VAN DE STRAAT – de kiosk om de hoek (1)

De kiosk is als een klaproos en laat de stad bloeien.’ (Jorne Visser)

  • ABEELPLEIN

In het winkelgedeelte van de straat uit mijn jeugd, de Fahrenheitstraat, stonden naar mensenheugenis op het Abeelplein kiosken. Ik meen dat er groenten, fruit, bloemen en vis aangeboden werd. Mijn moeder had haar eigen andere vertrouwde winkeltjes in de buurt, wij gingen daar aan voorbij.

Onlangs was ik weer in de Fahrenheitstraat. Ze staan er nog steeds, maar in volledig vernieuwde vormgeving.

De Welstandscommissie (2017): “De voorgestelde vormgeving maakt de kiosk een passend onderdeel van de inrichting van het plein. De hoofdvorm is eenvoudig, de architectonische uitwerking sluit daarbij aan. Die consequente eenvoud maakt de kiosk een sterk en overtuigend gebouwtje.”

  • SCHEVENINGEN

Het is stedelijk stimuleringsbeleid en de laatste jaren verschijnen in Den Haag op meerdere plekken nieuwe kiosken, zoals op de boulevard in Scheveningen.

  • BERLAGE

De kiosk is geen nieuw fenomeen in het Haagse stadsbeeld. De stichting Haags Industrieel Erfgoed (SHEI) verhaalt over de Haagse Mineraalwaterkiosken.

Een bekende Haagse kiosk is die van Berlage op het Buitenhof. Vele jaren heeft het gebouw leeggestaan, het raakte in verval en er kwamen plannen voor sloop, maar de kiosk is uiteindelijk gerenoveerd en wel naar het oorspronkelijke ontwerp.

  • ALLEDAAGS STRAATBEELD

Een kiosk is een vanzelfsprekend gebouwtje in een stadslandschap, waar een krantje gekocht kan worden, een kopje koffie gedronken of een praatje worden gemaakt.

  • PARIJS

Maar een kiosk is niet altijd bestand tegen regen en wind en vernieuwingen.

De iconische groene kiosken in de Franse hoofdstad zijn aan het verdwijnen. Het plan is om in totaal 360 nieuwe te plaatsen. De nieuwe exemplaren werden ontworpen door de Franse industrieel ontwerpster Matali Crasset en komen in de plaats van de oude. Sinds 2017 worden iconische kiosken in de stad – zonder officiële aankondiging – vervangen door modernere exemplaren in hard kunststof.

Beelden: Pinterest
  • MUZIEKTEMPELTJES

In een naslagwerkje vond ik dat een kiosk al een bekend fenomeen was in de 13e eeuw in Perzië, India en het Ottomaanse Rijk. Het waren oorspronkelijk tuinpaviljoens die aan alle zijden open waren. In de 18e eeuw werd de kiosk door Turkse invloed ook gemeengoed in Europa. In de negentiende eeuw vielen de muziekkiosken of muziekkoepels op door hun uitgewerkte stenen basis, de balustrades in smeedijzer, de houten koepel en opschriften, bijvoorbeeld de naam van een componist uit die tijd. Wat willekeurige voorbeelden:

Rotterdam.
Munsterplein Roermond.
Haarlemmerhout Haarlem.
Citadel
New York

Elly reageert op deze blog en vraagt me of ik de muziekkiosk in het Leidse Hout ken. Jazeker, ook zo’n pareltje in een park waar op de zomerse zondagmiddagen muziekuitvoeringen worden gegeven. Hiervan een afbeelding:

‘De Waterlelie’. Sleutelstad.
  • TRINKHALLE

Voor een onderzoek verbleef ik voor langere tijd in steden van het Ruhrgebied. Een boodschap vergeten op een laat uur, dan was dichtbij altijd nog wel een kiosk open. Om koffiemelk, een lekkertje bij de koffie of een flesje bier zat je in het Ruhrgebied dan ook nooit verlegen. In de meeste stadswijken is wel een ‘Trinkhalle’, ‘Verkaufshalle‘ of ‘Bude: een kiosk met op niet meer dan een paar vierkante meter een assortiment dat zich kan meten met een buurtsuper. Naar schatting telt het Ruhrgebied tussen de 12 duizend en 15 duizend kiosken, waarmee de regio relatief gezien koploper is in Duitsland. De huisjes zijn er in alle soorten en maten: vrijstaand of inpandig, gemaakt van hout, beton of baksteen en met of zonder extra’s zoals een bankje, een bloemenperkje of fietsenrek. In de tijd van mijn verblijf was er nog geen sprake van een 24-uurs economie. Zij waren het grootste deel van de dag geopend, meestal 365 dagen per jaar. Sommige Buden gingen al om 6.00 uur ’s ochtends open om pendelaars te voorzien van een kop koffie en een broodje. Wat later op de ochtend zag ik wat bejaarden en mensen die hun hond uitlieten daar hun krantje halen of pakje sigaretten. ’s Middags kwamen scholieren langs om fris, snoep en snacks te kopen en tegen de avond meldden zich mensen die nog wat ingrediënten nodig hadden voor het avondeten. En tot laat in de avond was de kiosk het domein van stamgasten die te weinig drank in huis hadden of wat gezelschap zochten.

‘De eerste Trinkhallen in het Ruhrgebied stammen uit de tijd van de industrialisering, de periode rond 1870. Omdat leidingwater in die tijd niet drinkbaar was, lesten veel arbeiders hun dorst met bier en brandewijn, met alle ongewenste neveneffecten van dien. Daarom stimuleerden ondernemers en gemeentebestuurders de komst van verkooppunten voor mineraalwater. De gebouwtjes kwamen op strategische plekken in de stad te staan: bij de ingang van mijnen en fabrieken, in woonwijken en op verkeersknooppunten. Uit koperen ketels werd tijdens of na het werk heilzaam mineraalwater geschonken en verkocht. (…) Naast mineraalwater brachten steeds meer Trinkhallen augurken, haringen en kranten aan de man. De Buden werden meestal gerund door invalide arbeiders, vrouwen van omgekomen kompels en na de Eerste en Tweede Wereldoorlog oorlogsweduwen.’

Bron: Gert-Jan Hospers. Kioskcultuur in het Ruhrgebied. In: Geografie, september 2016.

  • FOR EVER YOUNG

Nu moeten de Trinkhallen echter de strijd aangaan met 24-uurshops bij benzinestations, en supermarkten die tot middernacht open zijn. Desondanks heeft de Bude nog altijd een vaste plek in veel wijken in het Ruhrgebied. Of zoals kioskkenners Franke en Niedenthal in hun boek ‘KioskKultur’ schrijven: ‘De kiosk blijft een paradoxale plek. Of het nu gaat om ingrijpende herstructurering in de stad en maatschappij of om de overgang van een moderne industriële naar een laatmoderne postindustriële samenleving, ze trekt zich er ogenschijnlijk niets van aan.’

  • EEN DORPSPOMP

De kiosk om de hoek is het dorpsplein van de grote stad: een plek van ontmoeting, een plek die bijdraagt aan het door Jane Jacobs (1916-2006) geïntroduceerde ‘sociaal kapitaal’ in de publieke ruimte, dat bijdraagt aan de leefbaarheid. Bij de kiosk raak je makkelijk en vrijblijvend met elkaar in gesprek; er hangt een informele sfeer die je zou kunnen typeren als ‘vertrouwen zonder verplichtingen’. Leeftijd, beroep en achtergrond doen er niet toe: kinderen kopen snoep van hun zakgeld, de werkdag wordt daar afgesloten met een biertje of glaasje witte wijn, de vergeten boodschappen kunnen daar gehaald worden. Onderzoek laat zien dat de Trinkhalle voor bejaarden een plek is om de laatste roddels uit te wisselen. en ze doen dat meerdere keren per dag. ‘Wie een kamer zoekt of zijn kat kwijt is, moet het zeker even melden aan de man of vrouw die de kiosk runt. De ‘Budenbesitzer’ kent iedereen in de buurt – en iedereen kent hem of haar, soms alleen van de voornaam. Een enkele kioskondernemer geniet zelfs regionale bekendheid, zoals Willy Göken, die in zijn Bude in Essen zelfs honden- en kattenvoer verkocht. In 2012 moest zijn markante Trinkhalle – vanwege de vele plastic dierenbeelden op het dak van de kiosk ook wel ‘Ark van Noach’ genoemd – echter wijken in het kader van het stedelijke vernieuwingsbeleid van de gemeente Essen.’ Een paradoxale vernieuwing zou ik zeggen, want een zekere vorm van leefbaarheid is daar met de vernieuwing ingeleverd.

  • MONUMENTEN

Uit liefde voor de kiosk is in Dortmund ‘Der 1. Kioskclub Museum am Ostwall 06’ opgericht, een club die zich inzet voor het behoud van de Trinkhalle als regionaal erfgoed. In veel Ruhrsteden staan nu een of meerdere Buden onder monumentenzorg. En met steun van de regionale overheid en de kioskvereniging werd 2016 uitgeroepen tot ‘das Jahr der Trinkhalle’. Met artikelen in de media, culturele activiteiten en rondleidingen langs kiosken werd een lofzang gebracht op de kleine, maar o zo belangrijke icoon van het Ruhrgebied. 

GEÏNTERESSEERD GERAAKT?

  • Dahlmann, W. 2016. Das Ruhrgebiet feiert seine geliebte Bude. Die Welt, 29 januari 2016.
  • Franke, J. & C. Niedenthal (red.) 2004. KioskKultur: der Ort, die Dinge, die Menschen. Aschenbeck & Holstein, Delmenhorst.
  • Naumann, E. 2003. Kiosk: Entdeckungen an einem alltäglichen Ort. Jonas Verlag, Marburg.
  • Osses, D. (red.) 2009. Die Bude: Trinkhallen im Ruhrgebiet, Klartext Verlag, Essen (met foto’s van Brigitte Kraemer).
  • Rolla, A. 2012. Kommse anne Bude: Trinkhallen-Geschichte(n) aus dem Revier. Wartberg Verlag, Gudensberg.

  • VOETNOTEN

1.

Terug naar Den Haag. De vraag is hoe lang de Vrijheid standhoudt bij de vernieuwing van de ambitieuze Haagse binnenstedelijke vernieuwing.

Volgens veel Hagenaars dé plek waar de lekkerste patat te krijgen is, met uitzicht op de Utrechtse Baan.

2.

De Haagse koffietent, ook zo’n kiosk waar het broodje bal en het bakkie altijd wel smaken en deze plek uitnodigt voor een praatje en roddel.

3.

IN TIJDEN VAN CORONA

Brabants Dagblad, 24 januari 2021.

TILBURG. “Zon, frisse lucht en een lekker bakje koffie of warme chocomel, dé ingrediënten voor een heerlijke winterse wandeling. Van wandelaars tot hardlopers en van gezinnen tot studenten, iedereen genoot afgelopen weekend van de Piushaven. Dit was het eerste weekend dat er langs het water verschillende kiosken met warme dranken en wat te eten waren uitgerust.

4.

K67

Saša J. Mächtig ontwierp ruim vijftig jaar geleden de legendarische kiosk in Skopje, Macedonië. DE K67werd gebruikt als sigarenwinkel, bloemenstal, eettent, ticketshop, wat je maar kunt verzinnen. Het was ook een exportproduct. Tot in Japan, Kenya, Irak, VS en het Oostblok zijn de kioskjes te bewonderen. En de wunderschöne designkiosk zou ook zijn gebruikt bij de Spelen van München in 1972, ware het niet dat een grote brand in de K67-fabriek roet in het eten gooide.

De eerste versie werd in een stuk gegoten in met glasvezel versterkt polyester, latere versies in twee ‘buizen’ die werden geassembleerd op de plek waar de kiosk kwam te staan. Wel zo handig bij het transport. Mächtig kwam tot het ontwerp van de kiosk na eindeloos experimenteren met de verbindingen tussen de twee buizen, om zo een flexibel bouwsysteem te creëren. Zoals ook Rietveld tot het ontwerp van zijn beroemde stoel kwam door eindeloos te experimenteren met verbindingen tussen de verschillende onderdelen van de stoel.

Hier is de bron voor deze voetnoot:  Toward a concrete utopia: architecture in Yugoslavia 1948-1980.

5.

OMA. Artist impressie.

OMA onthulde de KUBE, een installatie voor de hoofdingang van het K11 MUSEA, aan de kade van Hongkong. De multifunctionele installatie creëert door middel van een eenvoudige maar boeiende geometrie, een stedelijke bezienswaardigheid te midden van de dichte skyline van de stad. (De Architect, 12 november 2019).

  • TOEGIFT

Riksarkivet (National Archives of Norway)

8 antwoorden op “VAN DE STRAAT – de kiosk om de hoek (1)”

  1. Heel mooi die blog over de kiosken. Heb er veel herinneringen aan. Het meest nog aan de kiosk in het Parc du Montsouris in Parijs. Een fantastisch park naast het hotel waar ik heel veel heb gelogeerd en met een terras voor het ontbijt. In de kiosk waren soms prachtige concerten op zwoele zomeravonden…

    1. Voor de lezer: Jouw verhaal over de kiosk in Parijs is als ook als blog op de site te vinden.

  2. De blog over kiosken vond ik leuk. Met al die mooie voorbeelden.
    Ik had het nieuwe boek Kiosk in de stad ook meteen aangeschaft toen het uitkwam en de aanbeveling op de facebookpagina van de SHIE georganiseerd. Vorig jaar is ook een mooie Haagvaarder over kiosken uitgekomen.
    De kiosken in de Fahrenheitstraat vind ik ook erg geslaagd.
    Dick’s snackcar op het Frederik Hendrikplein had vorig jaar ook een ontwerp voor zijn hoognodige nieuwe kiosk laten maken door dezelfde architect. Helaas is door onnavolgbare besluiten binnen het gemeentelijk apparaat de beoogde kiosk van plaats en daarmee van ontwerp veranderd. Daar heb ik dan weer over geblogd.
    zie https://www.bas-statenkwartier.nl/nl/geen-categorie-nl/dicks-snackcar/

  3. Dag Ton,

    Bij de term kiosk raakte ik al geïnteresseerd, omdat die term in België iets anders betekent, namelijk wat ik een muziekkapel noem. (Ik heb een serre – een aanbouwsel met veel glas – die ‘noemt’ een veranda in België, en zo ken ik er nog een hoop).Maar dat meldde je al in het stukje.
    Vervolgens associeer ik dat met het Haagse koffiehuis, en voilà, daar is ie ook al in je archief! Echt een fenomeen. Ik ben er één keer binnen geweest. Ik woonde al hier en maakte een afspraak met mijn superhaagse oude garagehouder om mijn oude auto te laten keuren. Zijn garage had hij al niet meer, dus spraken we af in Koffiehuis Valkenbos. Die tent stond jaren in mijn dagelijkse blikveld, maar ik had hem eerder eigenlijk niet eens gezien. Ik moest er wachten dus bestelde iets te eten: een uitsmijter. Een tent vol mannen, en de uitbater zegt ‘da ken niet, vandaag geen eieren’. Gelukkig ben ik daar geboren dus ik zeg: ‘joh, legt die kip van jou alleen op dinsdag?’ Iemand uit de provincie had dan maar om een tostie gevraagd, maar ik kreeg mijn uitsmijter, een meesmuilende maar sportieve bediening én een lachende tent. ‘Meteen gaan hulluh as ik geen Hagenees zou zijn…’

    Bedankt weer!
    Groet van Jackelien

  4. Hey Ton,
    Er waren wel zeer mooie kiosken in Zweden. We hadden één in mijn dorp – niet per se mooi, een houten huisje – waar je kranten, sigaretten, snoep, ijs en dergelijke dingen kon kopen. Ooit waren in het dorp ook 2 ouderwetse supermarkten, waar je over de toonbank je boodschappen deed. De andere winkel had schoenen, stof, lingerie, naaitoebehoren etc. Zelfs een bank was er. Daar was ook het station met de spoorweg.
    Alles nu verdwenen.

    Ik geloof niet dat het woord ‘kiosk’ tegenwoordig zo vaak in Zweden nog gebruikt wordt. Vroeger zei je “ik ga naar de kiosk”, dat hoor ik ook niet hier in Nederland.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *