen: of jij vertelt het, of wij doen dat.” Ze smeekt hem het niet te vertellen.

„Je ouders staan al bij de balie”, zegt hij.

Als de vertrouwenspersoon haar ouders gaat halen, wil het meisje haar achterna, wég. Ze raakt in paniek. „Ik keek uit het raam, maar we zaten op de tweede.” De zorgcoördinator draait de deur op slot. Happend naar adem kruipt ze onder een tafel. Dan komen haar ouders binnen.

Het is 3 oktober 2016 als dit gebeurt. In die week vertelt de school aan ouders van nog twee meisjes dat ze op meisjes vallen. Alle drie komen uit een streng christelijk gezin.


  • ‘IK GA LEVEN’

’s Winters heb ik een lange jas aan, waardoor mijn outfit bemanteld wordt, maar nu het zomer is, etaleer ik mijn zondige en bandeloze uitdossingen. Van Moeder moet ik een jurk aan, minimaal tot over de knieën en wijd genoeg om alle ronde vormen te verdoezelen. Ik mag geen korte mouwen of anderszins iets van huid laten zien, laat staan ontblote benen zoals normale meiden doen in de zomer. Ik mag geen jeans aan, alleen pantalons en dat alleen onder de zojuist beschreven soepjurk. Daarom draag ik maar vaak maxi-jurken, dat was het meest voornaam in de keuzemogelijkheden.

Sheila Kamerman. NRC, 24 maart 2021.

‘Anderhalve maand geleden verscheen haar roman ‘Ik ga leven’, dat het verhaal vertelt van Büsra, een Turks-Nederlands meisje dat opgroeit in een streng-islamitisch gezin in Amsterdam-West. Het is duidelijk dat Büsra Lale is, het hele gezinsleven ligt nu op straat. En er zijn veel mensen die dáár iets van vinden. Ze houdt niet van mondkapjes, maar nu komen ze schrijver Lale Gül goed uit. Een paar dagen terug ging ze de straat op zonder mondkapje en werd ze herkend. Niet door „slechteriken”, gelukkig, maar toch. Zo snel kan het gaan. Tot 10 februari was Lale Gül een onbekende 23-jarige student Nederlands van Turkse afkomst aan de Vrije Universiteit. Nu is ze een bekende Nederlander die wordt bedreigd.’

„Het welzijn van de familie gaat boven alles. Je moet jezelf daarvoor opofferen. Maar ik wil dat niet. Ik moet nu doorpakken. Niet terugdeinzen. Ik wil eens ergens kunnen blijven slapen, een wijntje drinken met een Nederlandse vriend, in bikini op het strand liggen. Ik wil niet alleen met iemand kunnen trouwen die zo vroom is dat mijn ouders hem goedkeuren. Ik wil überhaupt niet trouwen met iemand met wie ik niet eerst heb samengeleefd.”

  • IK LAS DE EERSTE PAGINA EN WAS GEBOEID:

‘Ik neem u mee in mijn relaas. Laten we hopen dat ik hiermee een steen in de vijver gooi.
Het is tien over elf ’s avonds, ik priem mijn sleutel in het sleutelgat van Oma’s voordeur en draai hem om. De vertrouwde, weeë geur die ik altijd waarneem als ik haar domein binnentreed komt op me af, maar ik heb het idee dat ik het na enkele seconden niet meer ruik, althans: dat het me niet langer tergt, dus dat scheelt. Dat is meestal zo met viezige lucht. Op het moment dat je vanuit een neutrale geuromgeving ergens belandt met een onprettige lucht – wc’s op middelbare scholen of zelfs op menige hogeschool, de kleedkamer van Fitness4Me Ladies Only in Bos en Lommer, de kamer van Freek als hij sigaretten of wiet gerookt heeft, het huis van mijn verwekkers als Moeder heeft gefrituurd (we hebben geen afzuigkap in die antieke kippenkrotten in Amsterdam-West) of als het bebloede schaap is afgeleverd voor het Offerfeest, waarna het minstens drie dagen naar vers schapenbloed ruikt, of Oma’s huis dus – door de muur van stank maar na een tijdje acclimatiseer je – veel zaken in het leven wennen.’

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *