MAART 2020
- „Bij corona is de waarheid heel simpel: het gaat om leven of dood. Simpeler kun je het niet hebben.”
- ‘Kort gezegd gaat dat zo: de mens dringt steeds verder door in natuurgebieden die tot dusver onaangetast waren, om te jagen, bossen te kappen of grondstoffen te winnen. Daarmee verdrijven we wilde dieren uit hun habitat, en dwingen ze in contact te komen met mensen. Soms voor het eerst. Eén gevolg daarvan is dat de virussen die die wilde dieren bij zich dragen, de kans krijgen om over te springen op een nieuwe diersoort, namelijk op ons.’ (Correspondent. 28 maart 2020).
- De Duitse socioloog Heinz Bude kan de coronapandemie weleens een cruciaal keerpunt worden. Het virus toont onze afhankelijkheid en doet mensen verlangen naar een meer solidaire maatschappij. In een stad in Beieren zongen inwoners deze week uit volle borst, met trommels en tamboerijnen, het Italiaanse verzetslied ‘Bella Ciao’ voor Italië. In Bazel hebben jongeren op Facebook de pagina ‘Gärn gschee – Basel hilft’ opgezet (‘graag gedaan, Bazel helpt’). Die pagina heeft bijna 12.000 leden die mondkapjes regelen, boodschappen doen voor ouderen en online concerten verzorgen. In Londen bieden mensen in chatgroepen aan om op poezen en honden te passen van inwoners die de stad uit willen. Hoe moeten we dit soort initiatieven duiden, die we overal in Europa zien? Zijn ze naïef en tijdelijk? Of maakt het coronavirus een solidariteit bij mensen los die een tijdlang verdwenen was? Heinz Bude, macrosocioloog aan de universiteit van Kassel, denkt het laatste. Bude schreef in 2019 – dus vóór het coronavirus de kop opstak – het boek Solidarität, die Zukunft einer grossen Idee. Daarin betoogt hij dat het kille neoliberalisme op zijn retour is en dat mensen genoeg krijgen van het individualisme. „Het coronavirus versterkt deze ontwikkeling”, zegt hij in een lang telefoongesprek. „De betekenis van solidariteit verandert zelfs. Het oude concept was dat de sterken de zwakken steunen. Dat was een solidariteit tussen groepen, tussen winnaars en verliezers. Ze stond in het teken van het ‘gevecht’. Wat je nu ziet, is meer solidariteit tussen individuen. Niet meer tussen rijken en armen, winnaars en verliezers. Deze crisis raakt namelijk allen, ongeacht sociale klasse en inkomen.” (NRC. 19 maart 2020)
- De toekomst blijft altijd onvoorspelbaar. Hoop blijft.
- ‘Vogels, vissen. Zet de radio uit. Je hoort niets nieuws. De stilte wacht geduldig af. Vouw de krant dicht. Hij was oud voordat hij werd gedrukt. Zoek niet, deel niet, duim niet tot je vierkant ziet. Zet eindelijk het scherm op zwart. Ik ben net zo bang als jij, net zo bezorgd voor iedereen die ik niet missen kan. Ik had ook gespaard voor andere dingen: verre reizen, eerste hulp bij een gebroken hart, een auto die wat vaker start. Maar: in Wuhan hoor je vogels zingen. Boven China was de lucht nog nooit zo blauw. In Venetië zien ze vissen in het helderste water sinds tijden. De kunst van leven was altijd dezelfde: ongevraagd komen,ongewild gaan, intussen doen wat je het liefste doet, vrede sluiten met je lot. Sluit de voordeur. Zet de tuindeur open, voel de zon op je gezicht. Denk voor je uit wat niemand hardop durft te zeggen: wij zijn een virus dat een virus heeft gekregen.’ (Ingmar Heytze)
- ‘Er valt tussen deze muren zoveel moois te beleven. Eigenlijk ben ik al een halve eeuw aan het hamsteren voor deze apocalyptische tijd: kunstboeken, historische atlassen, biografieën, romans van over de hele wereld. Waar moet ik beginnen om dit eindeloze landschap te verkennen? Hoeveel tijd kom ik niet tekort, zelfs nu de buitenwereld is stilgevallen’. (Uit de reeks ‘schrijvers in hun werkkamer’, Volkskrant. maart 2020.
- ‘Ik schrijf een boek waarin mensen vanuit hun kamer in de Achterhoek (sober, maar wel gezellig) op reis gaan naar Wisconsin. Ik heb voortdurend de neiging ze vanachter mijn laptop toe te roepen: ‘Doe het niet! Blijf thuis! De zee is vol gevaar, het is 1847, die schepen zijn zo lek als een mandje, de kapitein is een alcoholist met zelfmoordneigingen, in New York wemelt het van de oplichters en dan moet je nog dat hele stuk naar het Midden-Westen, waar je wordt opgewacht door indianen en psychotische dominees – bovendien zit de Burgeroorlog eraan te komen en is Lake Michigan een kerkhof van scheepswrakken. Jullie zijn gedoemd! ‘Kijk om je heen, wat is er mis met die sobere maar gezellige kamer? Blijf!’ (Bert Wagendorp. 26 maart 2020)
- ‘Er bevinden zich in mijn kamer veel ongerealiseerde plannen, en dat is prettig, het geeft de toekomst perspectief.’
- Inmiddels maken we ons op voor de lange termijn. Dit wordt een marathon. De medische en economische vragen die dit virus oproept, zijn nog lang niet beantwoord, maar we hebben een beeld van een definitief verschuivende wereldorde.
- In het asielzoekerscentrum in Harderwijk worden de maatregelen om het coronavirus in te dammen zo goed mogelijk nageleefd. De recreatieruimte en het computerlokaal zijn gesloten en er wordt om beurten gekookt. Maar afstand houden is lastig als je met veel mensen op een kluitje leeft.
- Voor het geval u het nog niet wist: het kan zijn dat u ooit naar ‘de tijd van het coronavirus’ gaat terugverlangen – naar die lente van 2020 toen de ratrace tot stilstand kwam. Het kan zijn dat u later vertelt: tijdens dat coronavirus had ik tijd voor mijn vrienden; ik voelde me verbonden met de hele straat; in die coronatijd hoorde ik de bomen ruisen, zag ik ’s avonds de hemel verkleuren en rook ik hoe de lente bezit nam van tuinen in de buurt.
- Heerlijke Nieuwe Coronawereld, zou je haast zeggen in een variatie op Aldous Huxleys beroemde boek. Veel verhalen uit de praktijk zijn minder heerlijk. ‘De tijd van het coronavirus’ blijkt er ook een van eenzaamheid, isolatie, angst, verveling en gezinsleden die elkaar verrot schelden. (Olof Tempelman. Volkskrant 27 maart 2020).
- ‘We hoeven niet te hamsteren, d’r is nog reuze veel.’ zongen Johnny & Jones in 1940.
- Boeken over eerdere epidemieën worden aangehaald. Op zo’n lijstje komt De Pest van Albert Camus veelal voor. De roman stond op mijn boekenlijst van de middelbare school, nu nog op mijn boekenplank en ik las er weer stukjes uit.
De uitgelichte teksten van Heinz Bude en Ingmar Heytze weerspiegelen wat er gaande is, zoals deze periode door mij ervaren wordt….en met mij door vele anderen.
Maakt indruk zoals het herkend en erkend wordt.
Tedje