- AM.OK
Romke Wybenga was dit weekend naar een uitvoering van zijn neefje in het Bimhuis geweest. Hij appte me dat en stuurde het filmverslag mee. Een kopje koffie is nu voor me ingeschonken. Ik zit aan tafel voor mijn scherm. In beeld heb ik een dirigent met een rode lange jas en een muts die het orkest aangeeft de klanken van hun instrument ten gehore te brengen. De bladmuziek ligt voor ze op een standaard. Ik zie viool, altviool, saxofoon, gitaar, contrabas, xylofoon, drums, synthesizer, trompet en schuiftrompet. Kan niet goed zien of er op de grond wat andere instrumenten liggen. Een nummer wordt aangekondigd met ‘song’, op een uitzondering na hoor ik geen gezang, maar mogelijk is dat het gemurmel tussen de klanken van de instrumenten. Het is complexe muziek niet direct om mee te neuriën. Muziek is voor mij doorgaans wel een ‘liedje en melodietje’, zoals ik eens op een blog wat verzameld van heb: wat eigentijds (1) en wat klassiek (2). Nu lijkt het me heel leuk om met zo’n orkest mee te kunnen doen. Ik zie en geniet wel degelijk van de passie, de vriendschap, en de liefde van deze orkestleden. Dat hoeft niet altijd direct in het gehoor te liggen. Ik bespeel geen instrument en moet het met mee neuriën stellen.
Ik lees in de begeleidende tekst: ‘Ergens tussen klassiek en jazz, improvisatie en gecomponeerde muziek vind je de jonge componist, bandleider en arrangeur Tijn Wybenga en zijn AM.OK kwartet. Typische musici van nu: zonder muzikale grenzen en niet in een hokje te plaatsen.’ Bijzonder en reden om verder naar deze muziek van nu te luisteren.
- SYMBOOL VAN TRADITIE
Historisch Nieuwsblad. week 25.
Op de binnenplaats van het Amsterdam Museum is de Gouden Koets geëxposeerd. Het koninklijke rijtuig is na een restauratie van ruim vijf jaar weer te bewonderen door publiek. Het museum brandt zijn vingers niet aan uitspraken over wat er na de tentoonstelling met de omstreden koets moet gebeuren, maar biedt informatie. Wat vind ik als bezoeker; wat moet de toekomst zijn van dit symbool van traditie ?
De column van Sander van Walsum in de Volkskrant van 22 juni 2021 heeft 2 kopjes meegekregen. In de papieren versie heet het ‘Zwoegen’, in de digitale versie ‘Niemand weet wat meneer K. beweegt’. Ik las de column die me zeer aansprak. Ik noem het ‘Verzorgingshuis’, het druk zo goed het uitzichtloze bestaan in het verzorgingshuis uit.
‘Als ik moet gokken wat meneer K. beweegt, dan is het: vertrekken. Het probleem is dat hij niet kan praten en niet kan lopen. Altijd staat hij zwoegend voor de automatische klapdeur van het zorghuis waar ik mijn vriend J. bezoek, zijn bovenlijf in een vrijwel haakse hoek met zijn benen, zijn lange grijze haren reikend naar de grond, als een wankele hijskraan in een storm.
Het is moeilijk om niet naar hem te kijken. Hoe elke stap een minutenlange worsteling is, en elke voorwaartse beweging weer gecompenseerd moet worden met een pas naar achteren. Telkens als de klapdeur openzwaait gromt hij van onmacht, in het besef dat de netto afgelegde afstand nog steeds nul is.
Soms loodsen zijn verzorgers hem met engelengeduld naar een stoel in de lobby, van waaruit meneer K. onmiddellijk aan een nieuwe poging tot vertrekken begint. De muren van de gang bieden houvast, en doen hoop opflakkeren, die voorbij de klapdeur weer vervliegt.’
- GENERATIEKLOOF
In een andere column in de Volkskrant van deze dag (22 juni 2021) vind ik een leuke beschrijving van hoe een generatiekloof geduid kan worden. Olof Tempelman wacht op zijn corona injectie en met hem meer. Het is stil in de hal en velen zitten gebogen over hun iPhone, zeker een jongere generatie.
‘Mijn generatie: als peuters speelden de leden met vaste telefoons met draaischijven. Toen de hormonen begonnen te werken, vroegen ze op feestjes vaste telefoonnummers die ze met knikkende knieën belden. Ze kennen het woord ‘telefooncel’ nog, ze hebben er zelf ingestaan. Degenen die de liefde nooit vonden, of weer kwijtraakten, zitten tegenwoordig op Tinder of SecondLove. Dat hoor ik tenminste weleens van niet-digibeten. Ik kan niet zien wat die kerel met zijn dunne blonde haar in een staartje op anderhalve meter van mij vandaan op zijn schermpje zit te doen, maar hij kan zomaar een Tinderaar zijn.’
- FOLLY’S
Edith Gerritsma & Andrea Hijmans (2021). Voor de gek! Follies in Nederland. (fotoboek) folliesinnederland.nl.
In ons land waar ieder bouwsel wel een functie heeft zijn ze zeldzaam maar toch, die bouwsels met het adjectief ‘raar’ omdat niet onmiddellijk duidelijk is wat ze voorstellen en welk nut ze dienen. Fotograaf Edith Gerritsma en journalist Andrea Hijmans spreken van folly’s, ‘gebouwde dwaasheden’. Van Dale definieert het woord folly als ‘bouwsel dat alleen als ornament bedoeld is, zoals een namaakruïne’.
Norg , Follie Aalten, Follie.
- DEBUUT
Dit gedicht van de dag is er een van de acteur Eric Schneider (86) uit de bundel ‘waar weg weg is en stilte stiller is’. Opmerkelijk dat hij met deze bundel de oudste debutant ooit is.
Empathie
In iedere rol zit wel een sleutelwoord
waarin de ziel van die ander schuilt
waarmee je je eigen ziel verruilt
zodat je nog alleen die ander hoort
- DE TOUR
Morgen (26 juni) begint de Tour en duurt 3 weken voordat er in Parijs wordt gefinisht.
In zijn column in de Volkskrant stelt Ben Wagendorp dat De Tour de France een wreed spel is met het noodlot, maar gelukkig bestaat hij nog.
‘Wielrennen is een anachronisme. Drie weken om het hardst door Frankrijk rossen in een peloton vol ambitieuze concurrenten, tegen bergen op die daar helemaal niet geschikt voor zijn, zou tegenwoordig als onacceptabel en in strijd met de mensenrechten worden afgewezen. Maar in 1906 was dat nog niet zo en sindsdien beschouwen we het als normaal, als een gecalculeerd risico. Elke afdaling is een spel met de dood, en dat het geen spel is maar echt, wordt met enige regelmaat bewezen. Wielrenners roepen herinneringen op aan de Romeinse gladiatoren, al gaat het nog niet zover dat de bloeddorstige toeschouwers beslissen over leven of dood. Ook wielrenners wagen hun leven tot vermaak van de toeschouwers. En ter meerdere eer en glorie van hun sponsors.’