- HOOGERE BURGERSCHOOL
Dagelijks rijd ik eraan voorbij, het gebouw van de Bonaventura Scholen Gemeenschap. Het monumentale gebouw aan de Hoge Rijndijk in Leiden. Architect Dudok ontwierp in 1914 deze ‘Hoogere Burgerschool met vijfjarige cursus’. Dudok was destijds ingenieur en plaatsvervangend directeur der Gemeentewerken van de gemeente Leiden. De school vormt een stedebouwkundig ensemble met het Militair Invalidentehuis (1913), waarmee het de hoeken van de Hoge Rijndijk met de Burggravenlaan markeert.
In tegenstelling tot veel scholen uit die tijd zijn er aan de voorgevel geen klaslokaalramen te zien. Achter de voorgevel zijn de dienstruimtes gesitueerd zoals gangen, toiletten en kolenhokken en kamers voor het personeel. Voor dit soort ruimten werd traditioneel een kleiner raamoppervlak toegepast. De schoollokalen liggen aan de achterzijde, met uitzicht op het schoolplein. Dit in overeenstemming met het advies van de gezondheids- en schoolcommissies. De straat met geluid van paardenkarren en stof werd door veel leerkrachten gezien als een belemmering voor het geven van lessen. De achterkant van het gebouw werd gezien als de ideale plek voor de lokalen. Deze medische adviezen betekenen een ommezwaai in het ontwerpen en hebben grote gevolgen voor het aanzicht van de schoolgebouwen.
Deze school is daarbij ook het eerste schoolgebouw in Leiden dat verfraaid is met beelden. Ook in Amsterdam worden in deze periode de schoolgebouwen voor middelbaar onderwijs steeds vaker voorzien van kunst omdat er een gemeentelijke percentage regeling beschikbaar was gekomen.
De geveldecoraties aan de straatgevels bestaan uit terracotta reliëfs, decoratieve steensverbanden en in zandsteen uitgevoerd beeldhouwwerk. De vergaarbakken voor het regenwater zijn vervaardigd van dezelfde steensoort. Ze zijn van de hand van Willem C. Brouwer. Hij stond indertijd bekend als het belangrijkste talent op gebied van ornamentele kunst. Deze school is ook landelijk gezien een vroeg voorbeeld van de toepassing van deze monumentale kunst.
‘Laat ik beginnen met te erkennen, dat ik steeds de stelling heb verdedigd dat architecten niet schrijven of spreken moeten doch bouwen, omdat dát hun taak is; een taal die de waarden hunner denkbeelden zuiverder bepaalt dan woorden (…)‘ (Uit: Lezing gehouden in Zürich, Luzern, St. Gallen, februari 1935).
- LAGERE SCHOOL
In de documentatie wordt architect W.M. Dudok ook genoemd als de ontwerper van de lagere school aan de Duivenbodestraat. Dit is dan zijn eerste schoolgebouw die in zijn lange oeuvrelijst van schoolgebouwen alleen al daarom een bijzondere plaats in neemt. De school toont overeenkomsten met de HBS op de Burggravenlaan die hij daarna bouwde. De zuidgevel heeft een vergelijkbaar spel van diverse venstermaten,hoge en lage torenachtige bouwdelen die de HBS ook typeren.
– Yteke Spoelstra (2009). ‘Een sieraad der gemeente’. De geschiedenis van de scholenbouw in Leiden. Unit Monumenten & Archeologie, gemeente Leiden.
- ENDEGEEST
In de literatuur over de vroege jaren van Dudok als architect duikt soms een ‘paviljoen voor het krankzinnigengesticht Endegeest’ in Oegstgeest op, dat in 1913 door de bouwmeester zou zijn gebouwd. Dudok-kenner Herman van Bergeijk noemt het in diverse publicaties, maar geeft geen bijzonderheden. In de werken van andere Dudok-deskundigen ontbreekt het paviljoen, waarschijnlijk omdat er te veel onzekerheden zijn. Zo is er in de digitale beeld- en krantenarchieven niets terug te vinden van een paviljoen in Endegeest.
Bouwjaar 1913
- LEIDS DAGBLAD
Het gebouw van Leids Dagblad aan de Witte Singel is ontegenzeggelijk van Dudok. Het wordt in alle documentatie wel genoemd.
- STADHUIS
Wie Dudok zegt, denkt meestal aan het stadhuis van Hilversum. Minder bekend is dat hij ook een nieuw ontwerp maakte voor het in 1929 afgebrande Leidse stadhuis.
Achter de historische gevel aan de Breestraat die na de brand behouden bleef kwam een ander gebouw. Anno 2020 wordt deze aanbouw opnieuw verbouwd. Maar daar gaat een andere blog over.
- VOETNOOT
1.
BEVOLKING
De bevolking van Leiden groeit gestaag. In 1919 telt de stad 61.408 inwoners. Als gevolg van de annexatie van een gedeelte van Leiderdorp, Zoeterwoude en Oegstgeest op 1 januari 1920, neemt het inwonertal toe tot 65.376 personen.
De Woningwet van 1901 (artikel 36) verplicht gemeenten tot het maken van uitbreidingsplannen als ze meer dan 10.000 inwoners hebben of de laatste vijf jaar met meer dan een vijfde zijn toegenomen. Het Uitbreidingsplan van 1905 wordt tot 1929 veertien maal herzien. De boulevard en de grote pleinen rond de Hoge Rijndijk, waar in 1915 de HBS van Dudok een stedenbouwkundige sleutelpositie krijgt toebedeeld, dateren nog uit het eerste uitbreidingsplan.
2.
BRUGGEN
Dudok heeft vanuit zijn functie bij de Gemeentewerken een bijdrage geleverd aan de bouw van een ketelhuis dat nog op het Electriciteitsterrein aan de Lange Gracht staat en aan 4 draai- en ophaalbruggen.
3.
KOOIPARK
Het Kooipark in Leiden wordt eveneens toegeschreven aan Dudok. Zeker is dat Dudok, destijds in dienst als adjunct-directeur Publieke Werken in Leiden, in 1912 een ontwerp voor het park heeft getekend. Het moest een echt volkspark worden, een recreatiegebied voor de arbeidersklasse waarin plaats was voor ontspanning, cultuur, volksbijeenkomsten, sport en spelen. Toen het park uiteindelijk in 1920 werd aangelegd, was Dudok al enkele jaren in Hilversum aan de slag. Het is dan ook de vraag in hoeverre het park van 1920 nog overeen komt met het oorspronkelijke ontwerp. Een lokale krant schreef het ontwerp van het park destijds volledig op naam van iemand anders: J.H. Hoitingh, die bekend stond als ontwerper van kleine villatuinen.
Kooipark. Situatie na de renovatie van 2014.
- VAN DE BOEKENPLANK (11)
Max Cramer, Hans van Grieken & Heleen Pronk (1981). W.M. Dudok 1884-1974. Van Gennep Amsterdam/Stichting Architectuur Museum.
Eén antwoord op “GROETEN UIT LEIDEN – dudok in leiden”