Geweldig Ton, de blog over kapper Johan Boon uit Haarlem! Onduleren hoefde bij mij vroeger niet want als kind had ik een prachtige bos haar met een mooie slag. Ik was er toen erg blij mee, totdat ik in Tilburg belandde.
Daar moest ik met mijn neef Cees, bij wie ik toen in huis woonde, van mijn strenge oom naar kapper Jos van Randen. Jos was berucht en vooral door de jeugd gehaat in heel Tilburg. Hij knipte het zogenaamde bloempotmodel. Gewoon een rechte rand, daaronder kaal geschoren en aan de bovenkant deed hij vrijwel niets. Je stond na 7 minuten weer buiten en schaamde je dan je ogen uit je kop.
Later in de puberteit werd het allemaal nog erger toen ik ook nog last kreeg van haaruitval. De angst om kaal te worden was toen heel groot, maar een schrale troost was dat neef Cees, die twee jaar ouder was, daar ook last van had. Van ons weinige zakgeld kochten we toen allerlei middelen om de mogelijke kaalheid tegen te gaan. Helaas allemaal tevergeefs. Zo gebruikten we flessen Pantene en biergistpillen en neef Cees goot zelfs flessen echt bier leeg op zijn kalende schedel. Even hebben we nog geprobeerd de kaalheid te verbloemen door het haar te draperen van de ene kant van de schedel naar de andere zijde, maar zodra het waaide liep je dan helemaal voor schut. Gelukkig voor mij werd ik eind jaren zestig na mijn huwelijk door mijn zwager in Tilburg netjes in model geknipt. Zijn kapsalon was in die tijd erg populair, ook al omdat er geen hoge prijs werd gevraagd en het model ook aansloot bij de mode van die tijd.
Inmiddels had ik mijn kaalheid maar geaccepteerd. Tenslotte waren mijn vader en grootvader ook al op jeugdige leeftijd hun wilde haren kwijt en de mare ging toen rond dat kaalheid bij mannen een teken was van een hoge viriliteit en dat kale mannen overliepen van de testosteron. Uit die fabel putte ik maar hoop. Inmiddels heb ik mij geheel en al met m’n kale kop verzoend en heb een uitstekende kapper in Rotterdam die het resterende haarrandje uitstekend verzorgt.
’n weetje: Die rood-wit-blauwe zuurstok heet een kapperspaal. Over de oorsprong gaat een bloederig verhaal. In de middeleeuwen waren kappers ook chirurgijn, zegt Marco Leus van Kapsalon Leus uit Hengelo, tevens beheerder van het Kappersmuseum. Die barbier-chirurgijn deed ook aderlatingen. De patiënt kon zich tijdens de operatie vastgrijpen aan een houten paal. Na afloop hingen de zwachtels in de wind te drogen aan de paal in spiraalvorm. Vandaar.
Ja, BERT,
zo is ieder wel bezig met het haar. Ik schreef daar eerder ook een blog over.
Daar komt de kapper uit mijn pubertijd in voor: Tasja.