GROETEN UIT DEN HAAG – duindorp

  • DUINDORP ?
  • ‘Einde lijn 12’ zeg ik dan spontaan. Bij die tramhalte begon ons paadje over een duintop naar het strand. Als kinderen speelden we in de bosjes van Poot en vanaf een andere duintop hadden we zicht op Duindorp. In het dorp zelf kwamen we niet. Wij kenden de vrouwen in klederdracht die daar woonden en bij ons in de straat kwamen om hun man aan de viskraam te helpen of de statige portiekwoningen schoon te poetsen.
  • Willem Brakman: ‘Op Scheveningen was ik als klein knaapje vaak in extase, want daar was een hoek en daar kon je kokend water kopen in die tijd. En daar kwamen vissersvrouwen met een juk en daaraan hingen emmers en dat waren machtige wijven – ik was zo’n klein kereltje. Dan zag ik die vrouwen over dat grijze Tesselseplein gaan met dat juk en die twee stoomslierten en dan was ik – bij wijze van spreken – boven de twintig. Dat is een groot ervaringsvermogen.’ 

  • EEN ENCLAVE IN DE STAD

‘We vechten en knokken met z’n allen om het dorp een dorp te laten zijn. We zijn de Galliërs tegen het Romeinse hof’ (Een Duindorper).

  • Voetnoot:

Deze Duindorper verwijst naar een klein dorpje in Bretagne. In de Romeinse geschiedenis wordt gezwegen over een kleine nederzetting in Gallië dat moedig weerstand bleef bieden aan de overweldigers. Er is dus geen historisch bewijs dat het dorp ooit bestaan zou hebben. Maar helemaal zeker weten we het natuurlijk nooit, bij Toutatis! Verzet en reuring doen zich door de jaren heen in Duindorp wel degelijk voor en is in de annalen van de stad ruimschoots opgeslagen. Een plezier om dit door te spitten en wat fragmenten hieruit in deze blog te plaatsen.


In de vroege twintigste eeuw is de wijk met goede bedoelingen (en goede redenen) gebouwd voor Scheveningers wiens deplorabele woningen op de schop gingen. Tijdens de Duitse bezetting was het gebied gemilitariseerd om Engelse invasies te voorkomen en direct na de oorlog deed Duindorp dienst als interneringskamp voor collaborateurs. De Scheveningse haven en de visserij spelen een prominente rol in de verhalen over het verleden van de wijk. De trots op dat verleden gaat samen met weemoed. De visvangst heeft steeds minder menskracht nodig – vanwege verplaatsing en schaalvergroting zijn de reders allang geen werkgevers van belang meer.

Filmmaker Bob Entrop maakte een filmdocumentaire over 100 jaar Duindorp. Hij bracht in deze wijk zijn lagere schooltijd door. Hij laat zijn herinneringen weer leven door met een aantal Duindorpers een bezoek te brengen aan verschillende plekken in de wijk. Er zijn ook oude foto’s te zien, ook van de gedeeltelijke sloop in de oorlog vanwege de Atlantikwall, de sloop van hofjes in de jaren negentig en van de nieuwbouw.

  • WILLEM BRAKMAN

Willem Brakman situeerde een aantal romans in de buurten waarin hij opgroeide: Duindorp en de Bomenbuurt. Terug te vinden in o.a. in zijn debuutroman ‘Een winterreis’ (1960).

Duindorp, hier gezien vanaf de duintop in de Bosjes van Poot, werd ook de plaats waar de dood zich manifesteerde: op de achtergrond is de ingang zichtbaar van de Julianakerk die voor Brakman de plaats bij uitstek werd waar doden in- en uitgedragen werden.

Over het huis aan de Bevelandsestraat schreef hij in ‘J’accuse. Een autobiografie’: “Wij bewoonden in Duindorp een bovenetage en het verbaast me nog steeds als ik vanaf de Koepel over Duindorp heen kijk, hoe klein en beperkt het terrein was waar ik mijn jeugd doorbracht: een paar straten en een plein. Er zat in mijn ouderlijk huis een zekere tegenspraak, wie naar boven moest, kreeg steeds meer licht, maar raakte wel buiten adem, wie lager woonde had te maken met donkere gangetjes, maar hoefde zich niet in te spannen. Ik en mijn ouders moesten eerst over een buitentrap, die koel, koud en van blauwe steen was. Dan volgde de binnentrap met een scherpe bocht, waaronder wij de fietsen moesten stallen, een eindeloos passen en meten als van een horlogemaker […] “

‘In de loop van veertig jaar schrijven is Duindorp uitgegroeid tot een mythische plek, bevolkt door even mythische figuren die namen dragen als vrouw Pronk, meester Besteman, Onderwater, Barnhoorn en zo kan de geoefende Brakman-lezer nog wel even doorgaan.’ (T. van Deel).

De foto uit 1929 toont de tweede klas van de openbare lagere school. Scholier Brakman zit vlak voor de juf Herfkens (‘Pop op de bank’, 1989).

Toen er plannen op tafel kwamen om Duindorp te slopen en drastisch te verbouwen protesteerde Brakman daartegen in de roman ‘De sloop der dingen’ (2000).

De sloop van de hier afgebeelde lagere school was de aanleiding voor de roman. De rest van de buurt zou moeten wijken voor dure appartementen. Brakman reageerde alsof zijn herinneringen werden gesloopt.

  • SLOOP

De sloop betreft ook twee hoven, de vroegste voorbeelden van gemeentelijke volkswoningbouw. Opgetrokken in het begin vorige eeuw was het de eerste bebouwing van Duindorp. Deze complexen bestonden uit 766 woningwetwoningen en pasten in een stedenbouwkundig plan dat een leefomgeving met ruimte en licht deed ontstaan, een principe dat terug te voeren is op de ideeën van Berlage. In 1923 werd er een brug over het Verversingskanaal aangelegd om de bewoners met hun oude dorpsgenoten en familieleden te verbinden.

Ondanks de status van rijksmonument is in 2009 besloten om over te gaan tot de sloop van het historische Pluvierhof en het Meeuwenhof. Deze beslissing viel mede door de slechte bouwkundige staat van de woningen én zeker met het grote aantal sociale problemen in de wijk.

  • DECOR VAN EEN JEUGD

Willem Brakman schreef op 26 mei 1998 in de Haagse Courant een reactie op dit bestuurlijke voornemen: ‘Den Haag heeft al een crimineel verleden wat betreft de grachten en Scheveningen en nu nog Duindorp. Dat dit Duindorp zou worden afgebroken acht ik onmogelijk, niet alleen mijn vader heeft hier gefietst, maar ik ook. Ik kan de plaats aanwijzen waar ik voor het eerst in mijn leven op de slee werd gezet op een winteravond en voortgetrokken door mijn vader in een zijstraat van de Markensestraat, zijn gestalte werd lichter en lichter door het licht van een lantaarn en daarna donkerder en donkerder op weg naar de volgende.’

In ‘Leesclubje’ (2000, blz. 66): /”Ik ben hier niet geboren, zei de sloper, hij leunde kameraadschappelijk tegen zijn gruwelijk vehikel en draaide een sigaretje met opvallend kleine en ongehavende handen. Telkens als hij een teug geïnhaleerde rook uitblies zag ik een grote leegte in zijn blik ontstaan, een blik die het niets omvatte.” /

Het naar een ontwerp van W. Greve & P.C. Albers in 1916-17 uitgevoerde Zeezwaluwhof.

  • ZEEZWALUWHOF

Dit voormalige gemeentelijk woningbouwcomplex is gerenoveerd. Het heeft een binnenhof met vierkant middenplantsoen. Hier omheen zijn de in baksteen opgetrokken eengezinswoningen geplaatst, bestaande uit een bouwlaag onder een met pannen gedekt zadeldak. Drie poortdoorgangen in het midden van de gevelwand geven toegang tot de buitenring. De hoger opgetrokken poorten bezitten een rondboogvormige doorgang met tongewelf en zijn gedekt door een zelfstandig zadeldak.

  • NIEUWBOUW: DE DUINSTRIP

  • Voetnoot: In 2009 werd de Nieuwe Stad Prijs toegekend aan de Duinstrip, het nieuwbouwcomplex aan de rand van Duindorp aan de zeekant. Deze bewoners hebben uitzicht op de duinen en de zee en de appartementen worden verwarmd door water uit zee.
  • NIEUWKOMERS

Met de sloop en de nieuwe koopwoningen en de huurflats die daarvoor in de plaats kwamen, groeide het ongenoegen bij de gevestigden. Deze Duinstrip was niet bereikbaar voor Duindorpers,

‘Ze vinden dat die nieuwkomers de dorpse cultuur en identiteit bedreigen. Nieuwkomers zouden zich niet aanpassen en houden zich afzijdig. Er is frustratie over yuppen met kinderen die buiten de wijk naar school gaan en niet mengen met Duindorpse kinderen. En yuppen die niet, net als iedereen, boodschappen doen bij de Hoogvliet, maar buiten de wijk naar de Jumbo gaan. Dan lééf je hier niet, vinden ze. Dan woon je er alleen voor het strand.’ (Cristiaan Pelgrim. NRC, 22 april 2014).

Duindorper: ‘Wij zorgen voor elkaar, als iemand eenzaam is, brengen we een pannetje soep. We groeten elkaar, maken een praatje, zijn veel op straat. Zij houden zich afzijdig, die vinden zich beter als ons’.

  • REURING

Eerder kwam in het nieuws dat nieuwkomers werden weggepest. Omdat ze volgens sommige buurtbewoners voorrang kregen bij de toewijzing van ‘hún’ sociale huurwoningen.

Nieuwkomers op hun beurt storen zich aan wat zij asociaal gedrag vinden: op straat barbecueën met luide muziek en drank, ruzies die op straat worden uitgevochten, kinderen die tot laat buiten zijn zonder dat ouders erbij zijn. Of die pesten of schelden, waarbij ouders niet ingrijpen. ‘Wat het meeste opvalt’, vertelt onderzoeker Omlo, ‘is dat er twee verhalen naast elkaar bestaan. Aan de ene kant is er het verhaal van de gevestigde Duindorpers, die zich zorgen maken over het woningbeleid. Ze vinden dat ze worden achtergesteld; ‘mensen van buiten’ krijgen te vaak voorrang op een woning. En er worden veel mensen met een urgentieverklaring in de wijk geplaatst. Dat legt extra druk op een wijk met toch al grote sociale problemen.’


  • VUURWERK

Het vuurwerkfestival Scheveningen is een jaarlijks evenement waarbij vanaf de Boulevard verspreid over twee weekenden in de zomer een vuurwerkshow wordt gegeven. Per avond worden twee vuurwerkshows gegeven, verzorgd door bedrijven uit verschillende landen. Aan het eind van het seizoen wordt een winnend land uitgekozen. Het festival trok in 2017 340.000 bezoekers.

Willem Brakman: ‘Licht uit. Het vuurwerk filmde ik met de gordijnen gesloten. Een telkens oplichten van een raamcontour. Onregelmatig geknal, soms fel en hoog, dan weer donker en zwaar, vermengd met gesis en gefluit. Toen ik even naar buiten keek dreven wolken kruitdamp over de tuinen.’

Boulevard (1900).
Vuurwerk Festival (2017). Wikimedia Commons.
  • VREUGDEVUUR

Op het strand van Scheveningen en Duindorp worden tijdens de jaarwisseling de vreugdevuren van Scheveningen-Dorp en Duindorp ontstoken. Het is jaarlijks een competitie wie de hoogste vuurstapel heeft. In 2014 behaalde het vuur van Duindorp een officieel record. De brandstapel van 15 bij 15 meter met 30.000 pallets werd door het  Guiness Book of Records genoteerd als grootste vreugdevuur ter wereld. In 2018 werd de brandstapel nog hoger; maar liefst 49 meter. De stapel van Scheveningen 45 meter. Laatstgenoemde mondde uit in een gevaarlijke vonkenregen, waarbij auto’s en huizen werden beschadigd. Daarop heeft de gemeente Den Haag besloten de vreugdevuren in zijn geheel te verbieden.


  • TER AFSLUITING:

BNN/Vara. (2019, 10 juli). Opstandelingen: Duindorp voor de Duindorpers. Te raadplegen op: https://www.npostart.nl/opstandelingen/10-07-2019/BV_101393562.


  • VOETNOTEN
  • Duindorp mag zich tot buiten Den Haag in enige bekendheid verheugen. Naar alle waarschijnlijkheid is het aantal twitterberichten of andere uitingen op social media over deze wijk groter dan het aantal inwoners (rond de 6000 personen). Deze bekendheid is niet onverdeeld een genoegen voor de betrokkenen. Veel wijkbewoners menen dat de wijk in het verdomhoekje zit, en dat er negatief over de wijk wordt gesproken en geschreven zonder kennis van zaken. ‘Wie uit Duindorp komt, heeft iets uit te leggen’.
  • Dat Duindorp aangemerkt is als een probleemwijk, komt o.a. door het gewelddadig optreden van jongeren. Televisiereportages die de rellen vertoonden droegen ongetwijfeld bij aan de negatieve beeldvorming. Tegengeluiden uit de buurtsamenleving kregen echter marginale aandacht.
  • De roman ‘De sloop der dingen’ (2000) besluit met een complete veldslag om Duindorp. Hier zijn we, zoals in wel meer romans van Brakman, geheel in de sfeer van jongensboeken en historische oorlogsverhalen. Er treden krijgers op, spionnen, er is een uitkijkpost in de toren van de Julianakerk, er komen kokende olie en pek bij te pas en er flitsen lanspunten ‘met hier en daar een wiegende kop erop’. ‘Allen trachten het vege lijf te redden, een goed heenkomen te zoeken, zich in veiligheid te stellen.’ Heerlijke overdrijving ook: de marketentsters liggen met ‘de dijen bloot tot aan de kin’. Ja, er valt veel te lachen in dit droevige boek’. (T. v. Deel. ‘Duindorp heeft mij verraden: ik zag haar aan als voor eeuwig’ Trouw, 27 mei 2000).

  • Reactie van Bert Hermans

Mijn herinnering met Duindorp gaat terug tot de tijd dat ik bij de padvinderij zat. Ik liep dan regelmatig mee met wandelmarsen. Eén van de leukste was de Duinenmars, die in mijn herinnering begon bij de bosjes van Poot en die ook gedeeltelijk door Duindorp liep. Als beloning van het voltooien van de mars ontvingen we aan het eind een mooie medaille.
Ik herinner mij ook dat in Duindorp honderden mensen langs de kant van de weg stonden om ons toe te juichen en ons te voorzien van allerlei snoepgoed. Een enthousiast volkje die Duindorpers!

7 antwoorden op “GROETEN UIT DEN HAAG – duindorp”

  1. Willem Brakman ken ik niet, maar bij Duindorp kwam ik redelijk vaak vanaf ’74. De woningen rond Zeezwaluwhof en Meeuwenhof waren alles behalve vriendelijk voor mensen met een handicap. Ik kwam er als fysiotherapeute bij patienten, voor wie de weg naar mijn praktijk té moeilijk was.
    Een van mijn vriendinnen, die bij het Tesselseplein woonde, liet altijd haar auto bij Oud en Nieuw bij mij op de Brusselselaan parkeren, bang als ze was voor rondvliegende vuurwerk.

    Jarenlang korfbalde ik tijdens het ‘zaalseizoen’ in de Houtrusthal en op de terugweg fietste ik vaak langs de vriendin op de Tesselseplein om koffie te drinken. Op zondagochtend was er doodstil. Ik had het gevoel dat iedereen in de kerk zat behalve ik.

    Een maand geleden ging ik met de auto voor de eerste keer in jaren langs de Houtrustweg. Ik dacht dat ik in een vreemde stad terecht gekomen was. Volgende keer als ik naar Den Haag ga, neem ik de fiets en veel tijd om het nieuwe Duindorp te verkennen – de wijk van de yuppies?!

  2. Beste Ton,

    Dit mooie stuk heb je in recordtijd geschreven! Ik begrijp nu ook meer van de ‘liefde’ van Brakman voor het dorp uit zijn jeugd.

    Overigens is Een winterreis van 1961: mijn essay/artikel over dit boek verschijnt binnenkort bij LLW; ik zal je een fotokopie sturen.

    De hamvraag: zou jij iets kunnen vertellen over de ontwikkeling in de woningbouw van mijn dorp?

    NB Voordat wij hier in Oegstgeest kwamen, woonden wij in het noorden, resp. in Hoogezand en Eelde. Vooral
    aan de laatste plaats koesteren wij dierbare herinneringen (Ed is er geboren.)

    Hartelijks, Rudi.

    p.s. Als je nu toch bezig bent met de achtergrond van romans/verhalen. De bekendste auteur uit Oegstgeest is F.B. Hotz. Hij woonde lange tijd in de Juffermansstraat.

  3. Beste Rudi,

    Dank je voor de schrijfopdracht. Het noorden ken ik een beetje, niet specifiek Eelde en Hoogezand. Een aantal jaren heb ik aan een project in Emmen gewerkt (Emmen Revisted) en heb verschillende onderzoeken (veldwerk) in de stad Groningen gedaan. Voelde me daar erg thuis. Ga mijn best doen.

    Ik vertelde je dat ik eerder in het werk van Brakman op zoek was naar ‘onze’ held Ran de Boekenman, die zijn 2e hands winkeltje in de Haagse Copernicusstraat had. Een illuster figuur waar Brakman ook op was gevallen.

    https://tonvanderpennen.nl/?p=824

    Een andere blog van mij opent met een beschrijving van Hotz over de Rijnsburgerweg. Daar had ik mijn eerste studentenkamer in Leiden. Op de hoogte van de voormalige hoofdredacteur van de ‘Dikke van Daale’, die jij eens in ons voetbalclubje hebt geïntroduceerd.

    https://tonvanderpennen.nl/?p=3499

  4. Beste Ton,

    Aan Emmen (nog niet uitgegroeid tot metropool) bewaar ik de beste herinneringen. Ik zat er op een voortreffelijk lyceum, afd. gymnasium, waaraan ook mijn vader verbonden was, als leraar van de brugklas oude stijl, dus meer een voorbereidende klas. Toen ik al enkele jaren in Groningen studeerde, kwam ik terug bij de hc Emmen. Na het kampioenschap van de tweede klas Noord,kwamen wij in de eerste klas terecht, twee fantastische jaren, samen met mijn broer.

    Prachtig stuk over je periode aan de Rijnsburgerweg, die ook door Hotz onnavolgbaar is beschreven.
    Ik kom er op terug, Rudi.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *