‘Vanaf maandag 1 juni is de Kunsthal weer open!’
‘Wandkleden wilden luxe, prestige, culturele indentiteit en machtsvertoon uitbeelden’, zo introduceert de Rotterdamse Kunsthal de tentoonstelling EXRA LARGE, de eerste na de Corona lock down. Ze zijn groot deze wandkleden, indrukwekkend. Als bezoeker zie je op afstand niet zo direct dat het resultaten zijn van duizenden traditionele ambachtelijke uren. Als het ware een samensmelting tussen ambachtsvrouw en kunstenaar. Elke kwaststreek is tot in het fijnste detail in het weefpatroon verwerkt. Je ziet elke kleurnuance in de verf, elke penseelstreek. Twee tijdzones smelten samen in een kunstwerk. Die van de penseel die over het doek beweegt: losjes, intuïtief en snel. En die daarna in de tijd van de draad op het weefgetouw: horizontaal, gecalculeerd en langzaam het beeld opbouwend. Dit is pure alchemie.
Een belevenis is dit bezoek in meerdere opzichten. Eerder noemde ik in een blog de meerwaarde van een museumbezoek. Je ziet het werk ter plekke beter en ziet meer: het mooie gebouw, het interieur waarin het werk is neergezet en de bezoekers, die het alleen al de moeite waard maken voor een bezoek. Een museumbezoek kan dus nooit tegenvallen, is mijn stelling nu eenmaal. Bij deze tentoonstelling werd dit nog eens extra duidelijk. In een catalogus zou je nooit zo goed het ingenieuze handwerk kunnen zien waarmee het kunstwerk tot stand is gekomen. Van het raamwerk spannen, de vele spoelen daar doorheen halen met de op passende kleur geverfde draden in dat raamwerk geknoopt. Op een tijdstip was het bezoek waarbij de bezoeker op gepaste afstand van het beperkte aantal medebezoekers langs de werken moest gaan. Zo kreeg je ruim zicht op de steken en de knopen waarmee deze kunstwerken zijn opgebouwd.
‘De kans is redelijk groot dat u bij het woord ‘wandtapijt’ niet direct denkt aan moderne kunst. Eerder aan historische taferelen in aardetinten dan aan de heldere primaire kleuren van moderne meesters. Eerder aan Rubens dan aan Picasso. Dat ligt niet aan u: de rivalenstrijd tussen de weefkunst en de schilderkunst is ergens in de loop der eeuwen gewonnen door de schilderkunst. Het ooit populaire wandkleed werd naar een verdomhoekje van de kunstwereld verdreven, samen met andere meer toegepaste kunstvormen als keramiek. Naast ‘decoratief’ had de weefkunst bovendien nog een ander imagoprobleem: ze stond te boek als vrouwenkunst. En dus, want zo ging dat, als niet volwaardig. De tentoonstelling laat zien, aan de hand van exemplaren ontworpen door kopstukken als Picasso, Joan Miró, Sonia Delauney en Louise Bourgeois, dat het wandtapijt nooit helemaal is weggeweest. Tenminste, niet in Frankrijk. Sterker nog, de Franse staat heeft zich de afgelopen eeuw ingespannen om deze bijzondere kunstvorm te behouden. Het grootse deel van de 56 wandkleden in Extra Largezijn gemaakt door wevers in de beroemde Manufacture des Gobelins in Parijs, het laatste atelier ter wereld waar deze tapijten met de hand worden geweven.’ (Sarah van Binsbergern, Volkskrant, 4 juni 2020).
Interessante blog over een onderwerp waarover ik het met je helemaal eens ben. Museumbezoek heeft inderdaad grote meerwaarde en je bezoek aan de expositie met wandkleden in de Kunsthal bevestigt ook mijn mening dat die vorm van kunst lange tijd erg ondergewaardeerd is gebleven: geheel ten onrechte!
Wij zijn voor de coronacrisis nog in het Textielmuseum in Tilburg geweest en hebben daar toen ook een expositie met wandkleden bezocht: schitterend! Dat was een expositie over textielkunst van Bauhaus.
Verder herinner ik me nog scherp het bezoek dat ik ooit het gebracht aan het elfde-eeuwse Tapijt van Bayeux. Fantastisch wat mensen in die tijd al konden maken. Een traditie die, zoals je terecht schrijft, zich vooral in Frankrijk heeft voortgezet.
Het textielmuseum in Tilburg klinkt zo saai. Jullie ervaring is anders. Niet alleen is het boeiend te zien hoe er geweven werd aan bekende producten als de AaBe dekens en veel mensen in de omgeving van het museum generaties hun brood daar verdienden en hun leven bepaalden. Ook het ateliergedeelte van het museum trof mij waar eigentijdse weefsels worden gemaakt. Zoals de kolossale gordijnen die de voormalige Lochal op het Tilburgse spoorsingel compartimateren om aan de nieuwe functies als de bibliotheek. het restaurant, de vergader- en werkruimten ruimten te geven. Mijn enthousiasme schreef ik uit in een aantal blogs op de site. Daarbij voegde ik jouw mooie schilderijen van de Lochal toe aan mijn berichten.
Pikant is wel dat de wandkleden van Bauhaus aan vrouwelijke studenten werd toebedeeld.
Een leuk stuk weer. Beroemd zijn ook de Brusselse wandkleden. Ik heb daar ooit een en ander over opgestoken tijdens een soort privé-rondleiding in het stadhuis van Brussel. En mooie kleden zag ik ook eens in het Musée de Cluny in Paris, met name de serie over de dame en de eenhoorn (La la Dame à la licorne).
Schitterende beelden Ton en informatieve duiding.
Tekens aan de wand..wandtapijten.
Zag ooit de opbouw van kleden
Zigzaggend…..monniken werk
Met een prachtig resultaat.
Mee eens,
een bezoek aan een museum is
Rustgevend…bijna sacraal.
Lakenhal is mijn favoriete museum