Beste Meneer van der Pennen,
Mijn naam is Jip Pijs en ik ben sinds kort begonnen met mijn afstuderen bij Explore Lab op Bouwkunde. In neem contact met u op om te kijken of u mij op enige manier kunt ondersteunen of zou kunnen begeleiden als onderzoeksmentor. In de dorpen in Midden-Limburg, mijn ’thuisstreek’, is veel (toekomstig) leegstand, kerkelijk, maatschappelijk en agrarisch vastgoed. De bevolking krimpt, de kerk verdwijnt, verenigingen verliezen leden, en de landbouw anonimiseert ten opzichte van het dorp. Er ontstaat een mismatch tussen de veranderende (culturele) activiteiten van het dorp en de bestaande gebouwde omgeving vol kerken, stallen en verenigingsgebouwen. Ik zou graag de integrale rol van zowel de gebouwen/plekken als de verschillende (culturele) activiteiten in het construeren van het karakter van ‘mijn’ dorp Melick onderzoeken (….) Zou u binnenkort tijd hebben om hierover te praten en te kijken of en hoe u mij zou kunnen ondersteunen gedurende dit afstudeeronderzoek? Het lijkt me leuk met u eens van gedachte te wisselen. Ik kijk uit naar uw reactie. Bij voorbaat dank! Met vriendelijke groet. Jip Pijs. (najaar 2017).
Met een zogenoemd ontwerpend onderzoek wilden wij de discussie aangaan over de toekomst van het Noord Limburgse dorp Melick en de Heilige Andreaskerk in het bijzonder, die bedreigd wordt door leegstand en sloop. Het werkstuk kan een inspiratiebron zijn voor stads- en dorpsmakers die werken aan sociaal en culturele waarden van bepaalde plekken. Niet alleen van ‘bovenaf’ vanachter de teken- en vergadertafels, maar door grondig kennis te nemen van het alledaags perspectief en de lokale kennis van gebruikers. http://resolver.tudelft.nl/uuid:214b2385-67f1-4723-81b2-a9af27f6dcf3
“Nederland heeft nog zo’n zesduizend kerken. Maar steeds minder mensen gaan naar de kerk. Vooral daardoor zal 30 procent tot misschien wel 80 procent de komende jaren hun oorspronkelijke religieuze functie verliezen. Geld is er tekort en sloop dreigt. ” (Volkskrant, 23 november 2018).
‘Het is een enorme opgave. Het water staat veel kerkeigenaren aan de lippen’, zegt projectleider Frank Strolenberg van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. “Betrokkenen hebben vaak tegengestelde belangen en ideeën. Een erfgoedorganisatie wil graag monumentale kerken behouden, bewoners het icoon in hun dorp of wijk, overheden hechten aan een maatschappelijke invulling. Je hoeft maar naar een kerk te wijzen en er ontstaat al discussie.’ Toch, zegt hij: “( …) er worden in toenemende mate creatieve oplossingen gevonden. Nederland heeft daarin internationaal een voorbeeldfunctie.”
- DE TOEKOMST VAN EEN KERK
Momenteel ondergaan Melick en de andere kleine kernen in Midden-Limburg ingrijpende veranderingen. De regio bevindt zich in een overgang van bevolkingsgroei naar bevolkingskrimp. Er is sprake van vergrijzing en op den duur zet een absolute bevolkingsdaling in, zo laten de cijfers zien. (2) Ook een ontkerkelijking zet zich door.
Wat gaat er als gevolg van deze trends gebeuren met de dorpswinkel of de voetbalkantine nu het draagvlak voor deze voorzieningen afneemt? Een van die plekken die onder druk staat is de Heilige Andreaskerk. De kerk van Melick dreigt gesloten en gesloopt te worden. Daarmee zou het hart uit deze dorpsgemeenschap verwijderd worden, zo luidde de hypothese van onze studie.
- ONS VIZIER
Om de aanname te onderzoeken, dat met het verdwijnen van de kerk de leefbaarheid van het dorp wordt aangetast, is het mentale landschap van Melick in kaart gebracht. Hiervoor organiseerden we in 2018 verschillende workshops en vroegen de deelnemende inwoners van Melick om hun dorp te tekenen op een leeg A4 vel en deze tekeningen aan elkaar te presenteren alsof ze dat aan een vreemdeling zouden doen. De deelnemers hadden een handleiding met een aantal vragen over alledaagse routines zoals ‘hoe ziet jouw rondje door het dorp eruit?’, ‘waar doe je boodschappen?’ enzovoort (3)
De uitkomst van deze verkenning in Melick was dat de kerk een baken in het dorp is, ondanks dat slechts een kleine groep mensen nog daadwerkelijk en regelmatig gebruik maakt van het kerkgebouw. Op een doordeweekse dag is het een plek met weinig levendigheid. Alleen tijdens grote feesten zoals de eerste communie, de kermis en vastelaovend worden de deuren van de kerk geopend en is de ruimte in en rondom de kerk met activiteiten gevuld. De harmonie, de schutterij of het fluit- en trommelkorps trekken vanaf het Kerkplein door het dorp en ’s avonds zijn er tot laat festiviteiten in de cafés en verenigingshuizen.
Zowel de narratieve kaarten als de transcripties van de presentaties verschaften ons kennis over de waardering en het alledaagse gebruik van dit (dorps)landschap en de kerk in het bijzonder. We noteerden de verhalen voor het ontwerp voor de herinrichting van het kerkgebouw om daarmee het teruglopende en eenzijdige gebruik van dit gebouw te doorbreken en het gebouw een nieuwe betekenis te geven in de gemeenschap van Melick.
- HET GEMEENSCHAPSHUIS
De kerk van Melick is een kenmerkend gebouw gelegen op een centrale plek in het dorp van ver uit de omgeving goed zichtbaar als herkenningspunt. Ideaal om dit gebouw te herbestemmen voor een onderkomen voor diverse activiteiten, die nu nog plaatsvinden in verspreid liggende locaties. Met het heringerichte kerkgebouw kunnen deze activiteiten een nieuwe impuls krijgen. Daarmee krijgt de geschiedenis van Melick een nieuw vervolg, zonder dat er door de sloop van de kerk een litteken geslagen wordt in de stedenbouwkundige structuur van het dorp.
De kerk wordt een plek van ontmoeting, te beschouwen als een podium waarop de dorpelingen laten zien wie ze zijn. De dorpeling is in de metafoor van het theater zowel acteur als toeschouwer.[3] In het dorpse toneel brengen dorpsbewoners verschillende culturele repertoires tot uitdrukking, Culturele repertoires die alles met de streek, de kerk en de folklore te maken hebben.
- IMPRESSIE VAN DE INRICHTING
De technische kant van het verhaal wordt in deze blog niet getoond, hier gaat het om een impressie van de herinrichting van de kerk.(5)
DAGKAPEL
Een sacraal deel van de kerk wordt ondergebracht in een nieuwe dagkapel op de plaats van het huidige altaar onder de vieringtoren. Hier is plek voor ongeveer 40 parochianen. Grote glazen deuren in de triomfboog scheiden de dagkapel van het middenschip. Als de deuren en gordijnen gesloten zijn blijven de sacrale ruimte afgescheiden van het profane deel van de kerk. Bij bijzondere misvieringen als bruiloften, begrafenissen, Pasen of Kerstmis, kan het middenschip ‘als vanouds’ gebruikt worden door de grote deuren te openen. De centrale as van het gebouw blijft zo behouden.
HET CULTUURPLEIN
In het middenschip ontstaat ruimte voor een zogenoemd cultuurplein. Het ontwerp voorziet in een aantal kastelementen voor opslag, een tentoonstellingsruimte en een reeks multifunctionele ruimtes in het middenschip. Het cultuurplein kan gebruikt worden door verschillende verenigingen, die hier ruimtes vinden voor atelierfuncties zoals oefen- of vergaderruimten en expositiemogelijkheden.
Doorsnede van het cultuurplein geplaatst in het middenschip van de kerk met rechts de uitbouw met daarin het tuincafé.
Een reeks kastelementen scheiden de zijschepen van het middenschip en scheppen een open ruimte. De kastelementen bieden ruimte voor opslag voor de verenigingen en andere groeperingen uit het dorp. In de open ruimte van het middenschip kunnen afsluitbare atelierruimtes ontstaan door deze met gordijnen te compartimenten. Als de gordijnen gesloten zijn ontstaat er een reeks van intieme atelierruimtes geschikt voor bijvoorbeeld lezingen, muziekrepetities, vergadering en kleinschalige evenementen. De atelierruimten zijn naar het middenschip georiënteerd. Tussen de scheibogen is in elke travee een stalen baldakijn gehangen waaraan versieringen en verlichting bevestigd kunnen geworden.
De wanden van de kastelementen worden van binnenuit verlicht waardoor de silhouetten van de spullen die zijn opgeslagen zichtbaar worden in het donkere kerkgebouw. Muziekinstrumenten, uniformen, vaandels en andere attributen zijn zo herkenbaar. De opslagruimten van de verenigingen wordt zo als het ware een open ‘dorpsdepot’, waar de levendigheid van het verenigingsleven van Melick zich toont en de het eentonige kerkgebouw wordt gevuld met vertrouwde beelden en kleuren.
Het culturele erfgoed wordt met de herinrichting geconserveerd, zoals de harmonie, het carnaval en andere vieringen die aan het katholieke Limburg gerelateerd zijn. Critici zullen stellen dat wat de bewoners in de workshops inbrachten niet op de toekomst is gericht, dat zij refereren aan een ‘heilig rooms leven’, dat in de dagelijkse omgang in Limburg al lang niet meer zichtbaar is. Wat dit laatste betreft kan worden gesteld dat culture uitingen, folklore en tradities, niet statisch zijn, ze veranderen mee en passen zich aan veranderende sociale verhoudingen. Boeiend in dit verband is bijvoorbeeld dat ‘nieuwkomers’ in het dorp, die hun roots elders hebben, culturele erfgoederen omarmen, zoals het carnavalsritueel. (6) Daar hebben ze dan wel andere connotaties bij dan het askruisje op de woensdag na het carnaval en het vastentrommeltje. Dat zijn de relieken van dit erfgoed dat in de vitrines van het gemeenschapshuis zijn tentoongesteld.
De heringerichte kerk kan ook inspelen op de vergrijzing van de bevolking. Een vergrijzende bevolking vraagt om een zorgzame samenleving, Dit fenomeen kent in een dorpssamenleving traditioneel een basis (‘noaberschap’). (7) De vraag is echter welke informele zorgzaamheid in Melick voor ouderen actuele betekenis heeft, maar in ieder geval ontbeert het in Melick aan een plek. Een plek voor ontmoeting is namelijk cruciaal waar dit fenomeen van informele zorg gestalte kan krijgen. Het zou op het ‘overdekte dorpsplein’ een plek kunnen vinden, De plek op bepaalde momenten als een buurthuiskamer ingericht, waar mensen samen activiteiten kunnen ontplooien, informatie kunnen delen, maar ook lief en leed. Persoonlijk contact door gezamenlijke activiteiten is belangrijk voor het welbevinden van (oudere) mensen. Er zijn in het land genoeg inspirerende voorbeelden voor samenbindende activiteiten te vinden, zoals de leeszaal in Rotterdam, [8) om zo’n programma voor oudere bewoners in deze voormalige kerk in te vullen, Vaak ontstaan bij dit soort ontmoetingen ook weer nieuwe wensen, ideeën en activiteiten.
- AFSLUITEND
Op het afstuderen van Jip hield ik het volgende praatje:
‘Jij hoorde de verhalen aan van de Melickers, je liet ze hun dorp tekenen. Jij zag ze hun grenzen trekken. Jij hoorde dat zij de harmonie nog steeds een betekenisvolle aangelegenheid vinden, actief als deelnemer of als toeschouwer bij een optreden. Dat het carnaval zo verweven is met het dorp. De schutterij werd genoemd als kenmerk en symbool. Ze maakten jou opmerkzaam dat het mooie ommeland alle aanleiding voor buitenstaanders kan zijn om Melick te bezoeken. En de kerk natuurlijk, die kwam in alle verhalen en tekeningen op zijn minst als symbool van het dorp terug. Jij lichtte het dak op van de kerk, niet met sloopplannen, maar geeft de schutterij een plek, aan de harmonie, je biedt toeristen een overnachting en de dorpelingen een ontmoetingsplek. Een bruisend hart gaat het worden in het dorp. We kregen de toelichting hoe de toekomst voor Melick eruit gaat zien. Het ontwerp ligt er. Ik kan me een zomermiddag in 2025 heel goed voorstellen, met het gevulde terras, de spelende kinderen. Zover is het nog niet. Een ingewikkeld spel gaat zich nu afspelen over eigenaarschap, financiering en beheer. Ik weet dat jij deze arena, dit steekspel met visies en belangen, gaat betreden. Dat is jouw toekomst op de korte termijn. Succes.’
[1] De heilige Andreaskerk is gerealiseerd in een traditionalistische stijl. De bouw werd afgerond in 1956 na een periode van twee jaar. De kerk werd ontworpen door Jos Franssen, de zoon van Casper Franssen, die op zijn beurt leerling was van Jos Cuypers. Jos en Casper Franssen realiseerden ongeveer veertig kerken en hebben zo hun stempel gedrukt op veel dorpen en steden in Limburg. Jos ontwierp zijn kerken in wisselende stijlen, neoromantisch of neogotisch maar bijvoorbeeld ook in de Amsterdamse Schoolstijl,
De kerk in Melick is een pseudo-kruisbasiliek met een plompe vieringtoren. Het hoofdvolume van kerk bestaat uit een middenschip met ongelijke zijschepen en twee transepten. Er is geen priesterkoor, aan de achterzijde bevindt zich in plaats daarvan een kleine sacristie. Het altaar is geplaatst onder de vieringtoren, waardoor deze goed te zien is, passend bij de liturgische inzichten uit die tijd. In het hoofdvolume zijn twee zijkapellen, een achthoekige Mariakapel en een rechthoekige doopkapel geplaatst. De kerk is opgemetseld uit een grauwe waalsteen met sobere versieringen. Vanaf een afstand springt het grote grijze dak in het oog. Het interieur van de kerk wordt gekenmerkt door grote bakstenen scheibogen met daartussen netgewelven. De ingang bevindt zich niet aan de Markt, maar aan de westkant. De transepten hebben elk een eigen ingang.
(2) https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2015/06/29/ kamerbrief-over-moties-krimpregio-s-en-anticipeerregio-s.
(3) Een narratieve benadering verschaft inzicht in de manier waarop mensen in relationele zin hun identiteit verbinden met micro-lokale verbanden. Ze laten zien hoe mensen de alledaagse ruimte construeren door middel van hun dagelijkse praktijken, processen van betekenisgeving en de constructie van grenzen en scheidslijnen tussen mensen.
[4] De metafoor van het theater in de stad waar mensen zich laten zien en gezien worden. is van Lofland (1998).The Public Realm: Exploring the City’s Quintessential Social Territory. New Jersey: Transaction Publishers.pp.35-36.
(5] De technische uitwerking van de herbestemming zoals de aanpassing van de draagconstructie, het (energie neutrale) warmteplan, de geluidsisolatie en materiaalkeuze, waren onderdeel van het afstudeerproject van Jip Pijs, waarmee hij zijn mastertitel behaalde. Jip is ontwerpend onderzoeker en hoofd van het onderzoekslab van het Rotterdams architectenbureau Personal Architecture. Hij studeerde af in de architectuur met dit ontwerpend onderzoek naar zijn heimat Melick in Midden-Limburg.
(6) Het carnavalsfeest raakte na de jaren zestig, in de meer geseculariseerde wereld van nu, de band met de daaropvolgende vastenperiode verloren. Carnaval lijkt nu steeds meer op de ‘heidense’ saturnaliën in het oude Romeinse rijk. Ook dat waren grote eet- en drinkgelagen, met maskers en vermommingen als uitlaatklep voor het ‘gewone’ dagelijkse leven
(7) Hoek, D.E.C. van den, (2013). Warme deken of dichte deur? Tastbare en denkbeeldige zorgzaamheid in twee Nederlandse dorpen. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.
[8) Specht, M. & J. van der Zwaard (2015). De uitvinding van de leeszaal; collectieve tactieken en culturele uitwisseling. Amsterdam: Trancity*valiz.
PLEKKEN VAN ONTMOETING
APPENDIX. Wat losse gedachten aan Limburg
- IN GESPREK MET VINCENT
‘Het is een raar dorpscentrum, met in bijna alleen vrijstaande woningen. Weinig meer dan een supermarkt, een parkeerterrein en een kerk. Sloop van de kerk (en vervanging door bijv. een wooncomplex) haalt het laatste restant van het historisch hart van het dorp eruit. Dus dat moeten ze zeker niet doen. Qua kerkelijke architectuur is het zorgvuldig ontworpen en evenzo zorgvuldig uitgevoerd, een voor zijn tijd al traditionalistisch gebouw. Een tegenstelling met de boven beschreven omgeving. Ik ken qua interieur de plaatjes uit de studie die jij begeleidde, en heb een blik mogen werpen in het rechter transept (stond zaterdag open, er hing wat vriendelijke jeugd rond). Kruisribgewelfjes van schoon geel metselwerk, echt vakmanschap. Om die reden al het behouden waard ;-). Maar ook zuidNL sterft natuurlijk vd (wederopbouw)kerken, die vaak ook nog ‘op de groei’ werden gebouwd… O tempora, o mores…
Kortom: herbestemming met een dorpsfunctie is en blijft een prima plan: brengt reuring naar het centrum, parkeergelegenheid zat. Ik ken de omgeving onvoldoende om te weten of er ook behoefte is aan een regiofunctie.
Mocht een multicultureel centrum niet lukken, mag je hopen dat er middels verbouw tot appartementen toch wat van het gebouw-als-contour en een soort centrumfunctie behouden blijft.
Eén antwoord op “GEBIEDSONTWIKKELING – van kerk naar gemeenschapshuis”