elke dag groeit de stad, legt
elke dag groeit de stad, legt
steen op steen, hoger wil ze,
de hemel in
ik, een gedicht, ben zo stil
dat niemand hoort wat ik zeg
een kleine stem wil ik zijn
die spreekt van een groen bestaan
met gras en boom om mij heen
Leo Herberghs, Pancratiusstraat 30, Heerlen.
- XXI
Zie je de potentaat in weeldedronken
opzichtig zwaar met goudbestikt ornaat?
Hoe zonlicht elke vinger vol karaat
flitsend in aureolen doet ontvonken?
Ceders van eeuwen tot plafonds geklonken,
heel dit paleis in vorstelijke staat
op jaspiscolonnaden? Overdaad
van draperieën in purper verzonken?
Gaap het niet aan. Wees dan liever jaloers
op wie weinig bezit, wie niet hoog vliegt
en koesterend een schat in handen houdt.
Val niet voor praalzucht, ijdel en platvloers:
uit alle flonkering en luxe liegt
de vale geelzucht van het gore goud.
Vertaling: Dolf Verspoor
- BOUW EEN LUCHTKASTEEL
Bouw een luchtkasteel
Aan de rand van zee en strand
Dicht je droom in zand
Onbekend. Koning Boudewijnpromenade, Oostende.
- VEERPONT
We zijn hier aan de oever van een machtige rivier
De andere oever is daarginds, en deze hier is hier
De oever waar we niet zijn noemen wij de overkant
Die wordt dan deze kant zodra we daar zijn aangeland
En dit heet dan de overkant, onthoudt u dat dus goed
Want dit is van belang als u oversteken moet
Dat zou nog best eens kunnen, want er is hier veel verkeer
En daarom vaar ik steeds maar vice versa heen en weer
Heen en weer
Heen en weer
Heen en weer
Heen en weer
Drs. P. Rijnsteeg 1, Amerongen
- HET KIND EN IK
Ik zou een dag uit vissen,
ik voelde mij moedeloos.
Ik maakte tussen de lissen
met de hand een wak in het kroos.
Er steeg licht op van beneden
uit de zwarte spiegelgrond.
Ik zag een tuin onbetreden
en een kind dat daar stond.
Het stond aan zijn schrijftafel
te schrijven op een lei.
Het woord onder de griffel
herkende ik, was van mij.
Maar toen heeft het geschreven,
zonder haast en zonder schroom,
al wat ik van mijn leven
nog ooit te schrijven droom.
En telkens als ik even
knikte dat ik het wist,
liet hij het water beven
en het werd uitgewist.
- MUSIC-HALL
Haastig,
Naarstig,
Bedrijvig,
IJverig
Komen de kellners gegaan,
Brengen verfrissingen aan.
Helder klinken
Rinkelingen
Der glazen.
Paul van Ostaijen(laan) in Heverlee.
- WENS
Ik wou dat ik een mooi gedicht was
en jij leerde mij uit je hoofd
en toen je mij voordroeg in de klas
werd ik mooier dan ik was.
Erik van Os. Burgemeester Sweensplein 7, Rijen.
Ondergang, ondergang
Ondergang bevrijdt ons, richt onze schreden
Ondergang
Is glans, het andere een masker;
Ondergang vereent ons met het andere
Ondergang hangt het aangezicht der zeeën
Aan onze visioenen.
Ondergang is wachten.
Vertaling: Willem Stoetzer
- UITVRETERS
Daar zitten ze dan elke
avond, soms tot ver
in de nacht te keuvelen
en naar de sterren starend:
die aardige jongens van Nescio
honderduit bomen dat is wat ze
’s zomer op dat bankje tegen
het hek van het Oosterpark doen
over burgermannen die zij zweren
nooit te gaan worden
over de heren in driedelige pakken
met hun poen en vette sigaren
die zoveel beter af zijn dan zij
nee, dat gaan die aardige jongens
van Nescio niet ambiëren
een heel kamerameublement
kun je eraan verdienen als je
dat had kunnen onthouden wat
Bavink, Hoyer en Koekebakker
op dat bankje zoal filosofeerden.
Naar Nescio. Linnaeusstraat 44. Amsterdam.
- LOOP ER NIET AAN VOORBIJ
Loop er niet aan voorbij: hoor, hier klopt het hart van de stad al eeuwen door. Sta stil, voel: steen is niet hard, staan is zacht als stomend water.
Lenze l. bouwers. Heetvelderweg 5, Leusden.
BRON
*Website Muurgedichten Leiden.
2 antwoorden op “SNIPPERS VAN DE STRAAT – gedichten op de muur (1)”