De geschiedenis van de Haagse koffietent gaat terug naar het begin van de vorige eeuw. In die tijd kregen de arbeiders hun weekloon uitbetaald in de plaatselijke kroeg. Het loon werd vaak direct omgezet in alcohol, wat resulteerde in een nagenoeg leeg loonzakje als deze arbeiders bij moeder de vrouw thuiskwamen. In de strijd tegen het alcoholmisbruik richtte de Bond tegen Alcoholmisbruik de alcoholvrije koffietent op. Het weekloon werd voortaan uitbetaald in deze koffiehuizen, waar uitsluitend limonade en koffie met een gevulde koek werd verkocht. Het alcoholgebruik en de armoede onder de arbeidersklasse nam hierdoor af, zo staat dat vermeld in de annalen.
De Haagse koffietent mag niet verward worden met een coffeeshop of een moderne koffiebar. Het is een vrijstaand, vaak houten gebouw met een plat dak, dat iets wegheeft van een sportkantine of een bouwkeet. De koffietenten staan vlak langs de weg en gaan vaak al om vijf uur in de ochtend open. Het is alsof de tijd hier heeft stilgestaan. De koffie wordt vaak nog geschonken uit een ‘koffiepot’, een uitstervend voorwerp in de meeste horecagelegenheden.
Koffiehuizen heb je overal, maar een koffietent is echt Haags. Nergens in Nederland vind je zoveel koffietenten bij elkaar als in Den Haag, zo wordt gesteld in het boek ‘Morgen gratis koffie, koffietenten in en om Den Haag‘, van Jan & Frans de Leef. Zij zijn ervaringsdeskundigen. De koffietenten waren een ontmoetingspunt voor de werklui. De Haagse Koffietent is een fenomeen, er wordt gelachen en gehuild, gekankerd en gezeikt of gewoon een bakkie gedronken. Dat is te zien in de film van Anita Janssen die ze maakte voor omroep West.
De inrichting van de koffietent is sober met een of meer houten banken en tafels, en de koffie wordt meestal getapt uit een grote koffieketel of geschonken uit een koffiekan. Op de kaart aan de muur staat koffie, thee, melk, een balletje, soep, koeken en div. limonades genoteerd. Een flesje bier kan besteld worden, dat was eertijds uit den boze: ‘anders kon je niet meer de ladder op of op het dak werken. En met een drankkegel kon je niet bij de mensen over de vloer komen.’ Een authentieke koffietent herkende je aan de openingstijden: van zes uur ’s morgens tot een uur of twee in de middag. En natuurlijk aan het bord op de stoep: ‘Morgen gratis koffie’, dat er de volgende dag nog stond. In de koffietent werd veel gesproken: vooral over voetbal en de camping. De politiek werd met met luide stemgeluid geanalyseerd, aan de hand van krantenkoppen, de roddels uit de buurt en wie waar in de stad een opdracht had en welke ervaringen waren opgedaan. Volgens Frans de Leef werd het op een gegeven moment zelfs een soort inloop uitzendbureau. ”Mensen in het koffiehuis hielpen elkaar, konden het nodige voor elkaar regelen. Je gaf elkaar klusjes: de timmerman wist altijd wel iets voor de loodgieter en omgekeerd. Wij zelf hebben leren zeefdrukken van iemand uit de reclamedecoratie die we uit het koffiehuis kenden. Als je geen werk had, ging je naar het koffiehuis: daar was altijd wel iemand die wat te doen had.”Er werd ook wel handen gedreven. “Er was altijd wel iemand die een partij tupperwaredozen, hoeslakens of sokken in de kofferbak had. Meestal heel goedkoop ingekochte spullen van belabberde kwaliteit. Er viel weleens iets van de wagen, maar echt criminele zaken hebben we niet meegemaakt. Kon ook niet: buiten de koffietent staan bedrijfswagens met namen van firma’s – geen dikke auto’s.”
Verhalen van vaste klanten: 1. De Haagse koffietenten. 2. Koffie & koek
In Den Haag zijn de koffietenten ontstaan, vooral dankzij de zogenoemde Haagse kak. De beter gesitueerde Hagenaars waren er niet van gediend dat de arbeiders hun meegebrachte lunch opaten in het huis waarin ze werkten. Restaurants en andere horeca in de omgeving wilden ook niet dat de werklui hun eigen boterhammetje daar kwamen oppeuzelen. Gelukkig was er dan het koffiehuis. Daar konden zij wél hun eigen lunch opeten en voor weinig een kopje koffie drinken.
Foto’s: Esther Hessing; Milene van Arendonk; Robin Butter.
Harrie Jekkers liet in zijn programma het Haagse Koffiehuis leven.
‘Genoten van de documentaire’. Kira.
‘Ik heb gekeken, leuk Ton. Vooral dat filmpje met de Leef!’ Astrid.