GROETEN UIT LEIDEN – ziekenhuis omzwervingen

  • ELISABETH ZIEKENHUIS

Mijn eerste herinnering aan het Elisabethziekenhuis aan de Hooigracht in Leiden is het bezoek aan mijn zieke Opa. Ik moet een jaar of 5 zijn geweest, het jaar van de watersnoodramp in Zeeland. De verpleging werd gedaan door kloosterlingen, nonnen in dit geval, zoals dat in een goed katholiek ziekenhuis gebruikelijk was. De vrouwen- en mannenafdelingen waren streng gescheiden. Na een langdurige opname dat voornamelijk uit zorg bestond, kwam voor die tijd een uitzonderlijk, maar nadrukkelijke verzoek van mijn opa om zich verder thuis te laten verzorgen. Zijn bed kwam in het voorkamertje van hun huis aan de Oude Rijnzichtweg in Oegstgeest te staan. Op een afstandje was de Blauwe tram van de NZH naar Katwijk en Noordwijk te volgen en had hij uitzicht op de bollenvelden in Rijnsburg. We moesten op ziekenbezoek zachtjes praten, waarover herinner ik me niet meer. Mijn opa had mogelijk ook in het Diaconessen ziekenhuis of het Academisch ziekenhuis Leiden opgenomen kunnen zijn. Het Diaconessen ziekenhuis kwam niet aan de orde, brood kocht je toch ook niet bij een protestantse bakker en het beeld was hardnekkig dat het Academisch ziekenhuis een leerfabriek was voor medische studenten. 

Het Diaconessen ziekenhuis, gelegen aan het Leidse Hout, kreeg recentelijk een andere naam: Alrijne en werd zo opgenomen in een eigentijdse zorgketen met die naam van ziekenhuizen uit het Rijnland. Het Academisch ziekenhuis was al eerder omgedoopt in Leids Medisch Universitair Centrum, in naam andere academische ziekenhuizen in het land volgend, zoals het AMC en UMC. 

Zorgketens waren er in het verleden ook, zoals de verpleeg- en ziekenhuizen die door een religieuze ordes werden gerund. Ik kende de Sint Johannes de Deo ziekenhuizen van binnen, met vestigingen in Haarlem, Den Haag, Utrecht en Amsterdam. Zonder ziek te zijn kwam ik daar jaarlijks, vanwege mijn heeroom die het hoofd van zo’n kloostergemeenschap was. De ziekenhuizen waar hij zijn domicilie had, dat wisselde om de zoveel jaar, waren bijzondere logeeradressen voor ons neefjes. Mijn zusje mocht niet mee, omdat dat niet paste in een celibataire gemeenschap. Het horen van Gregoriaanse gezangen roept tot op de dag van vandaag bij mij herinneringen op aan de kapel van die logeeradressen.

Jaren later, het moet 1980 geweest zijn, toen de Leidse Universiteit het leeggekomen ziekenhuisgebouw aan de Hooigracht had ingericht voor een aantal vakgroepen van de sociale faculteit, had ik daar een werkkamer, in een voormalige cel in het kloostergedeelte. Ik herkende zo’n ruimte als logeerkamertje. Resten van toen waren in het gebouw ook nog te herkennen. In de kapel was de bibliotheek gevestigd en de gebrandschilderde ramen lieten het gekleurde licht op onze werktafels vallen. Het ziekenhuis zelf had aan de rand van Leiderdorp een nieuw onderkomen gevonden. Nog een enkel ‘nonnetje’ was in 1980 nog over toen onze dochter daar werd geboren. Hardnekkig wordt het ziekenhuis in mijn omgeving nog het Elisabeth ziekenhuis genoemd, ook toen het al weer jaren nadat het de naam Rijnland gedragen te hebben, omgedoopt werd in Alrijne, dat van die hedendaagse Rijnlandse ziekenhuisketen.

Het pand aan de Hooigracht kwam in 1989 opnieuw leeg te staan. Door een herschikking van de verschillende vakgroepen verspreid over diverse plekken in de stad, werd de hele sociale faculteit in de voormalige polikliniek interne geneeskunde van het Academisch Ziekenhuis aan de Wassenaarseweg gehuisvest. Van Psychologie, (niet Westerse) sociologie, antropologie, bestuurskunde, vrouwenstudies, pedagogiek pedagogiek tot politicologie werd daar ter plekke bijeengebracht. ‘Goed voor bestuur, overleg en samenwerking’ werd bij deze samenvoeging verondersteld. Op de gevel van het gebouw prijkt de naam ‘Pieter de la Cour’. 

Terug naar de Hooigracht, de plek van het voormalige ziekenhuis en van de werkruimten van de sociale faculteit. Appartementen vullen nu het gebouw. In de kloostertuin staan in de zomer de tafels en parasols van het bierrestaurant Olivier dat in de benedenverdieping is gevestigd. Een Belgisch biertje van de tap met een punt zak frieten nuttig ik nu in de ruimte waar ik eertijds dagelijks kwam om mijn prints op te halen. De ruimte met de daar opgestelde kolossale opslag– en printmachines en van de ‘help desk’ die daar zijn reparaties deed. 

  • POLIKLINIEK ACADEMISCH ZIEKENHUIS

Over de Wassenaarse weg, langs dit gebouw, liep de gele tram van de HTM die vanuit Den Haag via Wassenaar , de bocht naar de Rijnsburgerweg opdraaide om zijn eindpunt op het Centraal Station te bereiken. In 1960 is de lijn opgeheven en zijn de sporen niet meer te herkennen. Slechts het naambordje ’Trambaan’ verscholen tussen de vele nieuw opgetrokken en opvallende gebouwen, onder andere van het Leids Bio-Science Park, herinnert hieraan. Het bordje staat bij het fietspad, waar wij met onze kinderfietsjes dwars door de weilanden, naar onze Opa en Oma in Oegstgeest op bezoek gingen of logeren. Nu wordt het pad intensief gebruikt door de mensen die in het gebied studeren en werken.   

5 antwoorden op “GROETEN UIT LEIDEN – ziekenhuis omzwervingen”

  1. Dank je wel Ton
    Bewust mee gemaakt
    Ik weet nog dat mijn moeder in een kruiwagen naar het ziekenhuis
    Werd gereden…dat moet wel Annelies zijn geweest.
    De oudste drie van ons gezin (8)
    Waren halfzussen en -broer .

  2. leuk stuk.
    De ziekenzaal doet erg denken aan de grote ziekenzalen waar Joan in Groningen in 1956-57 alle co-schappen liep ( APSAZ=Algemeen Provinciaal, Stads en Academisch Ziekenhuis, nu UMCG) en hij ook nog een foto van heeft. Toen ik zover was, waren de meeste klinieken net gemoderniseerd.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *