De voertaal was engels. Die dag bleek dat er in de discussie een misverstand was ontstaan. ‘Policy’ had bij de verschillende delegaties van ons project een andere connotatie. De onderzoekers uit Glasgow hadden duidelijk andere voorstellingen over ‘beleid’ dan die uit Dortmund. Die avond spraken we na. Taal is meer dan het omzetten van woorden noemden we, iets anders konden we ook niet concluderen. Taal is ingebakken in een cultuur, drukt ook een cultuur uit, wisten we. De Engelse humor is zo anders dan de Franse of Zweedse, al is de ondertiteling gelijkluidend. Monty Python zou nooit van Italiaanse origine kunnen zijn. Ik weet dat een Twentse mop (Herman Finkers) niet alleen in een ander dialect wordt verteld dan een Haagse mop (Van Kooten & De Bie), de inhoud van de moppen zijn gewoon anders, zo is mijn stelling.
We zaten in een kring: de Zweedse, Duitse, Schotse, Italiaanse, Franse en wij Nederlandse onderzoekers en ik vertelde in mijn beste Engels over de familie Schildpad.
Pa Schildpad was in een goede bui en trakteerde de familie op een ijsje. Dus op naar de ijssalon. Voor de toonbank was het even dubben welke smaken het zouden worden en vervolgens had een ieder zijn hoorntje met zijn bolletjes in de hand. Pa klopte op de achterzak van zijn broek. ‘Oh jee, ik ben mijn portemonee vergeten, die ligt nog thuis op de keukentafel. Ach Pietje, mijn jongen, wil je die even halen? We wachten hier wel op je, voor de gezelligheid.’ Pietje weg. Wat later drupte het ijs langs de hoorntjes op de handen. Ma Schildpad, altijd kordaat, wist raad. ‘Jongens, begin maar vast wat te likken voordat het op jullie kleren druipt .’ Toen hoorde de achtergebleven familieleden bij de uitgang van de ijssalon klinken: ‘wat flauw, als jullie dat doen, dan ga ik die portemonnee niet halen.’
Het Nederlandse gezelschap lachte, glimlachte. Verbaasde trekken op de gezichten van de Zweden, de Duitsers, de Italianen en de Fransen, waar gaat dit over? ‘Yes’. zei Keith uit Glasgow opgewonden in zijn moeilijk verstaanbare Schots, met zijn voor mij typisch Engelse accent: ‘They really are in trouble. What a dilemma: a question of family solidarity if they eat the ice cream; if they don’t break the promise the ice cream will be vanished and their clothes must be washed; in both cases they are little criminals, because they did not pay the bill.’
p.s.
Over smaak valt, in dit geval humor, niet te discussiëren, wel over te praten.
Wat een grappig verhaal over die schildpadden! Bij het plaatje moest ik meteen aan Stoffel denken.
Voor wat betreft de verschillende interpretaties van woorden is een bekend voorbeeld natuurlijk de Brit die een voorstel ‘interesting’ noemt en de Nederlander die denkt ‘ah mooi, hij vindt mijn idee interessant’.
Je blog over de schildpadden en humor deed me denken aan een interview dat ik een tijdje geleden las met de au pair van Boris Johnson. Joke Aarnink uit Ootmarsum was 50 jaar geleden in Londen de au pair van de familie Johnson. Boris was toen vijf. Hij had toen al een levendige fantasie (of grootheidswaan?) en wilde de koning van de wereld worden. Toen ze op een dag samen een heuvel beklommen en uitkeken op houtwallen en glooiingen zei hij: „Kijk Joke!”, Lijkt dat niet op een reusachtige schildpad? Echt. Het is een reusachtige schildpad!”
Vele jaren later ontmoette de voormalige au pair Boris nog een keer. Hij hield een praatje tijdens een expositie van zijn moeder’s werk. Hem was kennelijk verteld dat Joke er ook was. Opeens wees hij naar haar en zei ‘Joke!’. Hij sprak haar naam op zijn Engels uit. Dat was dezelfde grap die hij maakte toen hij vijf was. “Typisch Boris.”
Tsja, over smaak of zoals jij schrijft , in dit geval humor, valt inderdaad niet te twisten.