ACHTERWERK IN DE KAST – reis door mijn kamer (2)

Mijn kamer is ook een wachtkamer. In een wachtkamer hangt vaak een mededeling aan de muur. Zo zittend en wachtend op de beurt gaat de blik langs de regels van de tekst en dat herhaalt zich om als het ware de tijd te doden.

“Er zijn nog 3 wachtenden voor u”

Hier in mijn kamer wacht ik op de thuiszorg om me te wassen en aan te kleden en in de rolstoel te tillen. De dag kan beginnen. Zo is het ’s avonds wachten op zorg waarmee mijn bedtijd ingaat. Het programma van de dag, van hun zorgrondes in de wijk, is bekend waarmee mijn wachttijden gegeven zijn. 

Zo wachtend valt mijn blik op een plank van de open wandkast.

  • VERGEET-ME-NIETJES

Daar staat een schilderijtje met Vergeet-me-nietjes. Dit schilderijtje hing eertijds op de schoorsteenmantel van ons ouderlijk huis. Ook een batik doek was hierop gedrapeerd. Zo’n wandversiering zag ik in meer huizen in onze buurt uit die jaren vijftig. Niet dat mijn ouders een Indisch verleden hadden, dat hadden die buurtgenoten wel. De huizen in de buurt leenden zich voor de gerepatrieerde gezinnen, weet ik nu. Die doek was zo alledaags dat ik ze nooit gevraagd naar de betekenis van deze versiering van de schoorsteenmantel in onze woonkamer.

Onaangekondigd zaten op een winterse maandagmorgen twee jongens uit Indonesië in de klas. Rob Jansen en Eddy Mckenzie zaten zwijgend op hun aangewezen plek achter in de klas. Die middag liep ik met ze naar hun huis, ze woonden op een etage iets verder in de straat. De batikdoek die over een grote hutkoffer gedrapeerd was, herkende ik. 

De kolenkachel stond in de nis van de schoorsteenmantel. Naast de kachel stond de kolenkit. De pook om het vuur wat op te porren lag onder de asla. Als kind had ik in de woonkamer in de winter altijd een fascinerend zicht op het vuur dat achter de mica glaasjes brandde. Het geluid in de vroege morgen, wanneer mijn vader de smeulende kooltjes weer tot een vuurtje opstookte, de asla leegde, kolen stortte, drong door in onze slaapkamers. De dag kon beginnen.

(WORDT VERVOLGD)

4 antwoorden op “ACHTERWERK IN DE KAST – reis door mijn kamer (2)”

  1. De kolenkachel komt mij ook heel bekend voor. Zo eentje hadden mijn oom en tante in Tilburg en ik weet nog goed dat ik daar met mijn neef op mijn knieën voor moest zitten om ’s avonds voor het slapen een Onzevader en drie Weesgegroetjes te bidden. Naast de kachel hing een kruis aan de muur met een verdord palmtakje en eronder een wijwaterbakje, Ik vond toen de kolenkachel het meest interessant, want door de mica ruitjes zag je de gloeiende kolen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *