- EEN GROET
Nam het laatste boek van Jeroen Brouwer nog even van de plank en las de volgende scène. Hij schreef deze voor de Corona crisis: ‘De kelders onder het ziekenhuis, onthouden van de plattegronden, een van de ruimten daar, tegenover de lift, men hoeft maar over te steken, heet mortuarium. In het omhulsel ligt duidelijk iemand die vierletterig als palindroom niet meer, maar dan ook nooit meer, zal ontwaken.(…) Kan een dode nog aangeduid worden als iemand? Met het lopende tweetal en het horizontale lichaam stapt een struise persoon mee, zoals eenieder alhier behalve mevrouw Holkema gekleed in het wit, zij het in afwijkend wit, het is donkerder, donkerwit, en het hoofd op het gezicht na overtrokken door een muts van doorzichtige materie, met elastiek van achterlangs over de oren heen tot boven de ogen. (…) De sarcofaag wordt in het ruim van de dodensloep geschoven, de koker voorlopig gevuld met een ander, badmuts blijft er toezicht op houden. De portieren worden geluidloos gesloten, op instructie van de firma, de deuren niet met een klap dichtkeilen, het bespaart de nabestaanden nog droevere gedachten aan afgelopen boem en boem voorbij. Met bewondering en trots om wie hij was en wat hij heeft betekend voor ons en anderen gedenken in liefde. De dood verliet in stilte de kade, achteruit door de poort, die dichtslibt in dezelfde stilte, alleen de bomen ruisen. Hij met het ingekapselde hoofd is blijven staan om de cargo na te kijken en stroopt intussen het vel van zijn handen, handschoenen van eendere doorzichtigheid als het vlies rond zijn schedel. Blikt omhoog naar de lucht, die even betrekt maar meteen de zon weer doorlaat. Blikt om zich heen. Ziet mij. Steekt zijn hand naar me op voor een groetgebaar met de uiertepels die hij van zijn vingers heeft getrokken. Hij roept er iets bij waarvan de strekking me ontgaat, maar het klinkt joviaal. Voor u is het nog niet zover haha, is dat wat hij roept?’
p.s. ik schreef eerder een blog over dit bijzondere boek, Client E . Busken.
2 antwoorden op “VAN DE BOEKENPLANK – jeroen brouwers (2)”