LOGBOEK – week 24 – 2021

Voetbal
(Impressies van een leek)

Het is ten eerste terrein verkennen.
Het is ten tweede een razend rennen.
Het is ontmoeten en weer passeeren.
Het is het botsend elkaar blesseeren,
(den dag des Heeren!)
Het is een woedend elkaar bekogelen.
Het is een vliegen als wilde vogelen.
Het is een opstaan en hollen, hollen!
Het is het wanklen en nedertollen.
Het is het mikken, men noemt dat „richten”.
Het is elkander van de beenen lichten.
Het is het eindeloos opnieuw probeeren.
Het is het matelooze transpireeren.
Het is het opstuiven tot een kluwen.
Het is dan krakend en hakend duwen.

(….)

Het is het wilde risquante springen!
Het is een oorlog om leeren dingen!
Het is een prachtvulling voor de kranten.
Het wordt omdonderd van alle kanten.
Met veel tribunes en veel gejool.
Zoo nu en dan eens hoor je „kool”.
Het gaat met lucht en geweldig snel.
’t Is heel belangrijk en toch een spel.

Pancer. (1928).

  • BIER, BORRELNOOTJES EN MEER.

Momenteel wordt weer een traditie levendig gehouden, nu het Nederlands voetbalelftal weer eens deelneemt aan een toernooi. De reclame blokken van de t.v. zenders waren naar de aanloop van het toernooi al bijna geheel gevuld met het aanprijzen van oranje verpakte goederen, kleding en spullen die er de stemming in moesten brengen. Meer en meer werden de straten ook rijkelijk gevuld met oranje vlaggen, linten en meer.

De Lobeliastraat in Soesterkwartier, Amersfoort, tijdens Nederland-Oekraïne. Foto Bram Petraeus
Sterrenwijk, Utrecht. Foto Jeroen Jumelet/ANP
Rigelstraat, Amsterdam-Noord.Foto Remko de Waal/ANP.
Den Haag. Foto Merlin Daleman.
  • KOORTS OP COMMANDO

Ingmar Vriesema. NRC, 11 juni 2021.

‘De oranje sier in deze straten is conjunctuur-ongevoelig. Pandemie-ongevoelig ook: als corona dodelijk was als de pest, zou men hier overgaan tot het dragen van oranje besnavelde pestdoktermaskers. Bovenal zijn straten als deze prestatie-ongevoelig. Al jaren zijn de bewoners vormvaster dan de mannen van het Nederlands elftal. Kwalificatie voor EK of WK is eigenlijk genoeg, maar zelfs dát boksten de voetballers de laatste jaren niet voor elkaar. Ook op dit eindtoernooi lijken de kansen op succes klein. Maar dat deert niet. Al verliezen ze kansloos.

NOS nieuws, 14 juni 2021.

  • Ondanks ME-inzet in Den Haag, vrij rustige nacht na wedstrijd Oranje.

‘Een van de weinige incidenten was op en rond het Jonckbloetplein in Den Haag. Honderden jongeren kwamen samen om de winst tegen Oekraïne te vieren, maar na enige tijd werd de sfeer grimmig. Er werden brandjes gesticht, vuurwerk afgestoken en vernielingen aangericht. Ook werd met stenen gegooid. Na middernacht greep de politie in. Of er arrestaties zijn verricht, is niet bekend. De politie komt later deze ochtend met meer informatie.’

  • FEESTGEDRUIS

In mijn historische overzicht van de naoorlogse stedelijke ontwikkeling, dat als boek ‘Schetsboek’ in 2005 verscheen, noem ik een aantal gebeurtenissen die het openbaar domein in Den Haag ‘kleuren’. Zo is het stoken van vreugdevuren op oudejaarsavond vanouds een befaamd en berucht fenomeen: ‘Kerstbohmuh rausen’. Maar ook krijgt het oranjefeest dat overal in het land de straten en pleinen kleurt in Den Haag een specifiek tintje. Een quote uit het boek (pp. 145): “Onlosmakelijk verbonden met het Oranje-voetbalfeest zijn de rellen. Het is inmiddels een traditie dat na de voetbalwedstrijden feestgangers zich verzamelen op het Jonckbloetplein in de Haagse wijk Laakkwartier. Het plein staat erom bekend dat er al sinds de jaren tachtig relletjes plaatshebben als het Nederlands elftal op een eindtoernooi speelt.”


  • BOEKWINKELTJE

‘Haagse buurt wil de unieke stapels tweedehandsboeken van Colette behouden.’

Titia Ketelaar. NRC, 14 juni 2021.

De boekentorens zijn hoger dan 1.70 meter, de gangetjes ertussen alleen geschikt voor de slanke lezer. Dan nog: wie zich te snel omdraait, of onbehoedzaam, stoot zeker iets om. Een atlas die net bij de enkels staat, een fotoboek dat iets uitsteekt, een stapeltje blauw gebonden boeken dat naast een kast staat. Zelf een boek pakken in het antiquariaat Colette, in de Haagse wijk Duinoord, heeft iets weg van het spel Mikado.

Feilloos weet Jogchum de Vries (80) waar wat staat. Meer dan twintig jaar liefde zit in deze ruimte vol boeken. Waar een ander oud papier ziet, ziet hij in alles een verhaal. In de kast met Russische literatuur, de stapel iets-met-Friesland (Cissy van Marxveldt, Ate de Jong, boek over Mata Hari).

Hij had een advertentie in NRC gezet. Op een vrijdag, de dag van het Boekenkatern. Opvolger gezocht. Daar kwam maar één reactie op. „Zeer teleurstellend”, zegt hij. Dat was na een al twee jaar durende zoektocht. Er kwamen wel gegadigden. Maar: „Dan moesten ze nadenken, het werd nooit wat.” Van tweedehandsboeken, erkent De Vries, kan je niet meer leven. Een briefje op de deur dit voorjaar leidde tot weinig meer. Wel was er belangstelling voor overname van de huur van het pand. De Vries zegt: „Waar moet ik dan met al mijn boeken naar toe?”

Buurtbewoners zagen het briefje ook. Colette weg? Acht van hen sloegen de handen ineen, en zijn een crowdfundingactie begonnen om van het antiquariaat een collectief te maken, zonder winstoogmerk, gerund door henzelf als vrijwilligers. Zoals in Amsterdam buurtbewoners De Nieuwe Boekhandel redden door aandelen te kopen, en in het Groningse Haren boekhandel Boomker sinds 2014 een coöperatie is.


  • ‘DE GROTE PASSIE IN JE LEVEN MOET JE VOLGEN. DAT HEB IK GEDAAN’.

  • INPAKKEN

‘Christo is dood, maar de Arc de Triomphe in Parijs wordt ingepakt.’

Bart Dirks. Volkskrant 15 juni 2021

De Arc de Triomphe in Parijs zal dit najaar verscholen gaan onder 25 duizend vierkante meter aan zilverblauw polypropyleen, bijeengehouden door 7 kilometer aan rood koord. De eerste plannen hiervoor, gemaakt door de Amerikaans-Bulgaarse ‘inpakkunstenaar’ Christo, zijn al bijna zestig jaar oud.

Het inpakken kost 14 miljoen euro. Christo weigerde altijd subsidies of sponsoring. Het wordt volledig gefinancierd door schetsen, schaalmodellen en collages die Christo in de loop van de jaren van het plan heeft gemaakt en verkocht. Zijn eerste ontwerpen dateren al van 1962, toen hij en zijn vrouw Jeanne-Claude in een klein apartement in de buurt van de triomfboog woonden.

Hun plan voor de Champs Élysées stuitte door de jaren heen op praktische en andere weerstand, maar het echtpaar was volhardend. Intussen werden ze beroemd met het inpakken van de meest uiteenlopende gebouwen en landschappen onder een laag kleurige polypropyleen, zoals de Pont Neuf in Parijs, de Rijksdag in Berlijn, een vallei in Colorado en eilanden langs de kust in Florida. ‘Net als bij klassieke beeldhouwerken zijn al onze inpakprojecten geen solide gebouwen: ze bewegen met de wind, ze ademen’, zei Christo in een interview met ArtNews. ‘De stof is sensueel en uitnodigend; het is als een lichaam.’


  • INGEPAKT GEMAAL
Foto: Dik Sanders.

Vorige week liep Dik met mij langs het voormalige gemaal bij de sloot die iets verder achter ons huis loopt. Uit het zicht ontnomen omdat het vanwege een verbouwing met plastic ingepakt is. ‘Kom even niet op zijn naam … ‘ zei hij. Ik wist zijn gedachten associatie, maar kon ook zo gauw niet op de naam van de kunstenaar komen die van alles en nog wat inpakt.

Het ingepakte gebouwtje had eerder mijn nieuwsgierigheid opgeroepen en ik wist dat het gemaal een aantal jaren geleden geen dienst meer deed en werkeloos leegstond. Dan lees ik een gemeentelijke mededeling dat het geen ingepakt kunstwerk is:

‘Het voormalige vijzel gemaal van het Hoogheemraadschap – gelegen aan de Tollenaersingel 35a te Leiderdorp – is momenteel in gebruik als werkplaats ten behoeve van het loodgietersbedrijf van de eigenaar, de heer P.J.M. Elderhorst, die het gemaal heeft aangekocht van de gemeente Leiderdorp. Het plan van de eigenaar is om het voormalige gemaal voor bewoning geschikt te maken. Hiervoor is een extra bouwlaag toegevoegd door middel van het optoppen op het bestaande gemaal. Bewoning past niet binnen de huidige bestemming ‘Bedrijf’. Om deze planontwikkeling mogelijk te maken is een planologische procedure noodzakelijk, omdat het bouwplan, waarvoor een aanvraag omgevingsvergunning zal worden ingediend, niet in overeenstemming is met het vigerende bestemmingsplan. Dit document bevat de ruimtelijke motivatie voor het oprichten van een woning in en op het bestaande pand.’ Deze mededeling gesteld in heerlijk lyrische ambtelijke taal.


  • DE TOREN VAN OUD
Foto: Bart Dirks.

Bart Dirks. Volkskrant, 19 juni 2021.

‘De toren werd deze week geopend door de Haagse burgemeester Jan van Zanen. Het gebouw is nu een ‘short stay’-appartementencomplex voor studenten en expats, een bevolkingsgroep waarmee het chique Haagse Statenkwartier al aardig bekend is. De toren is bedoeld voor bewoning tot zes maanden. De huurders krijgen een volledig ingericht appartement, met meubels, bestek en schoon beddengoed.

De Toren van Oud is vernoemd naar architect Jacobus J.P. Oud (1890-1963). Hij maakte deel uit van kunststroming De Stijl en was een pionier van het Nieuwe Bouwen. Oud ontwierp ook het Congresgebouw en het Nationaal Monument op de Dam. Hij overleed twee jaar voor de oplevering; zijn zoon Hans maakte de toren af.

De ‘wolkenkrabber’ kent een moeizame geschiedenis. Het gebouw was oorspronkelijk bedoeld als hotel naast het Nederlands Congresgebouw (tegenwoordig World Forum). Beursstandhouders zouden de toren als hotel annex kantoor kunnen gebruiken. Maar door de komst van het Bel Air-hotel (nu Marriott) werd het geen succes.

De herontwikkeling van de toren was een sinecure, omdat hij midden in de Internationale Zone van Den Haag staat. De toren staat pal naast Europol, het Joegoslaviëtribunaal en het OPCW, het VN-agentschap dat toeziet op het verbod op chemische wapens. Die gebouwen kennen strenge veiligheidsmaatregelen.’


Eén antwoord op “LOGBOEK – week 24 – 2021”

  1. Beste Ton,
    Zo’n ruimte, tot op ooghoogte alleen gevuld met boeken.

    Of de zaak nog bestaat weet ik niet, maar jaren geleden wilde ik perse een bepaalde encyclopedie hebben.
    Op de een of andere wijze kwam ik in de Schuijtstraat terecht, vlakbij de Laan van Oost Indië.
    Toen ik de deur opende en de winkelbel zijn werk had gedaan stond ik tussen muren van boeken die hoger waren dan ik.
    Inderdaad voorzichtig laverend tussen de stapels, angstig om niets om te stoten, zocht ik naar iets wat op personeel zou kunnen lijken.
    Het rook er niet alleen naar boeken en oud papier maar ook naar iets vreemds.
    Na allerlei door meer dan manshoge muren van boeken te zijn geschuifeld, trof ik helemaal achter in de zaak een oude man aan.
    Hij zat op een tot de draad versleten stokoude fauteuil bij een petroleumkachel. Die stonk, naar petroleum.
    O, zeker had hij de winkelbel gehoord, maar hij vertrouwde er op dat de klant zich wel op enig moment aan het einde van al die gangpaden aan hem zou vertonen.
    Na mijn wens te hebben aangehoord liep hij doelgericht door het doolhof, verschoof wat stapels en haalde er door mij begeerde boeken uit. Feilloos.
    Ik zal dat paradijs nooit vergeten. Zou die zaak nog bestaan? En die man?
    Hartelijke groet,
    Han

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *