Henk Staats, in zijn hoedanigheid als senior associate editor van het ‘Journal Environment and Behavior’, vroeg mij onlangs een boek te noemen waardoor ik me in mijn loopbaan heb laten inspireren.
Dear authors,
We are happy and proud to send you the new IAPS Bulletin, #48, to which you made an important contribution. Thank you very much for your work. Your joined efforts have made this a rich Issue.
A book that inspired me is ‘The social construction of reality. A Treasure in the Sociology of Knowledge. The authors are Peter L. Berger & Thomas Luckman (1967), published by Anchor Books.
Ten years after the publication, I was a ‘new kid in town’, a newcomer in the academic world. My first day at the University of Leiden I found this book on my desk. My senior colleague Pieter van Daalen dropped it there and told me that it can be an inspiring book. It was his own example, full of his remarks, used in his lectures. I picked it up, read it and – figural spoken – I put it in my backpack on my journey of discovery. The purpose of Berger & Luckman was ’to find a sociological analysis of the reality of everyday life, more precisely, of knowledge that guides conduct in everyday life.’ (page 34). In my research I was targeted by the institutional context of everyday life with their ideology, religion, their rules and regulation, as a context of strains. But even so it is a context of contusions. My scientific assignment became what I call ‘dysmistification‘ of the social reality. Knowing that regulation once was – in history – a peoples construction, but it in many cases it became a compelling context. Knowledge that must inspire to deliberate change.
In our first scientific publication we referred to Berger & Luckman and the compelling context of institutions. Pieter worked that out for his specialization, the mental healthcare, and I did it for mine: the Urban Renewal. The binding title of our book was ‘Action Research’.
- P. van Daalen, T. van der Pennen (1980). Over aktieonderzoek en advisering. Leiden, Universiteit Leiden (SIL).
A TRIBUTE
- IN GESPREK MET BERT HERMANS (12)
Ha Ton,
Grappig dat jij het boek ‘The Social Construction of Reality’ van Berger & Luckman noemde om je als wetenschapper te laten inspireren en dat je, op een specifieke manier, naar de ‘alledaagse leefsituatie’ deed kijken.
Voor mij was dat ‘Het menselijk gelaat’van de Franse filosoof Emmanuel Levinas. Volgens Levinas is de medemens niet slechts een ander persoon, maar verschijnt die als een vreemde ander. Om het overstijgende anders-zijn van de ander te benadrukken schrijft hij de Ander herhaaldelijk opzettelijk met een hoofdletter. De Ander is geen object waar ik gebruik van kan maken. Volgens Levinas verschijnt de Ander – hij spreekt van ‘het gelaat van de Ander’ – als ontoegankelijk schepsel dat een appèl doet op mijn verantwoordelijkheid.
Mijn leermeester, de oud-hoogleraarrechtsfilosofie J.J. Loeff van de Universiteit Tilburg, hield destijds een vurig betoog over de toepassing van de filosofie van Levinas op het juridisch denken en handelen dat me erg aansprak. Ik heb in mijn werkzame leven die gedachte steeds voor ogen gehouden en vreemd genoeg ook in de korte politieke loopbaan die ik in de gemeente Beuningen mocht hebben. Net als jij in Leiden, kwam ik in Beuningen in die tijd (eind jaren 70) daar tegen dat de invloed van bewoners op het beleid zeer te wensen overliet. De gang van zaken bij het vaststellen van het grote bestemmingsplan voor de bebouwing van het gebied tussen Beuningen en Ewijk was zo’n voorbeeld van slechte inspraak. Ook daar was de informatieverstrekking vanuit de gemeente bedroevend en bij onenigheid tussen burgers en bestuur delfden de bewoners het onderspit. Vanuit mijn politieke gedrevenheid én gevoed door de filosofie van het Menselijk gelaat heb ik toen geprobeerd die situatie te veranderen. Wij organiseerden inspraakavonden voor de bewoners en namen het appèl dat individuele burgers op onze verantwoordelijkheid deden, serieus. Zowaar leidde dat ertoe dat het bestemmingsplan op onderdelen werd aangepast. Zo zie ik in de verte toch overeenkomsten tussen jouw ervaringen met ‘aktieonderzoek’ en mijn ervaringen met de filosofie van het Menselijk gelaat en het serieus nemen van de Ander die een beroep doet op mijn verantwoordelijkheid.
Ha Bert,
Eigenlijk geldt dat het moeilijk is om één boek te noemen dat me het meest heeft beïnvloed. Verschillende boeken hebben me beïnvloed in m’n werk, in verschillende perioden. Maar zeker geldt dat het met name mensen zijn die me hebben beïnvloed. Met een groot woord zou je dat leermeesters kunnen noemen, zoals jij J.J. Loef noemt en ik Pieter van Daalen.
IN GESPREK MET JAN JACOB TRIP
Ik denk dat sommige romans en verhalen eveneens een grote invloed op me hebben gehad dan vakliteratuur, maar welke…? Ook dat wisselt. Wat dat betreft is de meeste wetenschappelijke literatuur in feite niet te pruimen, maar je ploegt er doorheen op zoek naar informatie. Degenen die het op een aantrekkelijke en begrijpelijke manier konden opschrijven waren meestal degenen die ook de meeste inspriratie gaven. Wat maar aangeeft dat het belang van schrijfonderwijs op de universiteit schromelijk wordt onderschat.
2 antwoorden op “VAN DE BOEKENPLANK – berger & luckman”