In de winter van 2020 was ik terug in de wijk en zag ik dat de eerste nieuwbouw die rond 1976 tot stand was gekomen – het ‘Plan Oranjeplein’ – nog herkenbaar is. Ik zag wel veel hekwerk dat toen niet in de tekeningen stond, zag op straat ook andere bewoners het leven zijn dagelijkse gang gaan. De ‘witte’ volksbuurt van weleer is een eigentijdse migrantenwijk geworden.
De stadsvernieuwing was in 1976 in de Schilderwijk op stoom gekomen. Wij, een groep studenten uit Leiden en Delft, deden aan aktie-onderzoek en wilden de bewonersinitiatieven ondersteunen. We melden ons bij de Jongeren Aktiegoep Schilderwijk (JAS) met Adri Duivesteijn in de gelederen, die zich inzette voor het ‘Bouwen voor de Buurt’. We werden flink aan de tand gevoeld of we inhoudelijk en ideologisch wel deugden. Naast de kritische ondervragingen, waren er excursies georganiseerd naar andere bevriende bewonersorganisaties die zich met de stadsvernieuwing inlieten, zoals in de Amsterdamse Dapperbuurt.
We kwamen het scholingsprogramma en toelatingsexamen door. We werden betrokken bij het eerste nieuwbouwproject het ‘Plan Oranjeplein’, gelegen op de hoek van de Hoefkade en de Koningsstraat. eerste stadsvernieuwingsproject in de Schilderswijk bestaat uit 444 woningen op de leeggekomen plek van de afgebroken broodfabriek van Hus. Het project is ontworpen door Henk van Schagen namens Van Tijen, en had als uitgangspunt de betaalbaarheid en er lag zodoende een sterke nadruk op kostenbesparing. Er werd een hoge dichtheid van 108 woningen per ha bereikt, zonder dat een dure parkeergarage nodig was. Het is gebouwd in drie en vier lagen zonder lift met een open portiek. De blokken zijn tegen elkaar geschoven zodat in de verspringende hoeken voortuinen ontstonden met erboven balkons, met enigszins besloten openbare ruimte aan de achterkant. In het project zijn drie-, vier-, vijf- en zelfs zeskamerwoningen gebouwd.
Het net opgeleverde project. Foto’s uit mijn logboek.
VOOR HERHALING VATBAAR?
We interviewden na de realisatie de bewoners van het Plan Oranjeplein of ze tevreden waren met hun nieuwe thuis. In de pers werden verschillende conclusies getrokken. Het plaatselijke Binnenhof kopte op 15 februari 1977: “Bewoners Nieuwbouwplan Oranjeplein: ‘Van de hel in de hemel’, maar ook veel klachten”. En Het Vaderland stelde in de zaterdagbijlage van 19 februari 1977: “Oranjeplein niet herhalen. Drie sociologen constateerden te veel fouten.” De bewoners zouden niet erg tevreden zijn. De eerste aanzet voor de vernieuwing van de Schilderswijk zou geen onverdeeld succes zijn. “De jonge sociologen doen vele aanbevelingen voor komende vernieuwingsplannen, waarbij duidelijk hun voorkeur uitgaat naar een zorgvuldige en gefaseerde nieuwbouw: dat wil zeggen nieuwe woningen worden toegewezen aan bewoners uit een straat of buurt die daarna vernieuwd wordt. Een soort opschuifsysteem dus. Dan kunnen de individuele inzichten van de aanstaande bewoners nog in de nieuwbouw erkend worden.” En de opdrachtgever van het onderzoek, de bewonersorganisatie HKS, beantwoordde de vraag: “Voor herhaling vatbaar? Ja, het project is zeker voor herhaling vatbaar.”
‘WIJ GAAN DOOR MET DE STRIJD’
Adri Duivesteijn haakte tijdens de rit af en zette zijn loopbaan elders voort. Op zijn website lees ik zijn argumentatie: ’ Tot mijn verrassing werd ik op 3 november tot wethouder gekozen. Vanaf dat moment stond mijn leven volledig in het teken van de strijd tegen de verloedering in de oude Haagse wijken, en maakte ik een begin met het herstel van de binnenstad, die na de Tweede Wereldoorlog door planologisch wanbeleid onvoorstelbaar was beschadigd. (…) Het was een bijzondere tijd waarin ik deel uitmaakte van een generatie wethouders, vaak van PvdA-huize, die ‘schwung’ gaf aan de vernieuwing van onze steden. De grootschalige stadsvernieuwing stond voor rehabilitatie van de oude wijken en voor het herstel van de waardigheid van wijkbewoners – vaak mensen die in een kwetsbare positie verkeerden. Niet alles is geslaagd en het had op plekken (veel) beter gekund, maar feit is dat het eergevoel van de mensen van goede wil werd teruggewonnen.’
De stadsvernieuwing was een megaproject en ‘kan worden samengevat in vijf woorden: Nederland kent geen achterbuurten meer.’ (De Liagre Bohl, 2012: pp. 340). In de betekenis van slechte en verpauperde wijken uit de periode van daarvoor. De opbrengst van de stadsvernieuwing was indrukwekkend. ‘Zo leverde de Haagse stadsvernieuwing onder wethouder Duivesteijn – in de periode 1980-1989 – 10.100 nieuwe woningen, 5000 renovaties, 8600 door particulieren verbeterde woningen, 760 gerestaureerde monumenten, 5000 overdekte parkeerplaatsen, 21 nieuwe pleinen, tientallen nieuwe scholen en buurthuizen, bijna 70.000 vierkante meter bedrijfs- en winkelruimte en 86.000 vierkante meter groenvoorziening. Van de 72.960 woningen die gezamenlijk de stadsvernieuwingsgebieden besloegen – dat was 38 procent van de totale woningvoorraad in Den Haag – is onder Duivesteijns bewind rond 40 procent vernieuwd.‘
- H. De Liagre Bohl (2012). Steden in de steigers. Stadsvernieuwing in Nederland 1970-1990. Amsterdam: Bert Bakker.
- Bok, E. ‘Den Haag van deur tot deur:1980-1990, 10 jaar stadsvernieuwing’In: Stadsvernieuwingskrant Den Haag, januari 1982.
Het verhaal van Adri Duivesteijn, over zijn betrokkenheid bij de geschiedenis van de Haagse stedelijke vernieuwing, heb ik opgenomen in mijn Schetsboek over de naoorlogse stedelijke ontwikkeling.
- Ton van der Pennen (2016). Bouwstenen uit de recente geschiedenis van de stedelijke ontwikkeling. Amsterdam, IOS Press. pp. 104-114.
OPNIEUW DE WIJK IN
De Koningstraat is een echte winkelstraat. En anders dan de andere twee belangrijke winkelstraten de Hoefkade (Marokkaans) en de Hobbestraat (Turks), is de Koningstraat gemengder. De ‘Kingstreet’, zoals de jongeren in de wijk zeggen. ’s Avonds is het een verzamelplek voor groepjes jongeren. In perioden is de straat ook een domein voor drugshandel.
Samen met zijn twee broers runt eigenaar Sarikayaal al tien jaar deze supermarkt met een breed assortiment artikelen. Je kunt er onder andere Poolse, Turkse, Marokkaanse, Antilliaanse, Surinaamse, Pakistaanse, Ghanese en Hollandse producten kopen.
Rondlopend in de Schilderswijk proef je natuurlijk het kosmopolitische karakter van de
wijk. De bewoners hebben hun oorsprong uit een veelheid aan landen en culturen en dat zie je en ruik je op straat en je ziet het aan de winkels, de koffiehuizen en de restaurants.
Als je rondloopt in de wijk en door een hek naar binnen kijkt zie je een soort niemandsland. De bedoeling bij de stadsvernieuwing waren openbare toegankelijke ruimten met kijkgroen voor de omwonden. Die hekken zijn er nadien niet voor niets geplaatst, vermoed ik.
OOK ADRI WANDELDE ROND
Adri Duivesteijn maakte een wandeling door de Schilderswijk, op uitnodiging van twee daar geboren en getogen jongedames met een van origine Marokkaanse achtergrond: Zoulikha Massaoudi (19) en Kaoutar Hadchoune (20).
‘Het feit dat ik de Schilderswijk goed ken en deze ook vaak aan mensen laat zien, werd het voor mij toch een bijzondere wandeling. Uiteraard omdat het me terugbracht naar al die plekken die zo zijn vergroeid met mijn jeugd en het wethouderschap, maar vooral omdat het me de kans gaf om door de ogen van deze jonge bewoner(s) te kijken naar de Schilderswijk van vandaag. Volstrekt gelijk gebleven is de trots op de wijk. ‘Wij zijn geboren en getogen Schilderswijkers en laten graag zien hoe bijzonder de wijk is’, straalden Zoulikha en Hadchoune uit. Fascinerend zijn ook de verschillen die in tijd zijn ontstaan. In mijn jeugd was alles zwart of wit, arm of rijk, geschoold of ongeschoold, kansarm of kansrijk. Al die verschillen waren ook verbonden met het zand en het veen. In die tijd — in mijn tijd — kon de fysieke vernieuwing van de stad het middel zijn om veranderingen te brengen. Nu leven wij in een samenleving waarin het niet primair de traditionele klassentegenstellingen of de ruimtelijke vraagstukken zijn, die het meest dominant zijn in het stedelijk leven. Nee, tegenwoordig staat meer dan ooit ‘het samenleven’ centraal. Het gaat om de vraag hoe heel veel inwoners met verschillende culturele achtergronden op een aangename wijze met elkaar kunnen samenleven; hoe wij culturele verschillen kunnen leren overbruggen en zelfs waarderen. Hoe kunnen wij nu voorkomen dat ons land een optelsom wordt van afzonderlijke groepen? Op dit moment zien we juist dat de negatieve kanten van de onderlinge culturele verschillen veel aandacht krijgen. ‘Hoe kunnen wij de huidige rijkdom aan culturen in onze samenleving zichtbaar maken? Hoe kan er een uitwisseling komen tussen de kunst en cultuur van gevestigden en nieuwkomers in de overtuiging dat dit, naast vernieuwing van de Nederlandse cultuur, een bijdrage levert aan sociale cohesie en tolerantie?’
Hier verwijst Adri naar zijn overleden broer John Duivesteijn, oprichter van het Volksbuurtmuseum in de Schilderwijk, die op 10 september 1999 schreef in zijn ‘Toekomstschets Volksbuurtmuseum’ dat de huidige bestuurlijke opgave een volstrekt andere is dan vroeger. “Hoe kunnen wij nu voorkomen dat ons land een optelsom wordt van afzonderlijke groepen? Op dit moment zien we juist dat de negatieve kanten van de onderlinge culturele verschillen veel aandacht krijgen. ‘Hoe kunnen wij de huidige rijkdom aan culturen in onze samenleving zichtbaar maken? Hoe kan er een uitwisseling komen tussen de kunst en cultuur van gevestigden en nieuwkomers in de overtuiging dat dit, naast vernieuwing van de Nederlandse cultuur, een bijdrage levert aan sociale cohesie en tolerantie?” Het was zijn overtuiging dat ‘het gaat om de software van de stad, om de mensen en dat wat zij tot stand kunnen brengen; hun energie is de kracht van de stad’. Ik denk dat het in deze tijd, voor een gemeentebestuur van een Stad van Vrede en Recht, de mooiste en grootste uitdaging is om de mensen in ons Den Haag juist in gezamenlijkheid te laten gloriëren.
Foto’s: Adriaan Beekhuis (1975)
Dank je, Adriaan. voor de foto’s uit 1975 die je opdook. De tijd dat we door de wijk trokken en veel avonden aan de vergadertafels doorbrachten. Je trok toen op jouw tekentafel de lijntjes recht van de slordige schetsen van het ‘Plan Oranjeplein’ die ik aanvankelijk in het procesverslag had opgenomen.
Hoi Ton,
Leuk verhaal over het Oranjeplein. De wijk was zeker niet zo gekleurd als nu. Als je mijn foto’s ziet uit 1975, zie je dat ook toen kleur een rol speelde, een andere kleur!
Groeten, Adriaan