GEBIEDSONTWIKKELING – van kerk naar gemeenschapshuis

Beste Meneer van der Pennen,

Mijn naam is Jip Pijs en ik ben sinds kort begonnen met mijn afstuderen bij Explore Lab op Bouwkunde. In neem contact met u op om te kijken of u mij op enige manier kunt ondersteunen of zou kunnen begeleiden als onderzoeksmentor. In de dorpen in Midden-Limburg, mijn ’thuisstreek’, is veel (toekomstig) leegstand, kerkelijk, maatschappelijk en agrarisch vastgoed. De bevolking krimpt, de kerk verdwijnt, verenigingen verliezen leden, en de landbouw anonimiseert ten opzichte van het dorp. Er ontstaat een mismatch tussen de veranderende (culturele) activiteiten van het dorp en de bestaande gebouwde omgeving vol kerken, stallen en verenigingsgebouwen. Ik zou graag de integrale rol van zowel de gebouwen/plekken als de verschillende (culturele) activiteiten in het construeren van het karakter van ‘mijn’ dorp Melick onderzoeken (….)… VERDER LEZEN “GEBIEDSONTWIKKELING – van kerk naar gemeenschapshuis”

ACHTERWERK IN DE KAST – ran de boekenman

Boekhandelaar Arie Ran. Jaren 60. Foto: privé-bezit kleinzoon N. Ran.

Vaak leunde Ran tegen de gevel van zijn tweedehands boekenwinkel in de Haagse Copernicusstraat of zat daar op zomerse dagen op een krukje. Voorovergebogen over bananendozen vol boeken sorteerde hij dan een nieuwe aanvoer.

Wim Willems beschreef zijn herinneringen aan deze boekenman in zijn boek ‘Stadskind’, pp. 103-106. “Zijn mond stond nooit een moment stil. Hij hield ervan om de jonge moeders uit de buurt te overladen met geparfumeerde complimentjes over hun opwaaiende jurk of lieve snoetje. De levende wereld van vrouwen en die van boeken lagen voor hem dichtbij elkaar en hoe eenvoudig wat het niet om de jongedames op het trottoir met een stijlbloempje te doen blozen.
VERDER LEZEN “ACHTERWERK IN DE KAST – ran de boekenman”

SNIPPERS VAN DE STRAAT – volkstuintjes

De geschiedenis van de volkstuin begint in 1838 in Franeker. De Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen verhuurde in dat jaar voor het eerst volkstuinen. Het fenomeen ‘volkstuin’ werd overigens uitgevonden in Engeland om arme mensen op een goedkope manier aan eten te helpen. In de loop van de negentiende eeuw verschenen met het opkomen van de arbeidersklasse de eerste volkstuincomplexen in Nederland. De gemeenten verhuurden de grond. Het was ook in die periode dat mede om die reden de eerste volkstuinverenigingen werden opgericht. In 1928 werd door deze verenigingen het overkoepelende Algemeen Verbond van Volkstuinverenigingen opgericht. Deze organisatie was nodig om de politieke besluitvorming omtrent volkstuinders te kunnen beïnvloeden. Halverwege de jaren vijftig van de vorige eeuw verdween de economische functie.… VERDER LEZEN “SNIPPERS VAN DE STRAAT – volkstuintjes”

IN GESPREK MET ADRI DUIVESTEIJN – stadsvernieuwing als ‘kulturele activiteit’

  • VAN STADSVERNIEWING NAAR STEDELIJKE VERNIEUWING

Adri Duivesteijn bereidde in 1985 de campagne ‘Stadsvernieuwing als kulturele aktiviteit’ voor. Het markeert een omslag in de stedelijke geschiedenis waar gebroken werd met de ‘confectie’ stadsvernieuwing’ dat ‘bouwen voor de buurt’ was geworden. De stedenbouw en architectuur kregen naast de volkshuisvesting een plaats in het planproces. In stedenbouwkundig opzicht werd deze beleidsvisie vertaald in verdichtingsbouw en menging van functies. Daarnaast vormden de infrastructurele werken en iconische bouwwerken een karakteristiek element in die ‘eigentijdse’ stedelijke plannen. De stedelijke vernieuwing, die vanaf de jaren 80 gestalte kreeg, bracht het grootschalig denken en het ontwikkelen van brede visies weer terug in de lokale planvorming. Het stedenbouwkundig ontwerp werd gezien als een onderzoek naar ontwikkelingsmogelijkheden van bepaalde gebieden. Architectuur… VERDER LEZEN “IN GESPREK MET ADRI DUIVESTEIJN – stadsvernieuwing als ‘kulturele activiteit’”

IN GESPREK MET HAN PONNEKER- trein op dood spoor

  • SAMENWERKING

Vrijwel direct na de inval van de Duitsers in mei 1940 sloot de NS een ‘loyaal samenwerkingscontract’ met de Duitse bezetter. Daarmee hoopte het bedrijf relatief autonoom te kunnen blijven opereren onder het Duitse bewind. De dagelijkse leiding van het bedrijf bleef immers in handen van de NS-directie. De treinen, zowel het goederen- als personenvervoer, bleven daardoor gewoon rijden. Dat vond de NS-top het belangrijkste, want zo zou het maatschappelijk leven zo goed mogelijk doorgang vinden. Voor de NS was het onderteken van dat ‘samenwerkingscontract’ een logische stap. In 1937 had de Nederlandse regering namelijk al een ‘aanwijzing’ uitgevaardigd. Die bepaalde hoe het bedrijfsleven zich diende te gedragen ten opzichte van een eventuele, buitenlandse bezetter.… VERDER LEZEN “IN GESPREK MET HAN PONNEKER- trein op dood spoor”