Fragmenten uit een serie verhalen van verslaggever Aad Rietveld in de Leidse Courant. Gepubliceerd jan. – febr. 2020.
- De Slaaghwijk is een walhalla voor onderzoekers. Studenten en wetenschappelijk instituten van de universiteiten van Amsterdam, Leiden en Utrecht, het CBS, het CPB en de WRR, welzijnsorganisaties, adviesbureaus: allemaal publiceerden ze over de Leidse ’probleemwijk’. En allemaal willen ze praten met professionals en met wijkbewoners bij hen achter de voordeur komen. ,,Ik heb mijn verhaal al 41 keer verteld, maar het helpt niet’’, zegt Sonja van Uden, die al 41 jaar in de wijk woont.
- Dertig jaar ook beleidsaandacht: sociale vernieuwing, stedelijke vernieuwing, sociale investeringsprogamma’s en intensieve wijkaanpak.
EEN WIJKBEHEERDER
- ‘De bewoners van de Slaaghwijk, zegt de wijkbeheerder, ’zijn wel verdraagzaam’. Dat is ironisch bedoeld. ‘Ze gooien dingen op straat omdat ze denken: het is toch een teringzooi, dus een beetje meer of minder maakt niet uit.’ Hij is al heel lang wijkbeheerder: tien jaar bij de Sleutels, een paar maanden op het NSDM-terrein in Amsterdam en nu al tweeënhalf jaar voor Portaal, in de Kooi, het Noorderkwartier en de Slaaghwijk. De flats in die wijk – de Horsten – geven veel overlastproblemen. ‘Toen deze flats in de jaren zeventig werden gebouwd, waren de normen voor geluidsisolatie nul. De mensen wonen hier in een soort schoenendoos. Als de kinderen van de bovenburen door het huis stuiteren, kun je daar veel last van hebben. En je hebt natuurlijk mensen die rotzooi maken in de hal, kotsen in het trappenhuis.’ Een wijkbeheerder’, legt hij uit, ‘is er niet voor achter de voordeur. Maar daar kom ik wel steeds vaker. Bij mensen die last hebben van ongedierte – muizen, ratten, kakkerlakken – bij mensen die dement zijn en hun pillen vergeten, bij obsessieve verzamelaars. Er wonen hier veel ex-daklozen, veel mensen met een psychiatrisch verleden.’ Hij is er niet om die mensen te begeleiden; voor ’zwaardere problemen’ heeft de corporatie sociale beheerders. Maar hij zit wel bij het ’signaleringsoverleg’ waar zulke problemen worden besproken.’
- ‘Toen ik hier in 1979 kwam, woonden er nog veel Nederlanders in de wijk. Alleen in de Kraaienhorst woonden toen allemaal Surinamers en Antillianen. Daarna kwamen de Turken, met lange broeken met van die jurken erover, en de Chinezen, die waren heel erg op zichzelf. Later kregen we hier die golf van Joegoslaven die waren gevlucht voor de oorlog. Nu wonen er vooral veel Nederlandse Marokkanen; die hebben elkaar de wijk in getrokken. Die grote flats zijn natuurlijk ook prettig voor ze, want zij hebben vaak meer kinderen.’
- ‘Gemeente en politie noemen dit altijd een probleemwijk, maar er zijn alleen hangjongeren. Bij de Palmerie, het koffiehuis aan het Valkenpad, gaven die wel overlast doordat ze tot laat buiten stonden te schreeuwen. Maar dat is door de burgemeester gesloten.’
- ‘We hadden hier een Raad & Daadwinkel waar mensen met hun problemen terecht konden, maar die ging weg. Het Gezinscentrum, dat vrouwen achter de voordeur vandaan haalde, ging weg. Het kinderwerk en meidenwerk van Libertas, de naschoolse opvang: allemaal wegbezuinigd. Alleen die achter hun bureau zitten, hebben hun baan nog. Er is hier geen zorg, er is geen leerproces.’
2 antwoorden op “GROETEN UIT LEIDEN – de slaaghwijk”