IN GESPREK MET ELLY ROOZENBURG – ‘dat valt op’

HOI TON,

Gisteren reed ik door Den Haag en zag voor het eerst dit gebouw:

Beeld: De Architect.

Het staat op de hoek van (de) De La Reyweg en de Delagoastraat. Het schijnt dat de Kessler Stichting daarin woont, een club waar ik nog nooit van gehoord had. Doet blijkbaar aan daklozenopvang. Wat mij natuurlijk onmiddellijk opviel was het kleurrijke dak (en de
pukkeltjes op de muren) en echt, meteen was daar de associatie met het vijftiende-eeuwse Hospice in Beaune !

Kijk maar:

Architecture of the historic Hospices of Beaune in Burgundy, France. Beeld:


Mee eens?

Ik denk dat ik daar 45 jaar geleden was, maar het heeft blijkbaar diepe indruk gemaakt. Dat hospice was een soort ziekenhuis voor armen, dus niet zo vreemd dat de architect van de namaak daaraan gedacht heeft. Of hij / zij  er ooit iets over gezegd heeft, geen idee.
Hetzelfde architectenbureau –  Foreign Affairs – bouwde ook dat Zaanse schans hotel, weet je wel. Voelt ook een beetje als nep.

Misschien moet je die chauvinistische Hagenaars eens een tik op de vingers geven, want niets nieuws onder de zon.


DAG ELLY,

  • Ook ik reed wel eens over De La Reyweg. Met mijn fietsje op weg naar het Zuiderpark om daar een ‘fredikeetje’ te spelen. Vanuit mijn ooghoeken had ik wel de naam ‘Kessler Stichting’ op de gevel opgemerkt. Het gebouw was geheimzinnig. Het leek een beetje op een school, maar dat was het niet. ‘Een tehuis voor onbehuisden’, hoorde ik. Daar had ik beelden bij, maar zag daar niets van als ik langs fietste.
Beeld; Haagse Tijden.
  • Op de site van ‘Haagse Tijden’ lees ik over de Kessler Stichting dat ‘dakloze mannen, vrouwen en kinderen naar een opvanghuis konden, maar dat gebouw werd steeds voller en de politie vond het gevaarlijk worden. In 1922 was de Vereeniging op zoek naar iemand die een groter gebouw kon betalen. Meneer Kessler leverde een gulle bijdrage, op voorwaarde dat de opvang altijd iedereen zou verwelkomen die hulp nodig had. De daklozenopvang liet aan de De la Reyweg een nieuw pand bouwen dat een jaar later opende. Omdat meneer Kessler veel geld had gegeven, kwam zijn naam boven de deur te staan: ‘D.A.J. Kessler Stichting’. Tegenwoordig is de Kessler Stichting vooral bekend vanwege de Soepbus waar dak- en thuislozen een gratis kopje soep kunnen halen.’
  • Jaren later was in terug in Transvaal, verbleef daar wat langer, in wat de ‘Tussentijd’ werd genoemd. De wijk werd ingrijpend vernieuwd. In deze fase van oud naar nieuw werd de buurt(samenleving) afgebroken en een nieuwe opgebouwd. De wijk leeg gemaakt, de bewoners uitgeplaatst en de achtergelaten huizen dichtgemetseld om later gesloopt te worden. Voor jaren zou dit een onherbergzaam gebied worden. Het project ‘Hotel Transvaal’ wilde in deze overgangsfase de leefbaarheid enigszins in stand houden en zo de nieuwe situatie inluiden. Ik schreef daarover.
  • De nieuwe situatie moest kleurrijk zijn en het uiterlijk van de Kessler Stichting moest dat uitdrukken. Ik had de associatie meegekregen met de mediterrane sferen van een ander project uit die tijd, Le Medi in Rotterdam. De architectuur en stedenbouwkundige opzet van dat woonproject zijn geïnspireerd op de architectuur van de landen rond de Middellandse Zee en worden gekenmerkt door fraaie kleuren, mozaïek en mediterrane ornamenten. Jouw associatie is mij niet opgevallen, onterecht, want ook mij heeft de Hospice in Baune een onuitwisbare indruk gemaakt.
  • Het werk van Soeters is opvallend, dat valt niet te ontkennen. Een ander gebouw van hem in Den Haag is het Helicom ofwel de ‘Tieten van Den Haag’. Critici rangschikten dit werk gekscherend in de traditie van Disney’s pretparken in Parijs of Hollywood. Een aantal jaren werkte ik met veel plezier in een deze door hem ontworpen ruimten, in de vergaderzalen voor werkoverleg, in het restaurant voor een broodje tussen de middag of op de toiletten die op zetels leken.

De Zaanse Schans is ook van hem en geeft jou het gevoel van nep. Het ziet er in ieder geval gek uit. Heel serieus legt hij zijn ‘gekheid op een stokkie’ uit.

  • PLAGIAAT ?

Maar Elly, de kern van jouw betoog is dat Soeters goed gekeken moet hebben naar het Hospice in Beaune, maar wordt dat ook vermeld, want het gebouw is zeker niet nieuw onder de zon. Ik heb zo gauw geen verwijzing naar Beaune gevonden. Dan zou dat plagiaat zijn, lijkt me. Een enkeling is uniek in zijn werk. Een ieder wordt echter geïnspireerd door een ander en is dus schatplichtig . Hoe belangrijk en noodzakelijk is het om de bronnen te vermelden.

Grappig nu is dat Soeters de uitvoerder van zijn idee van de gestapelde Zaanse huisjes van plagiaat beschuldigt.

– Bob Witman. Volkskrant, 20 oktober 2010.

‘Diefstal op klaarlichte dag’, noemt architect Sjoerd Soeters het internationaal gelauwerde ontwerp voor het Zaanse huisjeshotel in Zaandam. Hij beschuldigt zijn vakgenoot Wilfried van Winden van WAM Architecten van plagiaat. ‘Ik claim niet de architect te zijn van het hotel. Maar wel van het idee. Dat heeft Van Winden zich wederrechterlijk toegeëigend.’

In een brief aan Van Winden zegt hij: “Zoals het hoort bevat je boekje een groot aantal noten (hoe meer noten, hoe hoger de kunst) en verwijzingen naar de herkomst van de plaatjes, maar wat je weglaat te midden van deze notities is het feit dat jij niet de bedenker bent van het Zaanse hotel”

Sjoerd: Hoe zit dat bij het gebouw aan de De La Reyweg?

Eén antwoord op “IN GESPREK MET ELLY ROOZENBURG – ‘dat valt op’”

  1. Hoi Ton,

    Leuk om de overeenkomsten tussen het gebouw van de Kessler Stichting en de Hospices de Beaune te zien. Het toeval wil dat ik het boek De Bourgondiërs van Bart van Loo aan het lezen ben en daar was ik net aangekomen bij een passage over de bouw van het hospice. Een halve eeuw terug ben ik er met mijn ouders geweest maar daarvan zijn slechts vage herinneringen overgebleven. Ik heb me voorgenomen om het op te nemen in een toekomstige vakantiereis.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *