GROETEN UIT DEN HAAG – jan duiker (1890-1935)

Wist niet beter dan dat dit pelpinda’s zijn. Ik vroeg er laatst om bij de notenkraam hier op de weekmarkt. ‘Of ik soms doppinda’s bedoelde?’
  • ‘WAT VAN KOK KOMT … IS GOED’

Op de Thomsonlaan zat de winkel van koffiebrander Kok ( ‘Wat van Kok komt … is goed’ ). Op de zaterdagmiddag kocht mijn moeder daar een zak pelpinda’s. Deze werd dan op de zondagmiddag op de tafel in de woonkamer uitgestrooid, op een krant. Een hoopje werd toegeschoven naar ieder aan tafel aangeschoven kind. Het pellen kon beginnen. Ondertussen werd ‘Mens erger je niet’, ‘Pim, Pam, Pet’, ‘Monopolie’ opzijgeschoven of een potje schaak werd voor even gestaakt.

Zo af en toe kom ik nog weleens op de Thomsonlaan en zoek dan naar de winkeltjes uit mijn jeugd. Kok zit er al lang niet meer. Maar nu vallen me dingen op die me toen zijn ontgaan. Dat zijn de gebouwen (ensembles) van architect Jan Duiker.

Hij heeft het een en ander voor mijn oude buurtje ontworpen. Ik zag als kind wel dat deze gebouwen anders waren dan de huizen bij ons in de straat. Maar ik wist toen zeker niet te melden dat de speelgoedwinkel op het Thomsonplein door Jan Duiker ontworpen was.

In zijn korte loopbaan, tussen 1920 tot 1935, kwam een veelheid aan gebouwen tot stand. Het werk van Duiker behoort naar het oordeel van velen, tot het beste wat in de Nederlandse architectuur tot stand kwam. Aldo van Eyck plaatst hem bij de meest vindingrijke architecten ooit. Duiker is een vertegenwoordiger van het nieuwe bouwen en de nieuwe zakelijkheid. De doorbraak van Duiker kwam, na het winnen van een aantal prijsvragen, met de bouw in 1926-1928 van sanatorium Zonnestraal, op de heide even buiten Hilversum, dat met zijn grote glazen gevels, betonconstructie, overstekende daken, en open plattegrond een symbool is geworden van het Nieuwe Bouwen. Het symmetrische gebouw is geheel gericht op het vangen van zonlicht (zie de voetnoot).

  • VALKENBOSKWARTIER (bomen & vruchtenbuurt)

Het oudste deel van het Valkenboskwartier is gebouwd in de periode 1911 en 1918 tussen de Beeklaan en de Azaleastraat, geheel volgens het uitbreidingsplan van architect Berlage (1901). In de jaren twintig raakte de wijk voltooid, met een aantal woonstraten, enkele scholen en een sportterrein. De schetsen beoogden de stad een chique aanzicht te geven. Elementen uit de architectuur van De Stijl, Frank Lloyd Wright en H.P. Berlage kwamen hier bij elkaar, in wat genoemd de Nieuwe Haagse School. De strakke lijnen en geometrische volumes van deze stroming vormden, meer dan de Amsterdamse School, de aanzet van de moderne architectuur die zich in deze Haagse wijk laten zien.

  • ONDERHOUD

De afgelopen 100 jaar hebben deze gebouwen de nodige aanpassingen moeten ondergaan. Regulier onderhoud zoals het vervangen van de stalen kozijnen was noodzakelijk. Daarnaast blijft tot op de dag van vandaag de opgave om woningen te verduurzamen, zoals het aanbrengen van zonnepanelen en dakopbouwen gezien de stijgende ruimtebehoefte in de stad. Soms geslaagd, zodat het monumentale karakter niet wordt aangetast, soms niet. De vernieuwing kan het aanzien van het gebouw schaden, zoals dat is gebeurd met het vervangen van de stalen kozijnen door kunststof. Of dakopbouwen die een ensemble flink kunnen verstoren, zoals op Thomonplein. De Haagse Stadspartij luidde voor dit soort vernieuwing de noodklok.

‘De schoonheid van een bouwblok aan het Thomsonplein ontworpen door de wereldberoemde architect Jan Duiker dreigt door de bouw van een enkele dakopbouw voorgoed verpest te worden’, aldus fractievoorzitter Joris Wijsmuller. De Haagse Stadspartij had in schriftelijke vragen opheldering gevraagd over het door de welstandscommissie toegestane bouwplan aan het Thomsonplein en wil in het algemeen een betere bescherming (HaagWest Nieuws, 12 oktober 2011). Dat bouwplan is niet doorgegaan en bereikt is dat ook latere bouwaanvragen met zorg worden bekeken.

  • CINEAC

In de Fahrenheitstraat was het West-end theater. Daar is een nu een grootgrutter (Plus) gevestigd. Een enkele keer gingen we daar binnen, maar geregeld gingen wij naar de Cineac in de stad, naar de ‘Dikke & Dunne’. Nú weet ik dat die films daar in een gebouw van Jan Duiker ons vertoond werden.

Na het journaal kwam er dan eindelijk waarvoor we eigenlijk kwamen, een tekenfilmpje van Tom & Jerry, Mickey Mouse en Donald Duck én de Dikke & Dunne.


In Den Haag is meer te vinden uit het oeuvre van Jan Duiker, zoals de flat Nirwana en de 3e ambachtschool.

  • ‘NIEUWE HAAGSE SCHOOL’ – NIRWANA

Joris Wijsmuller (Haagse Stadspartij) vertelt over de invloed van de architectuur van de ‘Nieuwe Haagse School’ uit het interbellum van de vorige eeuw en illustreert dat met Nirwana, de eerste Haagse hoogbouw.

Niet alleen de vorm van het gebouw was nieuw, ook de gebruikte materialen. Het was destijds het hoogste gebouw in Nederland van gewapend beton. Er was een centraal trappenhuis met een lift, ook was er een begane grond zonder woonfunctie die hoger lag dan de straat, een zogenoemde bel-etage. Boven de vijf woonverdiepingen was nog een penthouse te vinden. Doordat de muren geen dragende functie meer hadden konden de ramen veel groter worden dan gebruikelijk. Eigenlijk had het flatgebouw twee keer zo hoog moeten worden, maar het gemeentebestuur stak daar een stokje voor.

Het gebouw trok veel aandacht doordat het over een aantal moderne snufjes beschikte. Zo hadden de appartementen telefoon, stortkokers voor het afval en voor de vuile was en centrale verwarming. Ook konden de bewoners een maaltijd bestellen bij de centrale keuken die dan via een goederenlift naar boven werd gebracht. ().

  • ‘HET NIEUWE BOUWEN’: DE 3e AMBACHTSCHOOL

In het ontwerp van de Derde Ambachtsschool van Jan Duiker toont zich het Nieuwe Bouwen, waarbij de functionaliteit voorop staat. Architecten van deze stroming gebruiken glas, beton en staal en doen niet aan versieringen. En ze willen veel licht, lucht en ruimte in een gebouw voor een gezonde leefomgeving. Het gebouw in Scheveningen valt dan ook op door zijn mooie lichtinval. Door het betonnen skelet van het gebouw werd het mogelijk grote vlakken met  glas te plaatsen. De gevels kregen een aluminiumkleur. Hierdoor schitteren ze in de zon en zijn ze mat in de schaduw. Wat verder opvalt, is de scheepsbrugachtige voorzijde van het gebouw.


  • VOETNOTEN

1.

MONUMENTEN IN DE BOMEN- EN VRUCHTENBUURT

2.

EEN EXCURSIE NAAR HILVERSUM

In de bossen van Hilversum staat het voormalige sanatorium Zonnestraal. Het complex is een beroemd voorbeeld van het nieuw bouwen (zie: Alva Aalto). Het complex was oorspronkelijk bestemd voor Amderdamse diamantslijpers die turbercose hadden opgelopen. Jan Duiker werkte hier samen met Bernard Bijvoet en Jan Gerko Wiebenga. Het complex bestaat uit een hoofdgebouw, dat werd geopend op 12 juni 1928. Tegelijkertijd werd het Ter Meulen-paviljoen geopend, het Dresselhuys-paviljoen volgde in 1931. Het is complex is in beton opgetrokken, met stalen raamsponningen en enkel glas. Duiker heeft zijn standaardkleuren gebruikt: wit, zwart en een specifieke kleur lichtblauw, het zogenoemde ‘Duiker-blauw’. Toen het werd ontworpen, dacht men dat tuberculose binnen dertig jaar uitgeroeid zou zijn. Zonnestraal werd daarom ontworpen voor een relatief geringe levensduur. Omdat later werd ingezien dat de gebouwen waarde hebben als monument, is vanaf de jaren negentig  een omvangrijk restauratieprogramma in gang gezet.


Eén antwoord op “GROETEN UIT DEN HAAG – jan duiker (1890-1935)”

  1. Beste Ton,

    Een bijzonder verhaal heb je geschreven over Jan Duiker.
    Met Zonnestraal heb ik heel vroeg kennisgemaakt, in naam dan. Het is een groots voorbeeld van sociale geschiedenis. Jou welbekend.

    Daarnaast is het niet alleen in vrijwel elk opzicht bijzonder van bouw en locatie, maar het ligt precies in de landingsroute van vliegveld Hilversum, met een landingsbaan. Zonnestraal is een prachtig oriëntatiepunt. Je wist precies dat je op dat punt onder je, zo en zo hoog en vooral met die en die snelheid daalde. Als dat in orde was, ging verder alles goed. Het is geen grap, maar echt waar, dat ik toen ik de allereerste keer alleen werd gelaten en mijn solo maakte, ik bij aanvliegend dalen keihard riep:”Hilversum, here I come”. Jan Duiker heeft eer van zijn werk.

    Han

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *