GROETEN UIT DEN HAAG – wat zoal voorbij is

  • MAISON KRUL

Aan het Noordeinde in Den Haag was het roemruchtige Maison Krul gevestigd. Een taartje bij Krul was het hoogtepunt van een dagje winkelen in sjieke zaken als ‘Schröder’ en ‘Maison de Bonneterie’.

De achterwanden van de salon waren bedekt met grote spiegels. Het meubilair en de vitrines waren van donker glanzend mahonie met ingelegde tinnen versieringen. Dit was het ontwerp van architect De Wolf dat ook in de gevel was verwerkt. De cirkels, delen van cirkels en een vierkant waren ook in het interieur terug te vinden. Het houtwerk was ivoorkleurig geschilderd en met goud afgebiesd.

Achter het salon en de winkel bevonden zich de kantoren, een buffetkamer en een afdeling voor de expeditie, met een in- en uitgang op het Noordeinde. Verder was in het pand het magazijn, de eetkamer van het personeel, de woning van de chef, de wc’s van het personeel en diverse werkplaatsen. (Den Haag.Wiki).

Beelden: Stichting Haags Industrieel Erfgoed

De elegante gasten, meestal dames, namen plaats aan een tafeltje met marmeren blad en werden bediend door een in het zwart geklede serveerster met een wit schortje. Deze jugendstill kleding paste mooi bij het interieur van de noenzaal. De serveuse bracht de koffie of thee en het lievelingsgebak: bijvoorbeeld een Mont Blanc-gebakje  of een Creme Italienne. En alles was altijd vers.

Maar de taartjes waren eigenlijk minder belangrijk dan het zien en gezien worden in de nieuwste garderobe. Op een strategische plaats in de tearoom deden de klanten de grootst mogelijke moeite om het taartje zo beschaafd mogelijk naar binnen te werken en voornaam door te slikken, ‘met hoofd rechtop en de blik op oneindig’.

Op 15 november 1970 werd het Krul imperium na 135 jaar gesloten. Gerardus Leonardus en Johannes Antonius Krul: ‘We willen onszelf niet imiteren; we kunnen het oude peil niet meer handhaven en daarom sluiten we. Wij willen voortleven op de naam, de renommee die we hebben’

In 1972 werd het grote pand verkocht. Een gedeelte van de inrichting van de bakkerij belandde in het Banketbakkersmuseum in Amsterdam en de inrichting van de salon werd opgeslagen in de kelders van het Nederlands Documentatiecentrum voor de Bouwkunst te Amsterdam. Via via kwam een deel van het art nouveau interieur in het Drens Museum in Assen terecht waar het nu te bewonderen valt.


Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *