Ik lig nog in bed, op mijn zij. Het hoog – laagbed heb ik zo ingesteld dat ik de toetsen van de laptop overzie en met de vinger van mijn linkerhand ze kan indrukken, letter voor letter. De laptop neemt een groot deel van het nachttafeltje in beslag. In het smalle gleufje dat rest ligt de muis en staat een glas met vruchtensap. ik moet voorzichtig zijn deze in de onhandige houding niet om te stoten. In het gunstige geval valt deze op de grond, anders loopt het water over het toetsenbord. Ik wacht op de thuiszorg die vanmorgen wat later is, zo weet ik uit hun programma. De spullen voor het wassen en een stapeltje schone kleren liggen klaar op tafel. Als ik straks schoon en aangekleed uit bed getild ben en in de rolstoel achter de tafel zit, gaat het schrijven wat makkelijker, dan met tien vingers. Dan kan een reis in mijn herinnering aanvangen.
Indrukwekkend Ton. En heel knap dat je zo toch probeert greep en controle te houden over je leven met al die beperkingen. Ook vind ik het heel bewonderenswaardig dat er toch wat optimisme doorklinkt in je woorden. Weet dat ik, en anderen met mij, steeds geniet van je bijdragen en je weet mij in elk geval steeds weer te boeien met je prachtige herinneringen!